VI.
A fdeei
X L 1.
Hoofdstuk.
clxxv.
u4 rca
Sênilis*
Breed ge*
?ibde.
Afrika, ja, zo ’t fchynt, zelfs in de Middel-
' landfche Zee. Men vindtze taamelyk groot.
Uit Zee komende zyn zy, zo wel als de echte
Arken , met een graauwagtige Wolligheid
bekleed, welke men 'er met Zand af kan wry-
ven, en dan worden zy byna wit van Kleur,
zegt Rumphius, die ze tot deKam-Schul-
.pen betrékt, en aanmerkt, dat men 'er een
Steentje in vindt, genaamd Ctenites, van grootte
als een Erwt, ’t welk de Indiaan en, uit
bygeloof , met zig neemen, om gelukkig te
zyn in ’t opzoeken van Mosfelen en Schulpen.
Het Vleefch, zegt hy, is hardagtig en
heeft een Menie-rood fpits Handje, waarmede
het Dier groot geweld kan doen , van zig
geevende een ligt rood Vogt, dat men by de
Maandftonden vergelykt en deswegen dit
Schulpdier, in ’t Maleitfch, Bia Anadara ty-
teït. Deeze benaaming heeft Adanson der.
halve ook voor een Doublet gebruikt , hem
aan de Kust van Senegal vóórgekomen, welke
naar deeze Soort zeer gelykt.
(*75) Ark- Doublet, die de Schaal fcheef
Hartvormig heeft met agt effene Rib-
- ben;
f175) v4 rca Testa oblicjue CordatÉ oftofulcata laévi, Natï*
bus recurvis, margine plicato M. L. U. 518. N. 92. L i s t .
Conch. III. B. f. 2, C. i, T. 4. G u U T H , Teft. T. S7.
f. D. K l e in OJlrac. T. 10, f. 45. A d a n s . Setug, 1. t.
18. 1. 5.
ben ; de Billen omgekromd, den Rand Y(.
geplooid.
Hoofd.
Van deeze, als een klein Osfen-Hart Dou-STÜK*
biet aangemerkt, en aan haare agt breede
Ribben kenbaar, vondt Adanson een groo-
te menigte in het Modderige Zand aan den
Mond van de Niger , alwaar de Negers ’er
fterk naar zoeken. Hy noemtze Jagan, en
merkt aan dat de Kleur, wanneer men deeze
Schulpen fchoon maakt, ook Sneeuwwit is.
(176) Ark-Doublet, die de Schaal byna cLxxvr,
Hartvormig met gedoomde Ribben , de f rca ' . iL, vranofa.
Billen krom y den Rand met Tandjes Korrelige*
heeft.
Onder de Basterd-Arken komen voor , die
zeer Hartvormig zyn , gelyk de gene welke
van de Franfchen deswegen getyteld wordt
Ceeur d'Homme en volute. Deeze fchynt het
te zyn, die d’Argenville den naam toeeigent
van la Corbeille of de Korf; waarfchyn-
lyk, om dat de Bekswyze omkromming der
• Top-
(175) Arca Testa fubcordaot Sulcis tnuricatis, Natibus re*
curvis, margine crenato» M. L. U. 519, N. 93. C o l u m n .
Purp. ai. T. 20. f. 3. Bo n an n . Recr. II. T. 73, Gualth.
Teft. T. 87. f. E. AR GE NV. Conch, T, 26. (23) f, C.
KNoRR Vcrzam, IV. D. PI, 34. f. 2.
V 5
I. Deel. XV. .Stuk.