VI.
Afdeel«
XXXVll.
Hoofdstuk.
c x .
D o n a x t&uriz&t/l*
Gedoomde,
CXV
Jponax
}rus.
Schraale,
getekend zyn , veelal de kleinflen , worden
Tour de Bras o f Armringen getyteld. Volgens
Bonanni zyn dergelyke Schulpen ook in de
Napeifche Zee vjy gemeen.
( ïio) Driehoek-Doublet, die de Schaal Ey-
rondegtig heeft, met gedoomde Streepen
en den Rand gekarteld.
Deeze, uit Oostindie , heeft eene bultige
rqsagtige Schaal, met een gaapende Spleet,
van vooren wederzyds door een famengedruk-
ten Tand bepaald: het Aarsgat ontbreekt.
( u i ) Driehoek-Doublet, die de Schaal langwerpig
rond heeft, met Vliezige over end
Jlamde gejlreepte Rimpels omgeven. t>
D eeze, in de Middellandfche Zee door
B r a n d e r waargenomen , heeft de Schaal
van grootte als een Turkfche Boon , ovaal,
w it, van vooren rimpelig en zeer ftomp. Het
Scharnier heeft wederzyds twee zeer kleine
Tandjes, waar van het ééne tweepuntig is.
X X X V III. HoOFD-
(110) Donax Testa ovatd, ftriis muricatis, margine denti-
culato. M. L. U. ^96» N. 54.
{ t il) Donax Testa ovali, rugis membranaceis flriatiscinéti.
Syst. Hat, XII.
VT.
afdeeu
XXXVIU.
X X X V U L H O O F D S T U K .
Befchryving van ’t Geflagt der K o u s -D o u *
IILETTENi
O
nder den naam van Vems fteit L iN -Naam*
NjEös een Geflagt van Schulpdieren
voor, die van anderen onder de Chamte o f Ca~
mes betrokken worden. Sommigen derzelven
noemt men Venus-Koufen o f Kousjes, wegens
de Geftalte, die meer o f min de Natuur-
lyke deelen der Sexe uitdrukt. Hierom geef
üt ’er den naam van K ous - D o ü b l e t t e n
aan.
De onderfcheidende Kenmerken beftaan daar icenmer-
in, dat de Lippen met den voörften Rand op ken'
elkander leggen,en dat het Scharnier drie Tanden
heeft, allen digt by een; de zydelingfen
met de punt van het midden afwykende. Ook
is de Klink en Aars van elkander afgezonderd
In dit Geflagt komen negen en dertig Soor- soorten,
ten voor, waar van vier ruig o f ruuw zyn aan
de Klink; de overigen niet, en van deeze zyn
'er twintig Hartvormig, elf rondagtig,en vier
ovaal, bóven de Spleet gehoekt. Ver de mees-
ten komen uit de Indien.
I. Debl, XV. Sryiu
I. Die