VI.
A f I IF .E L .
XLIV.
H o o f d s
t u k .
CCLX.
M-jtulas
ruier.
Rood
Mosfeitje,
GCLXt.
Mytulus
discors.
Ongelylc
geftteept»
dat zy veel verfchilt van de Barbaryfche groene
Mosfelen, voorgemeld.
{<160) Mosfel - Doublet, die de Schaal rimpelig
heeft, met fcheeve Kleppen van
Voor en uit gebreid ; den Rand , daar ’t
Scharnier is , egaal met de Punt.
Uit de aangehaalde Afbeelding van d’A r*
o-EN v u l e blykt, dat dit een zeer breed
Mosfeitje moet z yn, roodagtig van Kleur.
Het kwam ook uit den Zuidelyken Oceaan,
en bevondt z ig , met en beneyens het voorgaande,
in ’t Kabinet van ha^re Majedeit de
Koningin van Sweeden.
(261^ Mosfel-Doublet, die de Schaal ovaal
en Hoornagtig omtrent doorfchynende,
van vooren overlangs, van agteren overdwars
gejlreept heeft.
Aan de Kusten van Noorwegen en Ysland
is dit Mosfel -Doubletje waargenomen. Het
heeft de grootte van een Boeren - Boon: ’t is
Hoornagtig bruin van Kleur, met groenagtige
Ran>
( jfio) Mytulus Testa rugofit, Valvulis obliquis antice dila-
tatis, margine Cardinali apicem xquante, M. L. U. S43. N.
1 3 9 . ARGENV. Conph. T. aj. (2z) f. Q.? KNORR Verzat
». VI. D. Pl. 4. Fig. 1?
(261) Mytulus Test! ovnli Cornei fubdiaphana, antice Ion-
gitudinaliter, postice transverfaliter ftriata. Syst. Nat. XII.
KNORR Vtrzam. VI, D* PI, 4, Fig 3- ?
de M ossel-D oub l e t /t en, 437
Randen , en de Billen ruggelings geboogen. ^ W* „
De Schaal heeft drie Perken, waar van het XLly*
voorde beftaat uit overlangfe , het agterde Hoofd ;
uit byna dwarfe, het middelde uit zeer daau-STÜK*
we of in ’t geheel geene Streepen. Iets der-
gelyks heeft in eenige Oostindifche Mosfel*
tjes plaats.
(262) Mosfel-Doublet, die de Schaal effen ccxxir.-
heeft en de Kleppen met twee Kwabben,
waar van die aan ft Scharnier de lang-vopei-
Jle is en dunjle. Doublet.
„ Uit twee zeer dunne Kleppen bedaat dee»
„ ze Doublet, die byna plat zyn , gelyker-
,, wys de Schubben der Visfchen, zegt Bo-
,, na NNI. Dunfchaalig fchynt zy derhalve
,, genoemd te moeten worden , van buiten
„ ruuw zynde en geel, van binnen Zilverag-
,, tig uit den blaauwen , allengs naar ’t rosfe'
, , trekkende met een weerfchyn. Menvindt-
„ ze overvloedig aan den Oever van Sicilië,
„ by Trapani, alwaar zy» van de Ingezetenen
, , Sartanielh geheten wordt.”
De
(462) Mytulus Test! la-vi, Valvulis bilobis , Lobo Cardinali
longiore tenuioreque. M. L. U. 5+3. N. 140. L ist.
Ceneb♦ 3. B. f. 1. T. 1. f. 2. Bon ANN. Recr. II. T. 58.
Avicüla. EilMPH» Mus. T. 4Ö. f! G. G UAL TH. Test.
T. 94. f. A, B. Avicula live Hirupdo, ARGENV. Conch. T.
24. (19) f. B.. Klein Ojlrac. T. S. f. 1 3 . KNORR Verssant.
IV. D. Pi. 8. f. S. V. D. Pl. 10. f. 1 , 4 . VI. D, Pl. 2 .
■ïïLn.C jn,
I. Deel. XV, Stuk.
®nsp
B Ü Ü H i i i