\
VI. Boereboon - Doublet; en, volgens R umphiüs ,
y 'x x l l ^'en van Bmrdknyper aan geeft. De groot-
Hoofd»' ^en zyn, zo die Autheur aanmerkt, drie en
stuk. vier Duimen lang, doch zo fraay niet als de
kleinere, die beter naar een Tang o f Chinee-
fche Baardnyper gelyken, Deeze zyn een
kleine Vinger lang, wat krom als een Zabel,
donkergraauw o f Aardverwig. Men vindtze
in g.oote Klompen, van zeventig of tagtig,
by een , door middel van een ruig Mos te fa-
men gegroeid zynde. Zodanig is de langte,
omtrent, van dat by G ü a l t h i e r i , ’t welk
veel breeder is, naar reden van de langte,
dan ’t gene ik , volgens een zeer fraay Exemplaar,
op de Tweede Plaat in-’t Vyfde
Deel der Verzameling van gekleurde Hoorens
en Schulpen, ftrekkende tot een Vervolg van
K n o r r , heb doen aftekenen.
xxxn. (3a) Gaaper, die de Schaal gejireept heeft,
'tica ArC~ de Kleppen met twee eenigszins gedoorn'
Noordfch de Ruggen; ’t Scharnier ongetand.
Boontje,
Aan de Kust van Noorwegen, in de Noor-
der-Oceaan, onthoudt zig zodanig een Dou-
bletje, dat de grootte van een Boon heeft en
de Geftalte van eene Noachs Ark, bleek en
ruuw. Van vooren is het Romp en platagtig,
van
(Si) Mya Testä flrlatl, Valvuli» carinis duabus Iplnulofls,
Cardine edentulo, Syst. Nat. XII.
van agteren korter en eenigermaate fcherp. ^ YJ» ^
Het voorRe deel loopt, van de Billen af, uitx xxjl*,
in twee ver aftlandige hoeken, die aan den H o o f d -
voorkant eenigermaate gedoomd zyn, VanSTUK'
binnen is de holligheid Melkwit. Het heeft
naauwlyks een Scharnier.
X X X I I I . H O O F D S T U K .
Refchryving van ’t Geflagt der S c h e e d e n ,
waar in de Geuten, Mesfehechten, Peul»
en Boereboon-Doublettën begreepen zyn.
’t TISToord dSolgra, dat hier tot een Geflagt-Naam.
* ^ naam gebruikt wordt,is zuiver Griekfch,
en heeft, in die Taal, een Geut o f Waterleiding
betekend. By de Heelkundigen werdt
het gebruikt voor die holle Spaanen o f Laaden,
waar in men een gebroken Been of Arm legt;
by de Ontleedkundigen voerde het Kanaal van
*t Ruggemerg deezen naam. Men vindt derhalve
ook, dat de Ouden reeds getwist hebben
, of de Solenes eenkleppig dan veelkleppig
waren gelyk R umphiüs dus de Worm-
buizen Solenes folidi} als uit één Ruk beRaan»
de, getyteld heeft. Thans noemt men flegts
de zodanigen, als die van dit G e f la g tSolenes o f
S c h e e d e n , in ’t Franfch Manches de Cou*
teauxy dat is Meshechten.
JDc
I* XV« /STUK'