VI. Trompethoorens o f Tritons noemt, j-eeds ge ■
XXViUdieild tot Oorlogsbazuinen; gelyk menze nog
H oofd- 'heden, onder de Indiaanen, dikwils daar toe
stuk. bezigt. De Chineezen bakken, zo men verhaalt
, Porfelein van fommige Schulpen, welke
men, ten dien einde, eenigen tyd in de
Grond begraaft. Oneindig is ’t gebruik, dat
’er de Wilden van maaken in de andere We-
reldsdeelen, tot optooijing van hun Lighaam
en Sieraad. Sommigen draagenze in de Oo-
ren, aan den Hals, Armen en Beenen o f om
den Middel: andere Natiën, gelyk de Turken
en Arabieren, verfieren ’er hunne Paardetui-
gen mede. In Europa dienen z y , als bekend
i s , tot veelerley Grotwerken: van fommigen
jworden Tabaks- en Snuifdoozen vervaardigd:
men bekleedt ?er ook wel Tafels mede. Het
Paarlemoer en de Paarlen, die men uit Schulpen
haalt, zyn by ons van veelerley gebruik.
In Vrankryk en Engeland, zegt L i s t
e r , worden de Conchyliën tot het witmaa-
ken van Wafeh gebezigd. De Engelfchen
mesten hunne Landeryen , met Schulpen,
frifch van ?t Strand gehaald. In veele Pro-
vintiën van Vrankryk gebruikt menze om het
Linnen wit te maaken. Hier bezigt men die
Schulpen, welken de Zee opwerpt, veel tot
het vastmaaken van Wegen, Laanen en Voetpaden;
daar z y z i g , 'door verbryzeling, tot
een gelyken elfen Grond fchikken , die te vens
gemakkelyk te bewandelen is* De Oesterscers
en Mosfelfchulpen zyn hier toe aMIè
broofch, en zo dienltig niet als de gemeene xxvi r i .
Strandfchulpjes, zo effen als geribd, welke Hoofd.
laatflen men, in Zeeland, Kokhaanen noemt.STUK-
Van fommige Hoorentjes gelyk de Kauris en
anderen, wordt by vreemde Natiën, inzonderheid
by de Negers aan de Kust van Afrika,
gebruik gemaakt in plaats van Geldfpe-
eie. In ’t algemeen ftrekken z y , in Europa,
tot eene vermaakelyke en duurzaame Liefheb-
bery.
De grootfle nuttigheid , echter , welke Kalk.
men hedendaags van de Schulpen heeft, is,
dat menze, zo hier te Lande als elders, ge'*
bruikt om Kalk van te branden. Men vcr-
zameltze, ten dien einde, aan onze Zeeo
e v e r s , en brengtze naar de plaatfen waar
Kalkovens zyn. Ook worden z y wel naar
andere Landen üitgevoerd. De Heeren Staa-
ten der Vereenigde Nederlanden vonden, in
’t voorfte des Jaars 1730, goed, dien Uitvoer
voor drie Jaaren te verbieden ; om dat de
Noordzee, federt eenige Jaaren, veel minder
dan te vooren, en in ’t Jaar 1729 genoegzaam
geene Schulpen opgeworpen hadt. Zo
ziet men dan het aanbelang van dit oogfchyn-
lyk geringe uitwerpzel der Zee. Op het E iland
Schouwen worden jaarlyks, zo van den
zogenaamden Schelphoek, als van de kant
van Ouwerkerk, tusfchen de twee- en driehoek
j. Deel, xv. Stuk,