VI. agt gegeven, doch zyne Onderdeelingen zyn
XXVIII v00r ons n^et a^en verftaanbaar. P l ini us
H oofd- 'heeft ook daar van geen gebruik gemaakt en
befchryft de Conchyliën flegts volgens eenige
van hem gefielde Geflagten. G e s n e r u s ,
de Oude, die voor twee Eeuwen leefde,
volgt A r i s t o t e l e s in veele opzigten:
doch fielt vier Klasfen, van Eenkleppige,
Tweekleppige, Spiraal gedraaide ( * ) en On-
regelmaatige Conchyliën. In de Eerfte Klas-
fe waren de Patellen en Zee - Ooren, in de
Tweede alle Doubletten, in de Derde alle
zogenaamde Hoorens, in de Vierde de Pokken,
Wormhuisjes, Zee-Appelen, ja zelfs de Zeesterren,
vervat. A ld ro vandus volgde
G e s n e r u s , doch keerde de Orde der Klasfen
o f Hoofdverdeelingen om, en de Vierde
Klasfe nam hy niet in aanmerking. Dus was
zyne Eerfte Klasfe van de Hoorens,! de
Tweede van de Doubletten en de Derde van
de Eenkleppige, waar toe hy de Patellen, Zee-
Ooren en anderen, in welke de Draaijen niet
o f naauwlyks zigtbaar zyn, gelyk de Porfe-
lein-Hoorens, Tepelbakken en Wormhuisjes
o f Pypagtige Kokers betrekt. In ’t algemeene
wordt hy door Joh n s t o n gevolgd, met
eeni-
(*) Tarbinata. Dit zou men gemeenlykTolagtig vertaalen,
doch de betekenis is algeineener, en fchynt dus eigener uitge»
drukt te kunnen worden. Alüs turbinatio F tri, aliis t vet ie
fptcits, zegt PLINIUS.
eenige verfchikking en naauwkeuriger verdèe- 1 VI.
ling der Geflagten. Van C h a r l e t o n , vin*
wiens Naamlyst der Dieren nu honderd JaarHoofd-*
geleeden uitkwam ( * ) , zyn de Eenkleppige , «tu k.
waar toe deeze Autheur veelen betrekt, die
daar niet toe behooren, in ’t midden tusfchen
de Hoorens en Doubletten geplaatst. Hy hadt
veel beter gedaan, aan die Klasfe den naam
te geeven van Onregelmaatige Conchyliën.
In de Tweede Uitgaave van zyn Werk, hoe
zeer vermeerderd, volgt hy niettemin de zelfde
Verdeeling ( f ) .
Omtrent dien zelfden tyd flelde de Heer Methode
M a j o r , Hoogleeraar der Geneeskunde te j0a.
Kie l, een nieuw Syflema der Conchyliën
voor (4.). Hy merkt aan, dat geen der voor- .
gaande Autheuren zig nog behoórlyk had
toegelegd op deezen arbeid. Niettemin is z y ne
Methode gantfch gebrekkelyk; doordien
hy zig aan eene geduurige tweefplitfing ver-
bondt. Twee Klasfen worden ’er maar van .
hem gefield, van Eenkleppige en Meerkleppi-
e e , waar van de laatfle 5p zo wel de Doubletten
als de Veelkleppige, gelyk de Pokken
(BalaniJ bevatten zou. In de Rangfchikking
verdeelt hy de Eenkleppige in zulkeh die de
Mondf*)
Onomasticam Zsicumt Lond. 1S68. Quarto. p. 17S.
( f ) Oxoni*. 1Ó77. in Folio, fub eodem Titulo.
( 4-) Annotationes in Libram F A 1!« G O L U M N <52 ie Pur~
pure. Kiliae, 1675.
D 4