ip8 B E S p H R Y V l N O V A N
VI.
A f h e e i , . XXXilI.
Hoofdstuk.
x x x v n i.
Solen Ra •
diatus.
Eiaaüwe
Zonne-
graal»
C38) Scheede, die de Schaal ovaal, regt en
glad, met een laage Rib overdwars
daar aan gegroeid heeft,
Somtyds noemt men deeze de Purpere, doch
meest de blaauwe Zonnejlraal; ’t welk ruim
zo eigen is , om dat de Kleur altoos naar t
blaauwe o f Violette trekt. De algemeene
naam is afkomftig van de vier witte of wit-
agtig geele Straalen, die altoos van ’t Scharnier
af naar den omtrek loopen, gelyk men
dit in ’t Eerfte Deel van K n o r r s Verzameling
van gekleurde Hoorens en Schulpen, zeer
duidelyk, in Fig. 5- op de Zesde Plaat, kan
zien. Aldaar is opgemerkt, dat de fmalfte
witte Streep, aan de binnenzyde, een foort
van Ribbetje overdwars maakt, dat mede tot
een Kenmerk Arekt van dit flag van Doubletten.
R o m p m u s hadtze Tellina Violacea ge-
tyteld, doch de Geftalte niet alleen, maar ook,
dat zy aan de beide Enden open zyn, geeft
*er gevoeglyker plaats aan onder de Schee-
den. Men vindtze ook overend Kaande in ’t
fyne Zand, alwaar zy aan een Gaatje kenbaar
zyn ; maar niet menigvuldig, en dit maakt«»
ze zeldzaamer dan de gewooneZonneftraalen.
CS9_) Scheef38)
Solen Testa ovali re&a laevi, Costi tiansverfali adnata
dépresfa. M. L. U. +74 *«» R u m ph . Maf. 45. f. E.
G u A L T H . Test. T. 91. f. B. A R GE NV . Coneb. T. 2 5 .
( ti.) f. ï . KNOR K Verzam. !♦ D. fl. 6. f. 5.
(39) Scheede, die de Schaal ovaal en fchuins v i.
gefireept k e ft. X XXU I.
De fyne Voortjes, door welken deeze Dou- SXUKF.°*
biet zig als geroskamd vertoont , geeven ’er xxxrx.
den Latynfehen bynaam aan. Zy beeft de Jfausf '
Schaal Vleefchkleurig of Roozerood met
twee breede witte Straalen, en een kromme zonnc-
inwaards uitfleekende Tand aan het Schar- aal’
nier, dat Kerk uitpuilt. Men vindtze in de
Middellandfche Zee. B o n an n i fpreekt ’er
dus van. „ De Schulp, die R o n d e l e t ius
de Lange noemt, zullen w y , om dat ’er
, , veelen van die langte zyn, liever Chama
,, Peloris tytelen: en wel Chama om dat haa-
,, re Kleppen niet volkomen fluiten; Peloris,
,, om dat menze overvloedig vindt by den
Siciliaanfchen Berg Pelorus, o f , om dat Pe-
„ lor on, volgens A t h e n ^e u s , iets groots
„ en wonderbaars betekent. Zy is evenwel
,, niet zeer groot, maar zeer fchoon van aan-
„ zien, met een witte Kleur aan ’t Scharnier
,, en Roozekleurige Banden, daar twee witte
„ Straalswyze ftreepen van ’ t Scharnier over
„ heen loopen. De Rimpels, waar mede zy
„ als omllingerd is, worden van andere fy-
„ nere
(39) Solen Test! ovali oblique ftriatS. M. L, U. 475. N, 17.
Concha nigta. R o n d , Test. 14. Bo n a n n . Recreat. 2.
T. 77. G UAL TH. Test. T. 91, f. C. ADANS. Sent£. I*
T. 19. f. 2. KNO RB, Vtrzam. VI. D, ï l, 5. f» +*
N 4