VI.
Apdeei .
XLII.
HOOFDSTUK.
CCXII.
O ft reu
Jemi-auri-
Sa. half
ge-porde.
CCXIII.
Oftrea
ferna.
Hain-Oes«
ter.
c :xiv.
Q/fre/f
IJijponum.
ÜVinkel-
(a is } Oester, die de Schaal Eyrondagtig half
ge-Oord en effen heeft , van onderen
fcheef.
Van dit zonderlinge kleine Oestertje , hebbende
de Schaal byna doorfchynende en zeer
fyn in ’t ronde geftreept, geefc G u a l t h i e *
r i de Afbeelding, zeggende dat het van buiten
uit den bruinen groenagtig, van binnen fomtyds
Zilverkleurig is. Het Exemplaar, dat men in
’t Kabinet van de Koningin van Sweeden vondt,
y?as geel Tegelrood. Het komt uit den £qide-
lyken Oceaan, zegt L i n n # üs.
( a i3) Oester, die de Schaal gelykkleppig en
dwars Eyrond ongelyk heeft; aan den.
éénen kant ronder; hét Scharnier metj
een menigte van Groefjes,
Van deqze, die }n de Indiën huisvest, is de
Schaal eenigermaate doorfchynende, van Kleur
als rottig Hout of als Yzer- Roest. Zy heeft
4e Geitajte van een Ham - Doublet.
(214) Oester, die de Schaal gelykkleppig
heeft,
( z iz ) Oftrea Testa ovat$ fcrni-aunta lsvï , lïafi obliqul.
Mus. t . U. t,5 5 - N. 124. GüALTH. Test. T. 84 f. H.
(213) Oftrea Testa xquivalvi obovata inxquali, hincrotun-
diore, Cardine multoties fitlcato, Syst. Hat. XII.
(214) Oftrea Testa spquiyaln Lobolaterali majore, Cardine
multoties fulcato. M. L. ü. 533« N. 120, Jfogonpin, R u M p H.
Hus. T. 47. f.1. GUiLT B. Teft. T. 27. f. A. SBB, Mus*