VI.
Afdeel.
£ xxix
Hoofdstuk.
CLIU.
Spondylus
plicatus.
Geplooide
van L iNnasus deeze Soort heeft afgeleid,
in het Kabinet der Köningen van Sweeden,
•was inzonderheid door de grootte, als van een
Kinderen - Hoofd, de fterke Doornen en Sleuven,
van de voorgaanden verfchillende, hebbende
ook de Ooren niet zeer blykbaar. Dit
alles, echter, ontmoet men ook in fommigc
Westindifche Lazarus - Klappen.
(153) Lazarus - Klap , die de Schaal onge-
Oord en ongedoornd, met Plooijen heeft.,
►
Onder de Oostindifchen komen Lazarus-Klap-
pen voor, die niet gp-Oord noch gedoornd
zyn , maar de Schaal als geplooid hebben.
Dat deeze een byzondere foort uitmaaken is
waarfchynlyker, dan dat zy door R u m p h i ü s
bedoeld zouden zyn met den naam van Barn-
lteen • Oesters. Zy hebben , naamelyk , de
doorfchynendheid noch de Kleur niet van
Barnftecn, en, die R u m p h i ü s zo met zyne
befchryving als met zyne afbeelding bedoelt,
zyn tot het Geflagt der Anomies betrokken,
en my zeer wel bekend. Ik heb ’er, ook,
zodanigen als deeze, die rgod, geel of Oranjekleurig
zyn, waar van G u a l t h i e r i een
zeer goede Afbeelding geefc, onder den naam
van Spondylus met eene taamelyk dikke ge.
ftreepte Schaal, die rjmpelig is en Purperkleurig.
XL. HOOFD-
(i53j Spondylus Telia inaurita miiticä plicata. M. L. U.
511»
VI.
Afdeel»
XL.
Hoofd»!
S T U K .
X L . H O O F D S T U K .
Befchryving van ’t Geflagt der K o m - D o ü -
b l e t t e n , anders Chamte of Cames genaamd.
I -'ke oude benaaming van Chamce wordt al- Naam.
Jf gemeenlyk, door de Samen ftelmaakers
of Rangfchikkers, en zonder eeqige hapering,
vertaald door Gaapers o f Gaap-Doubletten f * ,, t z 'e
tDva t zulks, ec1h ter, m• et ei• gen z y , blykt, 01117W5a. dz* 65 •
dat men een Geflagt van Doubletten heeft,
die weezentlyk altoos gaapen * : aan welken * zie u.
derhalve deeze benaaming eerder toebehoort , '47,
dan aan Doubletten, die maar Chamce genoemd
zouden zyn. om dat zy fomtyds gaapen
; ’t welk alle Doubletten doen. En
fchoón men, wel is waar, de Chamce , op den
Oever, meest gaapende aantreft, gelyk R um-
p h rus zegt ; kan dit doch niet tot een Kenmerk
verftrekken voor de Liefhebbers , die
deeze Schulpen, volmaakt fluitende, in hunne
Kabinetten hebben: ja de benaaming van
Gaapers, in ’t Hoogduitfch Gienmufchlen, komt
aan hun, in dit Geval, gantfch onverftaanbaar
voor. Ook meenen fommigen, dat die van de
hol-
511. N. 80. oftrea Ele&rica. R u m PH. Mus, T. +7.
G oa l ih. Te a. T. pp. f. E. K ri O R R Verzam. I. U. Pi»
6. f. 3. VI. D. Pl. 12. f. 3.