VI. „ De Sepia met agt Armen, welke de fctë-
XLV^ 3> deüdaagfche Grieken Ow/rlSt«, [en wy ge-
Hoofd» Sj meenlyk Polypus noemen * ,] is een doode-
stük. 3J lyk Vyand voor dit Dier ; dewyl z y , zö
rinne- dra hetzelve de Schaal opent; daar in kruipt
v zie ,j en het Schulpdier vernielt* indien zy met
bu'z6o?K” belet wordt. In iéder Schaal, naamelyk;
j, woont een klein weekfehaalig Garnaaltje:
3, ja fomtyds hebben meer dan één zulk Dier-
„ tje daar in haare huisvesting. Terwyl, nu,
„ de Ham-Doublet begint tegaapen, plaatst
, , zig dit Garnaaltje altoos in degaaping, en,
3, wanneer het den Vyand ziet naderen, gaat
3, het aan ’c loopen; door welkè beweeging
3, het Schulpdier gewaarfchoUwd zynde, fluit
3, het zyne Schaal en vermydt zyn Vyand;
3, dus zyn behoud alleen aan dien zeer aan-
3, genaamen Gast toe te fchryven hebbende;
3, Een wonderbaare fchikking van den alwy-
„ zen Schepper! ”
Van dit Krabbetje, dat mén zelfs óm die
reden Pinhophylax o f Pinnóteres, dat is Pinne-
wagter of bewaarder van de Ham-Döublet-
Vifch noemt * en ’t gene ’er de Ouden van
gezegd hebben , heb ik reeds omftandig ge-
t zie fproken f . Het is, inderdaad, wat duifter,
' xni.STUK. ^oe men Huishouding zo naauwkeurig heeft
* 3* ’ kunnen waarneemen , om van zo groot een
óverleg en gedienftigheid verzekerd te zyn in
deeze Schepzelen. Bovendien, dewyl de Pin-
■ het op haare Punt overend ftaan, zo zou het
■ $VQlF
©
sVonderlyk zyn, dat deeze Krabbetjes o f Gar- VI.
paaltjes altoos de Polypus konden zien nade-
ren : want dan moeiten zy geduurig over de Hoofd*
kanten heen kyken , als een Toorenwagter,stuk*
en Rellen zig in het grootfte gevaar, om zelf
vernield te worden, door het fchielyk toefluiten
van de Schulpen. B o n a n n i , evenwel,
verzekert zulks , en R umphius verhaalt
, dat in ieder Ham - Doublet ‘“ Schaal zulk
een Garnaaltje woont, ’t welk door zyne kny-
ping het Dier waarfchouwt voor gevaar o f
om zyne Schaal toe te trekken, wanneer ’er
Aas in de Schaal gevangen is. Zouden niet
deeze Krabbetjes zelf wel het Aas kunnen zyn
van dit Schulpdier ( t ) , en is zulks niet waar-
fchynlyker , dan dat hetzelve , volgens de
Ouden , alleenlyk leeven zou van Water en
Slyk?
(267) Ham -Doublet, die de Schaal met ccLxvir.
flaaU’ rótundatai
Geronde.
(*) In utraque Concha Cancellum femper commorari rèfert
ÏElianus ac Plinius , qui e fumma oiS Test*, quafi e Speen.
Ia vigilans, Piscem pungendo confcium pericnli facit, Recr.
p, 101.
(t; Pinnam pascit, Pinnamque tuetur. Opp 1 a ku s.
Doch hy meende , dat dit Krabbetje voor het Schulpdier
Vifchjes en Wormen ving , en dus hetzelve Voedzel verfchafte.
(167) Firma Testa Squamis obfoletis Margine rotundata.
'M. L. U. 5 4 5 * N. 144. GuALTH. Test, T. 79, f. C. KNoRR
Verzam, II, D. Pl» 23. f. I»