VI.
Afdeel.
XLIV,
Hoofdstuk.
ïaailvislchery,
opgeregt , welke, en wegens het gemak van
de Paarl - Oesters aan den Oever te kunnen
opraapen , en wegens de rykheid derzelven,
thans meest in trein zyn.
Anderszins, en wanneer men op diep leggende
Paarlbanken moet visfchen, zogefchiedt
dit op eene byzondere manier. De Paarldui-
ker gaat uit het Scheepje, dat zy aan zwaare
Steenen als met Ankers vast leggen ; langs
een Touw fomtyds ter diepte van vyftig Vademen
neder, met een Korf of Zak, waar in
zy zo veel Oesters, als hun doenlyk is, op-
raapen. Eenigen tyd te vooren hebben zy
hun Lighaam dagelyks met Olie gefineerd,en
meest drooge o f gebraden Spys gegeten. Zy
klemmen zig de Neus toe, floppen de Ooren
met Boomwol in Olie gedoopt en binden voor
den Mond zekere drooge W ortel, welkeOlie-
agtig is en dus den indrang van ’t Water in
den Mond belet. Eenigen zyn , door de gewoonte
, zo ver gekomen, dat zy hunnen
Adem lang kunnen inhouden ; doch neernen
den Mond vol Olie, waar van z y , onder Water
zynde, nu en dan eens wat uit den Mond
laaten gaan, als hunne Oogen donker worden;
om dus wederom eenig Licht te bekomen.
Sommigen , die de Ademhaaling niet lang onfc-
beeren kunnen, hebben een Lederen Kap op
5t Hoofd, waar aan een lange Pyp is, die boven
de Oppervlakte der Zee uitfteekt en hun
dus nieuwe Lugt verfchaft. Anderen, wederom,
gee
gebruiken een Duikelaars Klok: doch die het ’IHt»
op de eerfte manier kunnen doen, zyn ver de £uvV
bekwaamfte Paarlvisfchers, Ondertusfchen Hoofd.
flaan zy een groot gevaar u it, om gebeten of stuk.
verflonden te worden van verfcheiderley Vis. p“arltn‘
fchen en Zee-Monfters, gelyk groote Poly-
'pusfen, die zig veel op deeze Oesterbanken
bevinden. Eenigen zyn zo kundig, dat zyde
Paarlryke Oesters onder Water van de anderen
weeten te onderfcheiden, die zy dan allen
maar in hunne Zak of Korf doen en boven
brengen. Men heeft de Paarl-Oesters
ook wel met een Net gevifcht, doch dit is
buiten gebruik geraakt; hoewel het dus nog
wel gefchiedt in eenige Rivieren van Bohe-
men, De Oesters, met het Scheepje op ’c
Strand gebragt zynde, worden in ’t Zand be-
graaven, tot dat zy door de Hitte derZonne-
fchyn fterven en gaapen, als wanneer men 5er
de Paarlen uit haalt. Zo begrypt men ligte-
l y k , welk een menigte van volwasfene en
mooglyk v y f of zes-jaarigeOesters, hierdoor
vernield worden. De tyd om te duiken naar
Paarlen is van Oktober tot aan Maart, en de
Oogst valt in ’t ééne Jaar veel beter dan in
’t andere uit.
Ongemeen groot is het onderfcheid der Paar- vcrfchil
len. Men vindt ’er die Peeragtig o f langwer-ien,Paar'
pig en die platagtig of Knolrond zyn. Sommigen
hebben ook een geheel andere Gehalte
o f
I. Deel. XV. stuk
M |§s|gggg|i|p -