
Ilii ■
(I) D i r k S t a a t , 1773. Dit is de eenige, dien wij zagen,
weike ons den tijd aanwijst van dit penningje, en
van den soortgeiijke pi. II (XIX) n° 11.
Jimeliers. Zie Goud- en Zilversmeden.
Keetluiden. Hun giidebrief is van 15 Januari 1611.
Keuren, blz. 208—209. (Ook van 6 Novb. 1640. (Zie
Art. 54). Van 9 Jan. 1645 (Art. 58). Zij hadden een
Onderman en twee Dekens. In 1630 waren er niet minder
dan 63 zoutkeeten. (C e n t e n blz. 64.) Zij bloeiden nog in
1666. (aid. blz. 265).
AVij kennen aan hen (in strijd met de Bevue 1859, p.
105, n° 1 1 1 ), thans een ovalen, geelkoperen, doorboorden,
goed gegraveerden penning (groot 45/34; toe. Zie pl. I
(XAHII) n° 1.
Voorzijde: Een zoutkeet met een zoogenaamde trappen-
gevel en twee boven elkander geplaatste, door schuinsche
daken gedekte openingen. Daar naast een rond oventje met
een opening op den grond. xAlles in een kabelrand.
Keerzijde: Tusschen twee krullen: H e r m e n ] I a n s e n .]
Anno 1672 in een kabelrand.
Kistenmakers en Timmerluyden. Hun gildebrief is van 9
September 1604 , vermeerderd 12 Februari 1614 , 2
November 1627, 10 Juli 1638 en 17 Februari 1649.
Zij badden een Ouderman en drie Overlieden. Volgens
een besluit van 30 Juli 1638 moesten (Art. 9) de 18
het laatst aangekomenen in het gild „de aflijvige gildebroeders
en derzelver vrouwen ter Aerden dragen.“ De
proef der timmerlieden wordt breedvoerig in Art. 13 , die
der Kistenmakers in Art. 14 omschreven.
Hun penningje (pl. I I (XIX) n° 11) vertoont:
Voorzijde : Een timmerman en face (even als de Houtzagers)
met zijn maatstaf.
Keerzijde : Een passer, geflankeerd door een winkelhaak,
een bijl, en daaronder een schaaf. Geel koper (groot 24);
hoog verheven, even als het penningje der Houtzagers.
{voorzijde) A
Kleermakers. Hun gildebrief is van 29 Juni 1573.
Men won het gild met f 12.— (Art. 2). Zij moesten
„gestadelick houden een langh Roer ende een Zijdgeweer,
om de stad te helpen beschermen (Art. 9). Men kent
hun {Cat. B o m , April, 1859, n° 1588, Revue 1874, p.
32, n° 77) een ovalen, geel koperen gegraveerden, doorboorden
begrafenis-draagpenning (groot 45/30) toe.
Voorzijde: Een draagbaar, door acht gestempelde sterre-
tjes omgeven. Daaronder: een gekroonde, geopende, groote
schaar. Alles omgeven door een sterrenrand.
Keerzijde: in vier regels:
A n n o 1651.
-X- m e t * O R D E R *
* VAN * m a g e *
* STA ET *
‘ In clcn Catalogus van v a n O o s t e e d i j k 1862 (n® 1964) worden twee vor-
Bcliillcnclc Tiniinonnans-gildepenningen van Enkhuizen vermeld.