
Uit aller naam stelde de Secretaris J acob V a n d e K e ek e
er dit stroeA®e A®ers, (eene naA®olging van liet vorige) onder:
Zoo dekte uw gezag dit gild, oud burgerlien
Ruym twee en twintig jaar, met roem als overdeken
’t Geen ’t burgerhart erkend, dit ’s uw ten dankplichtsteeken
En heer Ma cq uet ten blijk van welkoom groet ende eer!
De beilzon rijst ten top, men roem dees blijde stond,
De Berkemeier ga, op beider welstand rond
Alen schrijve op ’t puyk metaal: lang leve deze heeren!
V a n Cit t e r s in de rust! M a cq uet in het regeeren!
Kuipers' penning I (1592).
Voorzijde: In bet veld, drie kuiperswerktuigen: een
boor, drie keilen of aan drijvers en een aambeeld, waarboven
een bijltje, hoepels een groote kroon en 1592:
beneden; een bol schildje, waarin de 1 van Middelburg
flauw zichtbaar is. Daarnevens 3—8 (ook 2) op een grooter
doorboord exemplaar (40) als gildenummer: alles in een
dubbelden rand.
Keerzijde: drie kuiperswerktuigen: Een groote bijl, een
kuipershamer en een kuiperspasser. Tusscben de beenen van
den passer de 1 van Aliddelburg: alles in een dubbelden rand.
Rood koper, geslagen (groot 21 en 23). Afgebeeld Mid-
‘ Wij hebben geene oude ordonnantie van de Kuipers gevonden in den
Inv entaris iyia&xaan h e t reg iste r en h e t slot 1556 —1581 nog ontbreckt). E r is
een ord. van 12 Aug. 1494 op h e t maken van h a rin g to n n e n , In v . n® 678.
Inhoud blz. 180—181. In 1509 hadden zij twist met de Biertcerhers. Inv.
n® 954 blz. 257.
delburg plaat 5 of plaat LXV n° 23 en bij Or d e n
pl IX (4) maar daar kleiner (18), beschreven blz. 52.
t o 1858 p. 425 (1°) Kri. Ill blz. 327. Gat. blz. 6o
(336) waar onder n® 337 vermeld wordt dat de ijzeren
Stempels voor beide zijden, nog voorhanden zijn.
I I (1640).
V o o r z i j d e : Een gekroond k u i p e r s aambeeld, links daarvan
drie aandrijvers en recbts een boor. Daaronder ingeslagen
(15) (ook 3 en 30). Verz. V. Ge l d e r .
O m s c h r i f t : B e r n a e r t S e b r e c h b : D e k ( e n ) v . c v ip e r b .
g il . 1640.
K e e r z i j d e : Eene rechte bijl en een kuiperspasser. Daar
tusschen en boven een kromme bijl.
O m s c h r i f t : ® I a n . S a n g n y . o y t . d e k e n . C o r n e l i s .
lA CO B S . B E L E ID E B .
Geel koper, gegoten (groot 29). Bevue 1858 p. 426
(2) 1874, p. 58 n° 168 Zel. III. I I blz. 3 2 6 -3 2 7 Cat.
Oudh. blz. n® 335. Middelburg pl. 5 of pl. LXV n® 24
De oudheden van bet kuipersgild worden in den Oat.
blz. 6 3 - 6 5 (onder n° 3 2 8 -3 3 4 medegedeeld; daaronder
bet ijzermerk om de vaten te branden; de ons bij ’s Gravenhage
(bij de schoenmakers) ook voorgekomen „busse
van ' t e e n Spiegel met vergulde lijst, versierd
. In den Cat. I.e . leest m en, ,,df om daarin hunne penningen te werpen of
te r bewaring der verbeurde boeten.“ De penningen zal de knape wel opgehaald
hebben.