
de begraefnisse, van sijn bij wesen sal können gesien worden.
Soo oock yeinandt bem vergreep, dat hij omme een
ander te verscboonen ofte bij andere redenen twee pennin-
gben overgaf, sal die verbeuren 12 stuyvers; hij die niet
overlevert drie stuyvers.“
Glazenmakers. Zij bekwamen een gildebrief den 30 December
1636, in vereeniging met de Glasschrijvers en de
Schilders , omdat bun werk door buytenluiden verkort werd.
De proef der Schilders bestond in bet maken van een klein
staande „Postuur of Beeltjen“ ; die der Glazenmakers, bij
provisie, in het maken van een Steeck-glas ' , uit drie voorstellen
(Art. 4). Keuren blz. 314—315. C e n t e n blz. 19.
(Zie ook Keuren (Uitg. 1655) blz. 343).
Hunne penningen zijn van pleet en gegraveerd.
a) Voorzijde: Een groot hartvormig schild, waarin een
ruit; alles in een kabelrand vervat.
Keerzijde: J a n | G a s t . {Catal. M u n t e n d a m n° 763).
b) Vtor zijde als a ) , Keerzijde : J a n | d e | G o e i j e (Verz.
M a s c h h a u p t ).
c) Dezelfde Voorzijde:
Keerzijde: M i c h i e l d e G o e j e s (Dl v a n d e e W i l l i g
e n te Haarlem).
zal zeker een soortgelijke geweest z ijn , die nog niet voor den dag is gokomcn.
In eene ordonnantie van 22 Aug. 1642 (Keuren blz. 290) is sprake van den
gezworen Lakenlooder die met Stadts lood loodde.
‘ Zie Cat. Oudh. Gen. te Amsterdam n" 909. Ook te Leeuwarden op do
Wirdummerdijk is nog zulk een steekglas. Zie do afbeelding en Gids voor
de Hist. Tent, van F rie sla n d , blz. 225 n" 19 1877.
Goud- en Zilversmeden. Overeenkomstig het plakkaat der
Algemeene Staten der Vereenigde Nederlanden van 1610
stelde de vereeniging van Enkhuizen den 13 Febr. 1613
een ordonnantie van 45 Artikelen voor hen vast. (C e n t e n
blz. 17. Keuren blz. 274—278.) Hun Deken en gezwore-
nen, ten getale van drie, vergaderden op St. Andries-dag
(Art. 12).
De uitgebreidheid der ordonnanties (van 1 Juli 1613 en
later) voor de Haring- en Vischverkoopers (86 artikelen)
staat in evenredigheid tot het belang dat Enkhuizen bij de
Haringvangst in het bijzonder en bij de Vischvangst in
het algemeen had. Haar wapenschild van lazuur bevat dan
ook faasicijs drie naar de linkerzijde zwemmende haringen
van zilver , waartusschen twee gouden sterren '.
Het gild had 2 Dekens en 2 Cndermannen (Art. 3), benevens
een Secretaris. Zonderling zijn de benamingen die
in Art. 28 aan „quaden of wracken baring“ worden gegeven
A Cok de verschillende benamingen der pakkin-
gen getuigen van den omvang der Haringkooperij. Zoo
lezen wij in Art. 38 van de Rouaansche brand, de Ceidse
‘ Vergelijk hot wapen van Apenrade in de Illu str . Z e itu n g , n ” l i 3 7 ;
2 Sept. 1876. S. 204.
® Do k o rting was voor clke tonne nacht sehamel f 2 .— \ Wanzouten f 2 . \0 ,
Buyssehruit f 3.— , Rootvaen f 2 . - - , Scholhack f 3.— , Piesjes- en Smeul-
h aring f 3.—. Art. 26. Maafjes- of Maskulynharing. Art. 23. Bartholomet-
h a r in g , Cruisharing. A rt. 48. .JacoUharing. De onzuivere (Art. 48) werd met
liot mork )( getockend. Onze Keuren bovatten vele verouderde of minder be-
kcnde woordcn.