
L.I
i Lj:
den ‘. Dat elk poorter maar een ambacht mocht uitoefenen,
werd „met de schelle“ den 4 September 1560 in Sluis ge-
publiceerd {Bijdr. I I , blz. 374—375).
Acht gilden der Makelaars, Yleeschhouwers, Vischkoo-
pers, Cordewaniers, Scheppers, Bakkers, Smeden en Tim-
lieden, bezegelden in 1414 eene acte (V a n D a l e , Een hlih,
blz. 107). Het zegel der Smeden is afgebeeld voor de Naamlijst
°. Men ziet daarop St. Eligius, omringd door een gekroonde
hamer, hoefijzer en nijptang, gezeten in een kapel,
waarboven de zon, maan en een ster, houdende in zijn
rechter band een nijptang en in de linker den bisschopsstaf.
Links van de kapel een gekroonde Smids-hamer en Smids-
tang: recbts daarvan een sleutel, bet aan een haak hangende
wapen van Sluis van zilver met twee golvende fasen van
keel en een gekroonde Smidshamer: alles omsloten door
een sterrenkrans.
Omschrift: V77K DG:H SiHQDe: KfHBAGbjTe: V77H
D SB S SLV S lees: SGCIiVS.
De heiligen der Sluiscbe gilden, volgens V a n D a l e ,
Naamlijst, blz. 24 (blz. 24 (1), waren:
St. Crispijn en St. Crispiniaan der Schoenmakers (Kapel
St. Janskerk).
St. Logier der Coussceppers. (Altaar in St. Jan. 31 Aug.
1523 werden de Droogscheerders onder hen gesteld).
1 F . J . M. J a n io o s , De Republiek der Ver. Nederl. ’s H a g e , 1733, IV, blz. 49.
3 De geelkoperen Stempel behoort aan den heer A n i . N o e s t Az. te Rijssol.
Naaml. h \z ,9—10 alwaar de Smeetoren, Smeestraat, Sweestei/«« vermeld worden.
SLUIS.
Sint Cosmas en Damiaan der Baardemakers, tevens
Bloedlaters.
Sint Elois d e r Smeden. (Kapel in O n z e -V ro uw e k e rk ) .
Sint Adriaan der Timmerlieden. (Als boven en der Arbeiders)
van den Sint Jansdam, met een altaar mSt. Jan.
Sint Vincent der Eruiteniers.
Sint Antonius der Brouwers, Pottehakkers en Wielma-
kers. Later was Sint Catharina de patrones der Wiel- of
Wagenmakers.
St. Lenaard der S c h e p p e r s k n a p e n oi Eleermakersgezellen.
(Altaar in St. Jan.)
St. Jacoh der Eelsenaars {Schoenmakersknapen) (Altaar
in St. Jan).
Sint Cornelis der Groenhouthouwers.
Sint Brandaris waarschijnlijk der Kaarsgieters.
Sint Baerhle {Barlau) der onvrije- en St. Jacob der
vrije Vleeschhouwers {Naamlijst blz. 24.).
Sint Nicolaas der Merseniers en Oudekleerkoopers. In
later eeuw ook die der Vetteivariers, Grutters, Kaarsenmakers,
OUeslagers vnPruihnakers {Naamlijst, blz. 31 en
40). Een rijken J a n M a g n u s de Mersenier vindt men reeds
in 1370.
St. Paidus was in Gent en te Gouda de patroon der
Lijndraaiers, in Sluis Lijnemakers gebeeten. {Naamlijst,
blz. 53). Er bestond aldaar een Lijndraaiersstraat (blz. 34).
Ook de St. Pieter-, St. A n n a - e n St. Nicolaasstraten aliaav,
wijzen op de beschermheiligen van Vissehers en Zeelieden.