den 4 December“ traden van de Dekens twee af. De jongste
gildebroeder was steeds GlldeJcnaap. De entreegelden
Avaren een zilveren Ducaton of f S .— 3 St. Yan Kerstmis
tot 25 Januari stond de pottenbakkerij en bet draaien A®an
potAverk stil (Art. 7). De redenen van deze werkstaking
AV orden niet aangegeven. Was het om het brandgevaar te
verminderen bij vorsttijd? De bijeenkomsten droegen den
naam van Morgenspraken. De prijzen waren vastgesteld:
(Art. 2 i) Het honderd groen of geel f 15.— >. Het gladde
/"II-— 10 St. Het roode f l 2 .—. Buwe testen f lO .— en
het kindergoed f 1.—. De zitdag was op St. Barberendag. Zij
bakten ook pijppotten tegen 7 St. het stuk.
Yan 9 Septb. 1676 tot 9 Septb. 1688 waren vijf Pottenbakkers
hiermede begunstigd. De pijppotten moesten van goede
witte aarde gemaakt worden ter grootte van bet monster op bet
stadhuis bewaard (blz. 220 Art. 1 van 12 August. 1688). Ook
maakte men Suikerpotten (1695) voor de suikerraffinaderijen.
De proef (Art. 26) bestond in bet draaien en verder
opmaken van een kandelaar, een lamp, een spaarpot, een
worpspot en een worpskan. Yóór ’s Yrijdags namiddags 6 ,
nur moesten de pottenbakkers hun vuur in den oven bebben
„omme daarmede voor te komen dat op Sondagen niet
gebakken worde.“ (Ampliatie van 28 Octb. 1684). Ook
’s Maandags morgens vóór zes uren mocht men niet stoken
(Ampliatie van 19 Novb. 1687). Yoor de bosse van de
* Alleen van Friesche Aarde. A rt. 2. Ampliatie van 28 October 1684
blz. 218.
pottenbakkersknechts werden er later, 2 April 1667, bepalingen
vastgesteld, inde Keuren, blz. 221—230 te lezen. Een
règlement voor de Pottenbakkers ter voorkoming van brand
werd den 16 Juli 1712 vastgesteld. {Keurenhh. 230—232).
Aan dit giid behoorden twee fraai gesneden, ovaal, zilveren
Schilden, waarvan een, zijnde het blazoen van den
Gildeknaap ', het eenige thans zoo bet schijnt bestaande,
zieh in de rijke verzameling van den heer P. H. v a n
Ge l d e r te Yelp bevindt. Het is afkomstig uit de nog in
Gouda gevestigde familie Y a n B e n t u m , zooals op het schild
ook wordt vermeld en is ons goedgunstig ter afbeelding op
plaat Gouda I of plaat XXXYHI afgestaan.
Voorzijde: In het midden een médaillon; Avaarin
St. Barbara, dragende in haar rechter band een palmtak,
en in de linker hand een spaarpot: t. w. zulk een, dien
men moest verbrijzelen om bet daarin geworpen geld terug te
bekomen. Zij staat in een duinachtig landscbap. Achter
baar: de spitse gesloten toren met de drie openingen of
vensters van St. Barbara. Omschrift:
S'*. B a e b e e a a s S pa a r p o t *.
Boven het médaillon het gekroond wapen van Gouda;
rechts en links daarvan een zittend engeltje. Een prächtig,
' Cat. Westhopf 1848. blz. 147, n" 4177. Plateelhakkersgild te Gouda
voor de Overlieden, A® 1775. Zilver, 93 wicbtjes; n “ 4178. Als v o re n , iets
anders A® 1775. Z ilv er, 83 wicbtjes.
® Zie de Spaarpot in De Oude Tijd 1 8 7 4 , blz. 129—132, met bet plaatje
„In den witte Spaerpot“ 1613 te Gorkum op den Appeldijk. Zie ook de Uit-
hangteekens I I , 195, en het hoek der Opschriften 135.