
1. Guypers, 1 Deken, 2 Hoofdmans.
2. Chiyurgijns, 1 Deken, 2 Proufmeesters.
3. Laeckenbereyders, 1 Deken, 3 Hoofdmans.
4. Linnentvevers, 1 Deken, 3 Hoofdmans.
5. Schreimverckers, 1 Deken, 2 Hoofdmans.
6. Grofsmits, Slotenmaeckers, Cooperslagers en Sicaert-
vegers, 1 Deken bij beurten en 4 Hoofdmans.
7. Snijders ofte Cleermaeckers, 2 Dekens, 2 Hoofdmans
en 2 Proufvrouwen.
8. Stoeldraeyers, 1 Deken, 2 Hoofdmans.
9 Glaesmaeckers, 1 Deken, 2 Hoofdmans.
10. Mandemaeckers ende Bezemmaeckers, 1 Deken bij
beurten en 2 Hoofdmans.
11. Timmerluyden ende Metselaers, 1 Deken bij beurten
ende ordinaris met elk 2 Hoofdmans.
12. Houtsagers, 1 Deken, 2 Hoofdmans.
13. Boomgaertluyden, 1 Deken, 2 Hoofdmans.
14. Schippers van ’t Groote Veer op Haarlem, Amsterdam,
Middelburg enz. 1 Deken, 4 Hoofdmans.
15. Schippers met Cagerschuiten op Haarlem en Amsterdam,
1 Deken, 2 Hoofdmans.
16. Schippers op Delft, Rotterdam, den Haag, Gouda,
Utrecht, 1 Deken, 2 Hoofdmans.
17. Warmoesluyden, 1 Deken, 2 Hoofdmans.
In 1810 zijn zij d a ar opgeheven. Dio van h e t PamiJcmalcersgilde ontbreken.
Navorscher, X V l blz. 166.
18. Gout- ende Silversmeden. 1 Deken, 1 Keurmeester,
(„die afgaende keurmeester is, met haer beyden noch een
„tweede keurmeester verkiezen“).
19. Apoteeckers, Cruydeniers, en Vettewariers bij beurten,
1 Deken, 3 Hoofdmans.
20. Backers, 1 Deken, 3 Hoofdmans.
21. Schoenmaeckers , 1 Deken , 2 Hoofdmans '.
22. Sijden-Laeckericoopers, 1 Deken, 2 Hoofdmans.
' 23. Vleyshouwers, 1 Deken, 2 Hoofdmans*.
Zonderling is h e t, dat ons * slechts één gildepenning van
Leiden is voorgekomen, want die weike door P e r b e a u
{Bevue 1859 p. 411) aan Leiden worden toegekend, zijn
geene gildepenningen“, en dein de Bevue, 1859 p. 119,
> Een getuigschrift van 14 September 1758 voor een le e rg a st, afgegeven
door den Deken van het Schoenmakers- en HuydenvettersgUd te Leiden deelt
* Oude Tijd 1874 blz. 141 mede.
® Ordonnantie van het Schoolmeestersgild. Leiden 1761. 8 blz. 4‘° is van
20 J a n . 1683 met Ampl. 21 Febr. 1733.
® Ook wijlen de Hoogleeraar Dr. P. 0 . van der Chijs bezat er geen;
evenmin bet Leidscb penningkabinet.
^ Van de V{auvres) 'N{allons).
a) V o o rzijd e : een w e rk b n is , kennelijk a an de drie door de vensters ziclit-
bare weefgetouwen, daaronder 1758.
Keerzijde-. Dc twee ruggelings geplaatste sleutels van k e e l, wapen van
Leiden op zilver; (boven 97) tusschen P. W. (Lood: gest. groot 24).
h) Voorzijde: een sch u it; daaronder 1758 (Lood: gest. groot 24).
Keerzijde: als boven P . W.
c) Met de Leytse veem is reeds als een Amsterdammer Waagdragers penning
beschreven. Zie ook Revue 1859. p. 120.