
fi
Ci
Van dit giid komt dikwijis een rood koperen of ziive-
ren, fraai gestempeide penning (groot 19) voor. Zie piaat
XXXVII D o r d r e c h t n° 2 .
Voorzijde: Het Avapen van Dordrecht van keei met een
paal van zilver, in een compartiment omgeven door bloemen.
Keerzijde: Een balans met schalen, 17—45 b
Omschrift: C o o m a k s ] g i l d e . {Revue, 1858, p. 397.
Revue, 1859, p. 99—100 en G. V . ( a n ) O ( r d b n ) in het
TijdscJirift voor algemeene Munt- en Penningkunde van
V. D. C h u s I , blz. 559—561, v®aar over het ontstaan en
gebruik dezer penningen verschillende gissingen en berichten
worden medegedeeld. Volgens den een, zijn hci presentie-
penningen (de zilveren voor de Hoofdlieden en Dekens, de
koperen voor de algemeene leden) „bij de vergaderingen
van 19 Ju n i 1587 en bevat 30 artikelen. Vele andere stu k k en zijn belangrijk
voor de kennis der bedrijven, wier leden aan het Comans-gilde, b. v.
in 1583, (blz. 11) werden toegevoegd of daarvan afgenomen. „Seemtouwers,
coorencoopers, kennipcoopers (henneq)), kalckvercoopers zullen er niet onder
begrepen z ijn , ma a r wel zij die verkoopen bij cleyne mate en bij h e t pont (tot
25 pond toe) c a e s , h o tte r , o lie , se e p , h a rin c k , b u c k in g , want (aas ? ), greelen
of greele (garnalen) c u y t, bouckweidemeel, v ijgen, rosijne.“ Ook de appointe-
menten van de „Cameere Ju d iciae le “ op de verschillen zijn zeer dienstig om
een hlik te werpen op den inwendigen toostand en de verhouding onderling
der steeds op elk an d er naijverige gilden. Zoo bek la ag t h e t G la zm m aU r s-
g ild in 1575 (blz. 12—13) z ieh, d a t een lid van het Comansgild (in strijd
met de ordonnantie van 13 Octob. 1570) „ alrehande gelassen (glazen) ende
c ru y ck en “ v e rkoopt; de smeden in 1585 dat Comans in weerwil der scheiding
van het j a a r 1453 „daogelicx längs soe meer alrehander spijckercn van 3 , 4
j a van 10 st. het hondort“ verkoopen enz. enz,
‘ Ook zonder ja a r ta l zogt Van Or d e n , t. a. p. blz. 560.
„der stedelijke regering uitgedeeld, en wel alsdan wanneer
„de Gilden opkwamen om de stadsrekening op te nemen.
„Xa afloop daarvan zoude wijn, hier, brood enz. ter koste
„der stad daarvoor zijn afgegeven.“ „Waarschijnlijker, “ zegt
V a n O r d e n , „is een berigt, dat op St. Nicolaasdag de stads-
„bode bij de leden van het Coomansgild omging en aan ieder
„een koperen penning bragt, waarvoor zij dan een schoon
„tarwe- of St. Nioolaasbrood in ruiling kregen; Daarom
„tverd het Coomansgilde ook het St. Nicolaasgild genoemd!"
Onzes inziens, zijn bet eenvoudig presentiepenningen
van het gild bij de gildevergaderingen.
St. Nicolaas was de beschermheilige der kramers. Zijn beeid
b. V. en de balans met schalen vindt men op den Kramersgildepenning
van Antwerpen bij V a n O r d e n pl. VIII (3).
20. Groot Vischkooper sgild. Er bestaan 8 koperen Schilden
van dit gild (volgens overlevering) van 1618—1619.
(Zie Revue 1874 p. 158 en Cat. Delft n° 2778 blz.
11,7—118 de beschrijving daarvan).
21. Appelkoopers- of Fruitgild, ook dat der Eruiteniers
genoemd. Een keur op de Fruiteniers van 1392 is aanwezig '.
‘ De penning van rood koper van dit gild is op eene zijde slechts gegra-
voord; (groot 42). Onder een in g e slag en , een appelboom vertoonend stem-
p o ltje , dc naam van de te Dordrecht geboren en d a ar gestorven fruitvrouw
Magdalena
Goudt
1787.
Tusschen h e t stempeltje en den naam zijn sporen van uitgeslepen le tte rs ,
kennelijk den naam van eene vroegere hezitstcr aanduidende.