
1 Jíl
i i
nog een gild van Leerbereiders en Leeriouicers , die Spaansch
leder en vet leder bereidden. Desgelijks van Zeemleerberei-
ders, docb in 1766 waren deze twee gilden al lang te niet
gegaan. De afbeelding van liet gildecomptoir der Huiden-
koopers c. s. op het Rnsland, nu verdwenen (zie t er
Gouw, Gilden blz. 67) is in de Nederl. Mercurius voor
het jaar 1804, blz. 444, te zien. Gesloopt in 1850. Ordonnantien
hen betreffende , behalve de bij W a g e n a a r IX blz.
153—155 aangehaalde, vindt men in de Nederl. Jaarboeken
(1790 blz. 116, 119—120) van 18 Febr. 1676, 30 Jan.
1787 en 28 Jan. 1790 vermeld. V an Or d e n pl. XVI
n° 4 (blz. 4) en P e r r e a u in de Revue 1858 p. 383 deelen
een geel koperen penning mede, (groot 21 Pl. IV 35).
Voorzijde. Boven: bet wapen van Amsterdam; beneden:
een schoen.
Keerzijde. Boven: een mes en gekroonde eis; beneden:
de naam van den Gildebroeder.
H e t k an zijn dat dit h e t p en n in g je is v a n h e t Oude
Schoenmakers- o f Schoenlappersgilde' , omdat er g e en e
Symbolen der v e r e en ig in g m e t de huidenkoopers en
looiers op vo o rkomen * zoo als op pl. XVI n° 4 , bij
1 Hunne oudst bekende k eu r is volgens W agenaar IX blz. 156 van
1590. Het was even als in Leeuwarden meer een Gildebos dan Gild. Hunne
Ord. C. s. zijn ged ru k t bij S. L amsyeld z. j. 39 blz. 4‘°. Cat. Tent. Amst.
1876 n» 2480 van 1749,
“ Eeu steen met een wapenschild, gedeeld in 3 v a k k e n , waarvan n » ( 1 ) een
mes (2) een schoen en (3) een gekroonde eis b e v a t, Staat boven den ingang
van een afgesloten steegje op ’t Cingel bij de o u d e L e lie s tra a t, met dit onderv
a n Or d e n en op onze plaat IV ( 3 6 ) , (groot 2 1 ).
Voorzijde; doorsneden. Boven: de ossekop, en beneden
een schoen.
Keerzijde 1 6 6 4 en een nummer. Zie v a n Or d e n blz. 81
Maar ook die bij v a n Or d e n pl. XVI n® 6 van geel koper,
geg. (groot 2 3 ,) voorstellende een gekroond krom mes en
eis, wordt in den Cat. S alm n° 5 1 3 7 aan Amsterdam toegekend.
Geel koper. Een exemplaar daarvan (groot 2 3 ) is
op onze pl. IV (3 7 ) .
(Vz. gegoten, Kz. gegraveerd.) Revue 1 8 7 4 p. 1 7 n° 5
heeft op de keerzijde onder een kroon:
W 2 6
Isaac Schreuder
Overman Geworde
den 1 5 December
1 7 8 9 *.
In den Cat. S a lm n° 5 1 3 6 wordt nog een zilveren
(overmans) penning van het Schoenmakersgild te Amsterdam
van 1 6 3 0 (zwaar 1 2 w.) vermeld.
Kalkdragers. Zie noot n° 1 beneden bij Korendragers.
Schrift: T BVVS VA H E T HOVDE SCOVMAKBRS EN SCV LA P PB K S G IL D T 1663 I
Oude Tijd 1874 blz. 257—262. v . D. K e l l e n , Nederlandsche Oudheden,
pl. X V I C. A l b e r ü i n g k T h um t. a. p. blz. 36 (18). S c h e l t e m a , Amst.
Oudh. I hlz. 141. N» 23—2 4 , 8 begrafenisschilden,
' Cat. Tent. Amst. 1876 n “ 2479 als hegrafenispenningen met n “ 28 aan-
gcduid.
= N“ 37 is met een vraagteeken voorzien, omdat deze naam nie t voorkom
op h e t origineele register der Huidenkoopers-, L ooijers-, en Schoenmakers-
gilde, in h e t bezit van den heer P . H. Masch h a u pt .