
S t
u
t i(
(-
nantie op de nering der brouwerij, want een eigenlijk gild
maakten de brouwers nimmer uit. (W a g e n a a r IX blz.
230). Er waren in 1505 9 brouwerijen; in 1620, 15;
in 1621, 18; in 1749, 1 7 , en in 1766, 13.
Het brouwers-collegie en de brouwers kwamen in den
Handboogs-Doelen op den Cingel of Garnalenmarkt bijeen.
De inhoud hunner keuren vermeldt W a g e n a a r IX blz.
231—233. ‘ Een doornen boderoede met zilveren uitein-
den, waarop J. B o l c k m a n , knecht van Broimersgilt, en 9
wapensohilden en dejaartallen 1661, 1665, 1667, 1671,
1675 en 1680, was op de Tentoonstelling van 1858 m A r ti.
Cat. blz. 13 n° 225.
Een prächtige, zilveren, ovale penning (groot 57/47)
van hunne nering, van 1684, (Plaat II n° 14) vertoont
aan de voorzijde een wapenschild, doorsneden door een
balk of omgekeerden spoelingbak, boven twee kruiselings
geplaatste brouwersharken; en beneden een bierkuip.
Boven een open helm. Uit den helmdeken steekt een
brouwersbark uit.
Keerzijde: Deels onder een gekroond op lauwertakken
rüstend biervat, en ook als omschrift, staat het volgende
gegraveerd:
i -
' Over de B ierm a a t zie W agenaak IX blz. 195; de U e rhadenVL b lz .40;
h e t biertappen IX , blz. 41, Do Brom v er ij Scheltema In v . I I . blz. 25. Cat.
Tent. Am st. 1876. No. 2271. Namen der brouwerijen en brouwers in 1734.
No. 2225. Namen der hoofdlieden van h e t Brouwers Collegie 1770—1801.
Oude Voorwerpen. Afteekeningen der Brouwerijen No. 2 2 2 9—2237.
A b r a h a m B a l c k m a n d e n 19 S e p t e m b e r A ° 1684.
Overman in de \ volgende jaare geweest. A° 1700: 1701:
1703: 1704 '.
Bierbeschoeijersgild. Zij werden in 1621 “ tot een gild
gemaakt (W a g e n a a r IX blz. 41 en 118 zegt: „Zij zijn
„luiden die Tappers en anderen voorzien van huitenge-
„brouwen hieren.'-'- Zij mochten alleen op de Bierkaden en
de Nieuwezijds kolk wonen, doch deze laatste bewoners
werden Biersteekers genaamd. In 1766 was dit gild bij na
geheel vervallen. Hun geel koperen, gegoten (groot 27) gilde-
ns VAN O r d e n pennmg, pl. IV (8) blz. 16 , en Bevue
1 8 5 9 p. 3 8 7 (zie onze pl. II n° 1 5 ) stelt twee naar
de linkerzijde loopende mannen voor, die aan een zeel
een vat hier dragen. Aan de keerzijde vertoont de afbeel-
ding bij VAN O r d e n twee ringetjes, om den penning of
de penningplaat op het kleed te hechten.
Bierdragers :
Een der oudste neringen van Amsterdam was de ban-
del in buitengebrouwen en vreemde bieren, tot welker ver-
werking vele banden noodig waren. Het Dragers gilde
komt dan ook reeds in 1 4 5 6 voor, en van bierdragers wordt
in een keur van 2 9 Juli 1 4 6 1 gewaagd b W a g e n a a r zegt
* Gopij eener fraaie a fteekeuing, van den h e er P . H. Ma schh aupt .
* Een penning van 1621 heeft Symbolen van W ijnkoope rs, en k a n dus hu n
niet worden toegekend.
’ Scheltema In v . I hlz. 216. Keur van politie van 22 J an . 1568. Gildebrief
van 4 J a n . 1570 blz. 245. Ord. voor de ziekenbus 17 Maart 1575 hlz. 254.
Cat. Tent. Am st. 1876 No. 2370—2371.
[;h