
i; J
12. Bakkersgild. Stukken van 1630—1775, benevens
eene oude perkamenten ordonnantie op het St. Aushaerts
{Auhertus) of Bakkersgild , en eene van 23 Jan. 1504 voor
de Cammyndragers. (Een zilveren bus van 1789 van dit
gild is in het Archief A®an Dordrecht. Cai. Delft n° 1592).
13. Wollemoevers-, Droogscheerders- of Lakenbereidersgild,
ook genoemd van SS. Vitus en Modestus. Keurboek
A'an 1642—1738 enz.
14. Chirurgijnsgild.
15. Ruistimmerliedengild. Perkamenten stukken uit de
14®, 15® en 16® eeuw.
16. Kuipers- of St. Ewouts gild. Stukken van de 15® eeuw
tot 1796 '.
Men kent aan Dordrecht toe een rood koperen, flauw
gegraveerde penning (van 21 grootte):
Voorzijde: Hamer en dissel (Kuipersgereedschappen) :
omgeven door eene guirlande van eikenloof.
Keerzijde in zes regels: Mr| C o k n e l i s | v a n d e n | V E L D E j
den 23 maij\ 1713/ (Zie Revue 1874, p. 31, 32 n° 72)
Het schijnt echter dat deze penning te Amsterdam te huis behoort.
Zie aldaar pl. V 53, blz. 72. 7. Amsterdam. Een zilveren
bus van 1773. {Cat. Delft n° 1592) en zes koperen Schilden
(beschilderd met de Dordsche Stedemaagd en Kuipersgereedschappen)
van 1789 {Cat. Delft n° 514) zijn in het
Archief van Dordrecht. De zilveren gedenkpenning (zie
Zie Van Lennep eu Ter Godw, I I Mz. 106.
beneden blz. 207) van dit gild van 1722 is merkwaardig, ook
omdat dergelijke stukken ons elders niet zijn voorgekomen.
17. Schrijnwerkersgild. Keur van 24 April 1643. Von-
nis van 1573.
18. Metselaarsgild. Stukken van 1575—1792 der Metselaars,
Leidekkers, Tegeldekkers.
Een Metselaars-giidepenning A®an 1753 in bet Archief van
Dordrecht, volgens Cat. Delft n° 1593, is benevens de
scbilden te vergeefs ter opname aangevraagd. Hun begra-
fenis-vaandel van 1685 is in het Kon. Oudheidk. Gen. te
Amst. Cat. (oud) n° 908.
19. Kramers- of Comansgild, ook Maersche of St. N icolaasgild
genaamd ’.
De Keuren van dit gild loopen van 1367—1764. Hun
Keur en Ordonnantieboek is in 1785 te Dordrecht gedrukt *.
De leden heette men Maersluyden.
* Over Kom an zie de Navorscher N N l \>\z. —51 en Alberdingk Thijm,
He t Amsterd. Kuipersgild blz. 32 (1).
= He t verscheen g ed ru k t bij Pieter Van Braam, Ordinaris Stadsdrukker
van D o rd re c h t, als h e t K eu r - en ordonnantieboek van het Coomans-gilde hinnen
Dordreclit. N a a r deszelfs oorspronkelijk keurboek letterlijk a f geschreven,
(blijkens de voorrcde door A. A. Tan Moerbeek, Le e ra a r onder de Doopsgezinden
te Dordrecht). Deze belangrpke verzameling beslaat 72 bladzijden
folio, en bevat 48 s tu k k en , van 1367 to t 9 Maart 1764. Onder de merkwaar-
digsten behoort h e t oudste. Een la te r gesteld opschrift noemt het eene „Copije-
a c t e , “ waarbij geregelt wordt de Oorsaeck, N u ttig h e id t ende ’t R echt van ’t
„Comansgilde.“ Het bevatte een verbod „d at nyeinant binnen Dordrecht Coop-
„manscliap van niarserien {merceries) noch anders grouer ware als hier ende
„oock anderssins noch van ghecnre vetten wäre als daer toe behoort, hantee-
„rcn en s a l , hye sij p o o rte r“ enz. De voornaamste constituticve ordonnantie is