
456 TOEVOEGSELS.
aan de overzijde van het Spaarne, eigendom van J o h a n
C l a e s z L o o , burgemeester van Haarlem 1623—1651,
deken van het Bromversgild in 1645. De beer C . J . G ö n n
e t deelt in De Oude Tijd 1873, blz. 43, bijzonderheden
over eene afbeelding dier brouwerij mede. (Die Schilderij
is tbans in het bezit van het Arcbief der stad Haarlem.) Aidaar
wordt blz. 45 vermeld de brouwerij de Olifant aan bet Sparen ;
blz, 120 bet Seehart 1650, en de drie Klaveren, vóór 1621 bestaande
: blz. 121 (fo klimmende Leeuwen 1612, blz. 12 3 de Passer
, blz. 218 eie Engel, welke alien te Haarlem bestaan hebben.
Blz. 173, Garenreedersgild. Het officieele Boek der merken
van dit gild, in het bezit van Dr. C. E k a m a te
Haarlem, en de prentkunst van I z a a k Y a n d e h V in n e ,
beheizende etiketten, met de namen van fabrikanten (Haarlemsche
AVevers), nu in het bezit van het Archief dier stad,
worden vermeld in De Oude Tijd 1873 blz. 126.
Blz. 179 —180, St. Lucasgildeboek 1637. Uitgegeven in
Maart 1878, door den heer C . J . G ö n n e t , Adj.-Archivaris
van Haarlem, met een voorafspraak (66 blz. 4to), in het
Archief der Nederl. Kunstgeschiedenis. Over den jaariijkschen
gildemaaltijd zie De Oude Tijd 1873 blz. 251.
Blz. 181 en elders: Symphronianus c. s. Afgebeeld in het
Magasin Pittoresque, Février, 1878 p. 6 4 , naar de vier
beeiden van Claudio, Nicostrato, Sinfariano en Castorio,
die ik ook in Oct. 1871 te Florence, aan de buitenzijde
van het Or San Michele, te samen in een nis door N a n n i
DI A n t o n io d i B a n c o gehouwen, bewonderde.
t o e v o e g s e l s . 457
Blz. 182, Lakenbereidersgild. Had zijn gildehuis in de
Vlamingstraat te Haarlem, en in 1546 een altaar in de
St. Bavokerk, waarvoor M a e r t e n V a n H e e m s k e e k een
tripticon maakte. Zie G ö n n e t in De Oude Tijd 1873,
blz. 2 1 9 , waar blz. 219—220 dit kreupelrijm uit het
Slijphuis wordt medegedeeld:
Het oudt vermaarde Gildt van Laaken berijders
Geoeffent lange tijd door menigbt van arrebijders,
Is op een nieuw herstigt, in ’t jaer van vijftienhondert
En onder St. Lievijn, so ’t oud gildschrift uytsondert,
Met schoone keur vereerd van den eerbaren Raad:
Judocus en Levijn in ’t oude Gildtboek staat
Bij een verbonden , so thoonen deseive boeken,
En doen aanwijsing om na ouder keur te soeken.
Anno 1658 den 8 Augustus.
AVaarbij de beer G ö n n e t , blz. 220, aanteekent, dat
St. Jodocus de patroon was der Droogscheerders , die een
altaar hem toegewijd in de Groote kerk hadden en dat
St. L iv ijn , de patroon van Brabant, in Haarlem bij deze
Lakenwevers (waarvan velen uit Brabant stamden) bijzonder
vereerd werd.
Blz 191 reg. 3 v- b. staat: vinkelaar, lees: rinkelaar.
Blz. 1 9 2 , 7 V. b. staat: 9 — 1 0 , lees 9 — 1 1 en staat:
XXX IV—XXXV, lees: XXXIV—XXXVI.
Delft. St. Lucasgild. blz. 212 (3). De titel is; De Meesterboeken
van het St. Lucas-gild te Delft van 1618 tot 1714