
¡1 ■■
Het S(clieepsmagazijn) had 3 brandspuiten, t. a. p. blz. 275.
Voorz. Als boven, maar daarbij geen S, maar tusschen
twee kruiselings geplaatste ankers, M. A (Ma|
rinewerf?) Ma| gazijn ?
Keerz. Z. n°. 3. Yerg. Cat. Hist. Tent, van Amst. 1876.
n° 669, 670 (gegoten en gegraveerd als van de Marinewerf).
Anatomie. W a g e n a a r V ili blz. 6 9 4 zegt ' , „dat reeds in
1 5 5 0 de Anatomie of ontleedkunde in Amsterdam openlijk
werd geoefend„ ten dienste der Chirurgijns, die echter toen
nog geen afzonderlijk gild uitmaakten. Na vele verplaat-
singen der ontleedkamer, verkreeg het Chirurgijnsgild in
1 6 9 0 verlof om op de St. Antonis Waag een nieuw Theatrum
Anatomicum te mögen oprichten, dat in 1 6 9 1 tot stand kwam
(K ok II blz. 4 1 4 ) . De inrichting daarvan werd nog den 2 8
Jan. 1 7 5 2 bij ’t Gerecht goedgekeurd. Een vierkant looden
penningje, eenzijdig, bevat in een krans de letters
U U
0 U H
A N A
T O M
Even als in Utrecht (zie beneden) zal dit een toegang-
loodje voor de Anatomie zijn geweest h
, > Vergelijk Sch e l t em a , In v e n ta r is , I blz. 210 (op 15 5 5 , 13 M aa rt), toen
koning Pbilips b e t Cbirurgijnsgild vergunning g a f om b e t lijk van eenen te
Amsterdam geexeouteerde te anatomiseeren.
’ Verz. van den b e er P . H. Maschhaupt te Amsterdam. De beteekenis
van U U 0 U H ontsnapt ons. B r is een S amenspraak der Dooden tusschen
Apothekers '. Onder de bepalingen (door W a g e n a a r
VIII blz. 689 opgesomd), welke aan het uitoefenen van
het Apothekers beroep verbonden waren, behoort ook
hunne verplichting om bij hunne intrede in het gild hon-
derd gulden tot onderhoud van den Hortus Medicus of
Artsenijtuin te geven, alsmede f 4:10: jaarlijks voor
dien tuin.
P b r r e a u , Revue 1858 p. 386 wyst aan de Apothekers
den toegangspenning tot den Hortus Medicus van 1684
toe, afgebeeld bij v a n O r d e n pl. I I (1) en beschreven
blz. 12 , die echter aan de Chirurgijns hehoort. Aan hen ®
hehooren de volgende penningen:
a) Voorzijde. Een hand aan de rechterzijde van den
Hippocrates en IIu c ten Diinus (sic ), zijnde dit h e t devys bij h e t steenen ge-
ra am te , boven den ondersten ingang der Anatomie (blz. 1—12); d a arn a volgt
de klagende H ip p o c ra te s , vertroost door Ä p p r o b a tu s , 6 bladzijden enz. enz.
Een der s tu k je s d ra ag t den datum 22 Dec. 1728. Zie ook b eneden: Chirurgigns.
' Zie over b u n gild W a g en a a r , V I I I blz. 683—685. In 1638 werden zij
van h e t K ramersgild gesobeiden. In 1726 verscheen de Pharmacopaea Amstelo-
damensis renovata in b e t La tijn en Nederduitsch.
" Cat. Hist. Tent. Amst. 1876 komen voor No. 2740 A“ 1684 van Dr. F e a n -
c is c u s B b l l a n g e e , en No. 2741, A" 1685 van P i e t e r d e W o l e f (beiden als v a n
O rd e n pl. I I (1 ), ma a r met de opm e rk in g , d a t h e t waarschijuipk de oude
Toegangspenningen voor de Doctoren zijn. Merkwaardig was ook a ld a a r de
fraaie zilveren dergelijke p e n n in g , ingezonden door J h r. M. J . H d y d e c o p e r
VAN M a a r s e v e e n (Cat. No. 2738), w a a ro p , gegraveerd aan da keerzijde op
een tab le au ; H '. J o a n | Huydeooopeij en d a a ro n d e r; B.(egerend) B v rG 'en Raadl
H l vanI Maerseveen 16—8 4 , en op de voorzijde, H o rti Medici oommissarius
(Zie p la a t X I , 123) Waarschijnlijk de oude toegangspenning yoov de Curatoren.