
Deze beiden waren gemakkelijk te classificeren; moeie-
lijker waren de derde en vierde.
3) Voorzijde: Eene boog op steel staande bloem {de roos
van Jericho j . Omscbrift: D e b u e r d t v a n I ericho ov
daarboven, eene in zwijm gevalien in eeu ziekeninand nedergelegde vrouw,
die door een ander man gelaafd wordt. Hooger op , een man met een hellebaard
en een matroos , k e n b a a r aan zijn muta met een piek op den scbouder. Links
da arvan een juiehende en eene dankzeggende v ro uw ; daar tusschen een bond.
In bet middeu drie personen, een matroos en eeu uitgehongerde Le id en a ar,
die een schaap bij de a chterste pooten omhoog h o u d e n ; d a ar tusschen of ach te
r, eeu gedekt man met een stu k brood in de opgeheven re ch te r hand en met
de linker hand in dankzeggende bonding. L in k s , een uitgehongerde krijgsman
nedergezegen op zijn m u sk et, dat hij nog met de lin k e rh a n d omklemt. Naast
h em , een moeder met twee k inde ren; d a a r ach ter eene in zwijm gevalien
v ro uw , een matroos en nog vier vrouwen, waaronder twee s ta a n d e n , die aan
een aal trek k eu met zulk eene hevigheid dat het bleed er u it spat. Nevens
h a a r een toesnellende jongen. Tusschen deze groepen nog een p a a r gevalien
mannen.
Kee rzijde : Encadrement als van de Voorzijde. Onder de L i e fd e , nu in de
lin k e r hand de rol houdende 10 M(aand) 1574 3 D(ag) = (3 October 1574)
Onder een H n t: Eene zeer aanschouwelijke voorstelling van h e t binnenkomen
der schepen längs het Vliet op genoemden dag. Drie koperen schildjes zijn
aan het kostbaar s tu k gehecht. Links 1. Voorzijde: tusschen vier krullen
Leg 1 den. Keerzijde: De verhoogde slang a an het k ru is tusschen twee bloemen.
2. Voorzijde: Drie hav ik s? koppen. Keerzijde: D | G, ook als losse letters
a an h e t schild gehecht. 3. Voorzijde: De hollandsche leeuw. Keerzijde-. De
kruiselings gelegde Leidsche St. Pieters-sleutels.
‘ Ik meen dat de legende deze is „dat deze roos van J e r ic h o , gedroogd
overgehracht, in wa ter gelegd zieh in d e n k e rstn ach t zal ontvouwen. Voor lan gen
tijd (wanneer?) kwam er eene Duitsche novolle u it met dien titel. Het
ontluiken der roos wordt op de tite lp la a t der Ned. ve rtaling van deze novelle
voorgesteld.
b e g r a e ( f n ) i s . Keerzijde: I D W verbonden : omscbrift,
A° 1691 Om t e d r a g e n . Koper, gegoten (groot 22) (Bom
1873 n® 4984 blz. 230 Leidscb-Kabinet) Bevue 1874 p.
72 n° 221. Zie Leiden pl. 2 of pl. XLYIII n° 2.
Deze bunrt vonden wij bij Or l e r s (1614) blz. 48
(1641) blz. 67, beiden onder n° 27 der Gbebuyrten der
stadt Leyden aldus vermeld.
27. De Graeflicbeyt van Jerusalem ende J e r ic h o begint
aen het Steenscbuyr begrijpende de Broertgens graft aan
beyde de zijden de halve Blaeuwe steghe, de halve Backer-
stegbe en de halve Segersteghe.
Deze naamlijst deed ons ook den vierden, voor ons en
anderen lang raadselachtigen penning, in de collectie van
den heer F. H. M a s c h h a u p t te Amsterdam herkennen.
Bij Or d e r s vonden wij tocb (1614 blz. 50) onder n 60
als Leidsche buurt: D e W il d e Y e l uw e „begint van de
Pollen bruggbe loopende totten houk van den ouden Rijn
opte Wtergraft Wterste toe. In den druk van 1641 blz. 69
lezen wij nog, dat de Wilde Velmve aen tween is geplitst
met Oost ende West.
De looden gegoten (groot 25) vierde penning vertoont:
Voorzijde: den naar de linker zijde klimmenden, gekroonden
Ilollandschen leeuw; tusschen 5—6 (1656?). Daaronder:
0(sTER V e e lw e {Ooster Veluwe).
> Hot lettermerk (zie plaat) kan z ijn : De W ijk van le n cU o , of een naam
van den dragor.