
gild te Goes , in den te weinig , buiten Zeeland , bekende :
Zeeutvsche Volksalmanak voor het jaar 1847, blz. 3—36.
Volgens bet eerstgenoemde werk (blz. 146) bestonden er,
te Goes in 1609 elf boofdgilden, waarnevens nog enkele
anderen, zonder dat men bepaald kan aan wijzen waarom
deze elf juist boofdgilden genoemd werden.
Het eerste g ild, omdat bet bij de processies op den
Sacramentsdag altijd de eerste plaats innam achter dat
geestelijk gild, dat het beeid van Onze Lieve Vrouwe
moest rondvoeren, was bet Smedengild ‘. De zoo even
vermelde monographie ontheft ons van de verplichting om
daarover hier uit te weiden. Het volgende zij genoeg:
Het St. Eligius, St. Logs of Smedengild bevatte eens de
Slotenmakers, Stal- of Eoefsmeden, Zilversmeden, Goudsmeden,
Glazenmakers, Tinnegieters, Loodgieters, Horlo-
giemakers, Koperslagers en Messenmakers ( P i c c a r d t , Bijz.
blz. 147). In den Catalogus (F. blz. 44) worden daar nog bijgevoegd
de Oudijzerverkoopers, maar de Messenmakers weg-
gelaten, terwijl daar vermeld wordt, dat de Snaphaan- en
Zijdgeweermakers uitdrukkelijk er van waren uitgesloten b
ders (blz. 11—14). Bestuurders en Beambten van het Gild (blz. 14—19).
Voorrechten der Gildebroeders (blz. 19—21). Verplichtingen der Gildebroeders
(blz. 21—23). Proeven (blz. 32—26). Fondsen (blz. 26—29). Maaltijden en
uitspanningen (blz. 29—35). Be sluit (blz. 35—36).
' Ook in Groningen was hot Smedengild „het eerste gilde.“
- P i c c a r d t blz. 147 Ceb). De opgaven zijn niet in elke ordonnantie de-
zelfden. De lijst van 1661 ia_ minder rijk dan die van 1789. De eerste ordonnantie
is van 1586. Cat. biz. 44. R ekeningboeken, 1688—1731 en 1786 1798.
Gelijk bijna al de gildepenningen van het kleine Goes,
zoo is ook de gildepenning der Smeden dier stad zeer
eenvoudig.
I. Voorzijde: In kabelrand, Smede G ild e ',e n daaronder
een lijkbaar op een geruiten grond staande. Op de pelle of
bet lijkkleed een gekroonde hamer en 16—76 gegraveerd.
Keerzijde: Acht punten en het nummer (8). Goes plaat
LX X IX , (1), gegoten en doorboord (groot 28)*. Bevue
1874 37 n° 92 (4). Geel koper.
II. Voorzijde: Len gekroonde voorslagbamer, die het
jaartal 16—37 scheidt.
Keerzijde : Smede Gilde ; daaronder een gildemimmer (7).
Geel koper, gegoten, doorboord. (Grootte 25). Zìo Bevue 1874
p. 37 n° 93 (3) en Goes pl. LXXIX (2).
1 Yolgens den Cat. blz 4 5 , zijn d a arvan nog 20 op b e t Stadhuis voorhanden.
Een d aarvan (met n® 10) werd ons met 12 andere gildepenningen van
Goes weiwiiiend door h e t Edel Achtb. Bestuur dier stad ten geschenke a an geboden,
waardoor wij ons we rk met afbeeldingen n a a r de stu k k en genomen
konden verrijken. Hiervoor zij den gever openlijk h ie r dank toegebracht.
2 Hegen koperen h egrafenispenningen zijn op h e t stadhuis te Goes voorhanden.
Zie ook: Zeemosche Volks A lm a n a k 1847. hlz, 35. De twee zilveren schiiden
(Cat. V I hlz. 45. .^. V. Alm a n . 1847 blz. 34) ( b o v e n welke zieh een losse k r ^ n
bevindt) vertoonen een aambeeld gedreven of g ew e rk t, met twee dergelijke
zilveren hamertjes d a araan gehecht. Een zilveren k e ttin g diende om z e , aan
elkander g eh e ch t, te r wederzijden van de doodkist te doen hangen, Aehterop
staan eenige namen en h e t ja a r ta l 1688, toen men de onde gUdeschilden had
doen vermaken en drijven. Een K n ap en -wap en , bestaande u it twee zUveren
voorhamers aan een zilveren kroon met h e t ja a r ta l 1654, is nog voorhanden.
Cat. V I I blz. 45. Vergelijk Z. V. A im . 1847 blz. 34. De ordonnantie op het
Gecombineerd Smedengilde is in 1789 g edrukt.