
kiW :i
Eliii
I 'i
'i'll;
t :
Keerztjcle XWiJBRANT R v y e r d t T o l l e n a e r . N . B . ( 2 4 ) .
2) HS. pl. XLI (3) 1696 Y a co bus Y ac(o) p s N B.
(groot 20).
3) Cat. Tent, n® 2608 doorboord. 1714| D ir c k K l a a s e .
N. D. K. B. (groot 23).
4) 1749. Den 8 Xovem. J a n K oops. N . B.
5) 1755| den I Maart] Fikke van] der Veen. N B Plaat
VII 82.
6) 1764 met H e n d r ik t e n B r o e k . N . B. Cat. V o u t e ,
n° 1443. Revue 1. c. n° 14.
7) 1782. den 29 Junij G e r r it H am e r . N B.
8 ) A 1793. Den 23®'Feb. J acob S t e e p e n s . X B (22).
Verz. P. H. v a n G e l d e r .
Kamper Steiger.
(Cat. Tent. 2606 3 stuks) 1761—1776.
1761. (den 20 Junij) P ie t e r W e s s e n s . K S als HS
pl. XXXIX n° 3).
2) 1776. (24 Februii) D ir k Co e e s e n D ir k s z . K S. Cat.
F o k k e r n° 1563. Cat. Tent. n° 2606.
3) 1776. 27 Julij J o h a n n e s B l a t . K S (n® 2606).
4) Voorzijde: Het scheepje met een langen wimpel en
een klein vlagje op het roer. (Plaat VII n° 83;.
Keerzijde: 1111] 22 Maart] Barnardus| v a n Coeverden
K S (Verz. van Jhr. M. A. S noeck te ’s Hertogenbosch).
5) A" 1786. Den 28®' Janu.\ T e u n is d e | I a g e r K S.
(Groot 21). Zie plaat VII n° 84.
6) Nieuwer penning met grooter vlag op het roer.
AMSTERDAM. 99
Keerzijde: Als omschrift W il l em W e n s e l : 14 D e c b. =
1811. K S. (Verz. Jhr. S noeck). Zie plaat VIII n° 85.
Amstel Sluis.
Cat. Tent. 2609. 1) 1776 22 Junij W il l em N ie uw e n -
HUYSBN A S.
2) 1778] 28 Febr. Lodeivijk Severyn A S. (Groot 23).
Zie plaat VIII n° 86.
Opmerkelijk is h e t, dat al die penningjes een zeker teeken
(zie de platen) boven het h a rt, waarin de voorletters
van de namen staan, vertoonen. Het heeft wel iets van
een vaantje of windwijzer, en is als zoodanig voor den
schuitenvoerder een gepast teeken. Wij vonden ergens dit
teeken een Mercuriusteeken genoemd.
In de Verz. Ma sc h h a u p t bevindt zicb nog een G. K.
ilauw gegraveerde penning (25). (Afgebeeld plaat VIII
n° 87).
Voorzijde: In een bladerenkrans, gescbeiden door vier
oogen (als teekenen van het compas of der vier hoofdwind-
streken), een zeilend scheepje zonder stuurman, met de vlag
van Amsterdam op het roer tusschen het jaartal 16—48.
Keerzijde: Een boer (zinspeling op ’s mans naam) met
een grijp (hooi- of mestvork op den rechter schouder), met
zijn bond uit zijn huis gaande. Met de linkerhand houdt
hij eene tabakspijp vast. Daarboven is een flesch; daar-
beneden een k a n , tabaksdoos (?) en tweede pijp. Links
boven, leest men: VERRET (dat is F r e d e e ik ) d e ] B o e r .
Daaronder H (een merk) C.] H. S, (Harlinger Steiger).