
:
. s %
I
lli:
:ih„
U t il e e t D e c o e u h .
(Nuttig en AVelstaande).
In de afsnede: CIOIOCCLXII = 1762. Eevue 1859
p 75, n° 3. Alkmaar 2 pl. XVII n° 6 '.
Den 1 Januari 1690 ging de regeering van Alkmaar
een accoord aan met den bekenden J a n v a n d e e I I e y d e n
en J a n v a n d e r H e y d e n d e J o n g e , generale brandmeesters
der stad Amsterdam, over het leveren van drie groote
slang-brandspuiten en het onderhoud van dezen, alsmede van
eene reeds geleverde brandspuit. (S c h elt em a t. a. p. blz.
150 n® 88). De Brandweer te Alkmaar gebruikte den volgenden
geelkoperen, gestempelden, presentiepenning (gr. 29) *:
Voorzijde: Het gekroonde wapenschild van Alkmaar,
met twee leeuwen ais schildhouders.
Daaronder n° 3 (ook gestempeld).
Keerzijde: Eene brandspuit omgeven door eene slang.
Daarboven het nummerplaatje van den spuitgast. Zie Allc-
maar 2 plaat XVII n® 7.
' E r b e staat nog een gegoten loodje (groot 1 7 ) . Voorzijde: De burcbt met
de tinnen. Keerzijde-. Een hoefijzer , waarboven 40. Caí. v a k G e l d e r n" 4515,
als Loodje van A lkm a a r , maar Cat. M S . n® 1 van den kolonel P r o s p e r M a l -
L IE T te B ru s se l, als van de Maréchaux ferrants d'Alkm a a r. Hot steeds voorkomen
van h e t cijfer 40 doet er ons eerder een loodje in zien e n , in verband
met het hoefijzer, een passage of tolloodje voor een weg bij Alkmaar.
2 Het is ons opgevallen hoe de brandspuitspenningen van dien tijd niet
alleen alien bijna dezelfde voorstellingen h ebben, maar ook in gravure ovor-
ocnkomen. Leverde de firma v a n d e r H e y d e n die ook, tegelijk met do
sp u iten ? Zoo j a , dan is liet raadsel opgelost.
De vergaderingen en feestmalen der Alkmaarsche Gilden
werden in de 16e eeuw op het Stadhuis gehouden; en
hoe vroeg die laatsten reeds aanvingen kan daaruit blijken,
dat, den 14 Juni 1555, door de Vroedschap besloten
werd, dat dit nog wel zon toegelaten worden, mits men
op Heiligen dagen zoude wachten tot dat de Ilooge Mis
gedaan was ( E i k e l e n b e r g c . s . I I blz. 126). Acht jaren
later, bij resolutie van 23 Maart 1563, werd besloten,
dat de Gilden geene vergaderingen op het Stadhuis meer
zouden houden , maar beneden in de school, (aid. blz. 342).
Het Verslag over het jaar 1875 der Commissie van toezicht.
(Voorzitter C. AV. B r u in v i s . Secretaris J. J. d e G e l d e r )
over het Stedelijk Museum te Alkmaar (Alkmaar, H.
Cost er & Zoon 1876, 16 blz.) vermeldt nog de volgende
daarin aanwezige gilde-voorwerpen:
(Blz. 5). Een begrafenisschild van bet Gruttersgilde 1658 \
Eenige gevelsteenen, afkomstig van bet Zakkendragers-
huis, 1643 A
(Blz. 6). Zilveren plaat, behoorende tot de door het
Zilversmidsgilde bekostigde iiitmonstering van den tamboer-
majoor der schutterij in 1785 A
* Is eon op koper gesobilclerde afbeelding eener g ru tte r ij, zonder m e e r, in
sobildvorm.
2 Dit Imis was een aardig gebouw u it de 18‘>' eeuw en w e rd , om p la a ts to
maken voor bet Noord-Hollandsch K a n a a l , gesloopt. Dc steenen stellen bet
stadswapen, eon z akkendrager en bet ja a r ta l voor. De z ak k en d rag e rs , ofschoon
to t nu too eene corporatie of w e r k co rp s , vormden in Alkmaar nooit een gild.
2 F ra a i bewerkt ten behoeve van den pronkpop van elke s c h u tte rij, vooral
I:,
I