
St. Eloyen St. Loyen' of Smidsgilde
Hiertoe bebooren de Grof en Klein Smids, Slotenmnkers,
Koperslagers en Boeretimakers. Als een der oudste Amsterdammer
gilden moet het reeds vroeg in de 15e eeuw, „of
eerder“, zegt W a g e n a a r IX blz. 109, tot stand zijn gekomen.
Een der oudste keuren er van is van 1491 (14 December).
Even als elders (zie Delft) hadden de smeden te Amsterdam
een vonk in den keel; hielden jaarlijksche gildemaaltijden,
wmartoe ieder gildebroeder even veel gelden moest, en de overluiden
hielden bovendien afzonderlijk nog (tot 12 November
1750) een sleutelmacd. Even als elders, b. v. te Leeuwarden,
waren ook bier keuren noodig, om te bepalen wat Ond-
en Nieuw IJzerkramers mochten verkoopen. Vele andere
bepalingen hen betreffende deelt W a g e n a a r IX blz. 110—112
mede. De Slotenmakers b. v. moesten hun merk slaan op
de sleutels die zij maakten. Hun gildepenning is afgebeeld
bij VAN Oe d e n pl. I l l (5) aldaar beschreven blz. 15, en
in de Bevue 1858 p. 384. Zie onze plaat VIII (94).
Voorzijde: Het wapen van Amsterdam, daaronder op
een schild een naam b. v. J a n d e Cr am er Mr 1707.
Overman 1718 {Cat. Tent. Amst. 1876 n° 2359), of K a r
e l , B lom , 1774, of J o h a n n e s Mo l e n t ie l of VcÄa//c Van\
> A l b e r d i n g k T h ijm t. a. p. blz. 6 - 8 T e r G o uw , Gilden blz. 41, over
bunne Vijf banieren. Hunne Gildekamer was op de Waag. Gildeproeven warcn
op de Tent, te Amst. in 1876. Cat. n® 2352 -2 3 5 6 .
® Ord. en Willekeuren van St. Logen o f Smidsgild. Amst. bij P. M o r t i e r
61 blz. 4'» en Aanh. 5 blz. 4,
Meutern] 1757| VIII 94.) G e r e it v a n M e e r b e e k . Pl. enz.
Keerzijde: Een gekroonde voorslagbamer, waar achter
kruiselings een zwmard en een mes; daarnevens links: een
sleutel; rechts een ketel, en beneden op een omgekeerden
schotel of bekken een geweerslot en geweerhaan. Omschrift op
een wimpel: E l o y e n g il t oo Geel koper, gegoten, (groot 26).
Een variant daarvan vonden wij in twee verzamelingen.
Voorzijde: Het wapen, en op het schild. Ian\ Jansse.
Keerzijde: Dezelfde voorwerpen en hetzelfde omschrift,
maar het geweerslot en de haan onthreken. Zie de afbeelding
pl. VIII (95). Geel koper gegoten (groot 27).
St. Jans Gild. Zie Fruitverkoopers.
St. Joosten Gild. Zie Korendragers,
St. Josephs oiTimmermansgilde’. Tot aan 1468 was het
vereenigd met het St. Eloyen of Sniidsgild, en komt het
eerst in een schepenbrief van 20 Aug. 1468 voor. Het
kwam toen waarschijnlijk door eene vereeniging van Huis-
en Scheepistimmerlieden als afzonderlijk gild tot stand. Deze
laatsten scheidden er zieh echter weder van af in 1517.
In 1766 behoorden er toe: de Kastenmakers of Schrijn-
werkers, de Stoelenmakers en Spaansclie Stoelenmakers, de
Blokmakers, de Wieldraaijers , de Lijsten- Wagen- en
' Ord. enz. van het St. Jozephs Gilde Amst. 1793, 187 en 27 blz. bp P.
H. D r o n s b e r g . Tot 1779 , in 4 '» , ruim 200 blz. Zie jVa®. 1872 blz. 22 8—229.
Ook bij S. L am s v e ld z. j . (1764 3) 113 cn 16 4“ S c h e l t em a Inv. II
blz. 189.
‘ Yerz. tan Ge ld e r G. K. (groot 21) gegr. met eene oude an n te ek en in g ,
AVieldraaijers gildepenning behoorende bij het St. .Tosephsgilde.