met honderden namen van tot heden schier onbekende
Xederiandsche kunstenaars.
Delft ; biz. 213, Porseleinhakkers. Merken van Delftsche
Plateelbakkers, met 3 platen. Archief voor Nederlandsche
Kunstgeschiedenis, Afl. 8, Juni 1877. H e n r i H a v a r d ,
Histoire de la Fayence de Delft. Paris—Amsterdam 1877,
waarin p. 55 : La Gilde de Saint Luc. Fig. 26. Le Fine
punten, modele de dessin à exécuter par les peintres aspirant
au brevet de maîtrise d’après un dessin du plateel-
schilder T u lk . Fig. 27 et 28. Le Sirooppot et la Salière
exécutés par D. H a r l e s en 1795 pour son épreuve de
maîtrise et conservés aux Archives de Deift.
Planche JN. Fac simile d’une double page du livre de
maîtrise de la Gilde de S. Luc à Deift.
Fig. 29. Le Grootste Groote. Plat aux armes de Saint
Luc exécuté en 1795 par D. H a r l e s pour son épreuve.
Fig. 30. La maison de la Gilde de Saint Luc à Deift
d’après une gravure du siècle dernier p. 65.
Keure tegen het namaaken der Teekens of merken der
Plateelbakkerijen mitsgaders het veränderen der voorseyde
Teekens of merken. Delft 9 April 1 7 6 4 bÿ A d r i a n u s
S t e r c k , Stads Drukker.
p. 80 n° 34. Fleuron en pierre avec les attributs des
plateelbakkers. (Maison Saint Luc). In het Nederlandsch
Aluseum te ’s Gravenhage.
' s Gravenhage, blz. 252, reg. 5 v. b. staat: Slechts een
enkele van 1774 wijst bepaald den Haagschen oorsprong
t o e v o e g s e l s .
aan, en blz. 268, reg. 2 v. b.: de eenige gildepennmg,
die een aanschouwelijk bewijs draagt dat hij in die gemeente
te huis behoort. Zie echter ’s Gravenhage, pl. 4 of
XLY (16), den penning met G o u t s m it s g h i l d e H a a g h e
ons later geworden.
’s Gravenhage, blz. 263. Zulk een omschrift van voorletters
komt ook in Zierikzee voor, maar aldaar heette het
gild: St. Outkommer- of Metselaarsgild.
Leiden, blz. 276, 1) Brandspuitpenningen. Te vermeerderen
met (Y a n L o o n , II I blz. 115 (1673):
1) Voorzijde; Gezicht op Leiden van de Noordwestzijde;
daarboven „de lofblazendefaam“ , daar beneden op den voorgrond
het wapen van die stad tusscben twee leeuwen.
Keerzijde: Brandspuit in slangenrond. Zie pl. CXXXIX
Leiden (1).
2) Voorzijde: Als Leiden pl. 2 of XLVIII (8).
Keerzijde: P H , waardoor R(ijnlands) H(uis), R(egenten)
H(uis), R(aad)(Huis) of iets anders kan zijn aangeduid.
Geel koper, geg. (groot 28).
3) Voorzijde : Als n° 2.
K e e r z i j d e : H S H in elkander gestrengeld , beteekenende
H u i s - S i t t e n - H u i s . Geelkoper, geg. (groot 28). (Meded. van
den heer Th. AI. R o e s t . Zie plaat CXXXIX (2—3).
L e i d e n , biz. 280. Slot van de groote aanteekening.
Het blz. 279—280 beschreven stuk is meer dan waar-
„schijnlijk een ornament of blasoen van den Keizer der
’’rederijkerskamer Lyefde ist fondament, die den 17 Mei