
De brandspuitpenning van Rotterdam is bescbreven in de
Bevue 1858 p. 438. Voorzijde: AVapen der stad, gekroond
en door leeuwen vastgebonden. Daaronder AV I (AVijk I).
Keerzijde: Een brandspuit. Geelkoper (groot 39). Zie Rotterdam
pl. 1 of pl. XLIX n° 6.
Volgens K o r t e b r a n d blz. 162 waren eenige gildeka-
mers, in 1789, boven de Oude (Ooster) Hofpoort'.
‘ J . Ck a a n d ijk c. s. in liunne Wandelingen door Nederland 1877 blz. 159
vermelden ook bet bezienswaardige op h e t Museum te Rotterdam w a a ro n d e r:
merkwaardige boekjes van de Schoenmakers- en Bakkersgilden u it het begin
der 15“» e euw , eenige drin k sch alen , b e k e rs, van z ilv e r, glas of tin , een
wenteltrapje als Timmermans gildeproef, de archiefkist van h e t Kuipersgild:
do instrument- en simpliciekast van het Chirurgijnsgild, de schoonbewerkte
zilveren begrafenisschilden van h e t Zakkendragersgild: h e t zilveren hoofdmansschild
van h e t Speldenmakersgild en d a t van den Commissaris over h e t W a genveer
tusschen Rotterdam en Gouda. He t eerste merkwaardig als herinne-
rin g aan eeu toen in Rotterdam bloeiend bedrijf: h e t la a tste omdat het ons
den ouden postwagen van 1788 te zien geeft.
S C H I E D A M .
Geene giidepenningen van deze anders zoo neringrijke
stad ziju den wakkeren Burgemeester dier gemeente, den
ijverigen en kundigen verzamelaar van legpenningen en
médaillés, den heer P. J. V a n D i jk V a n M a t e n e s s e
immer onder de oogen gekomen.
Het eenige stuk eenigszins van dien aard, in zijn bezit,
is een looden penning, (groot 47) waarop het jaartal 1775,
bovenaan; daaronder de voorletters AI H en wederom
daaronder S 2 D , alien daarin geslagen. Uit oude jaar-
boekjes van Schiedam bleek het den bezitter , dat AIa r ia
H a e n e r , Huisvrouw van B. J on a s van 1749 tot nog in
1788 ' Collectrice van de turf in Schiedam Avas. Aan deze
zal dus die penning behoord bebben.
' Van 1791—1792 was h e t, blijkens een ja a rb o e k je , Agatha Engelixe
VAN Gil z e .