
V\
I
Desgelijks, onder n° 264—266, «cAi dergelijke Schilden
Tiin liet Timmermansgild, hangende aan kettingen, waarboven
een engelenboofd, en daaronder aan zes een hoorn. Tivee
dier Schilden stellen voor de vlucht naar Egypte, twee:
een scbaaf; twee; een b ijl, en twee (ivaarboven een passer
en winkelhaak hangen): het wapen van Hoorn. Zie plaat
9—10 XXXIV—XXXY.
Met andere oude gilden is dit gild nog in den vorm
eener begrafenis-societeit blijven bestaan, zoodat men in
Hoorn nog altijd spreekt van bet Timmermansgild en zijn
gildekamer. Het bezit en bewaart daar dan ook nog zijn
gildeboeken, houdende opgaven van ontvangst en uitgaaf,
aanteekeningen van gedane proeven, alsmede de bovengenoemde
Schilden , die op de lijkbaar werden gelegd. Voor
40 a 60 jaren geleden zouden de penningen en andere
zaken van het gild verkocht zijn ’.
De geel koperen brandspuitpenning (29) (Revue 1858
p. 29) vertoont:
Voorzijde: Een links geAvende eenboorn, houdende het
schild met het hoorntje en een wimpel, waarop P e r r e a u
t. a. p. las: S P H G ; maar wij kunnen er slechts
S(tads) B(randspuit)
op vinden.
' Mededeeling gedaan aan den WelEerw. Heer A. W. Wijbrands, Leeraar
der Doopsgezinden te Hoorn, door een der oudste timmerlieden, en ons wol-
willend overgebracbt.
Keerzijde, : De brandspuit in slangenrond.
Dat hoorntje troffen wij ook aan op een keurig bewerkt
zilveren JGrijierspenningje, gegraveerd, uit de 17® eeuAV.
Verz. M a s c h h a u p t in afteekening (groot 21).
Voorzijde: In een kabelrand een Kuiper aan bet werk
bij een groot v a t; achter bem drie tonnen, en het venster
van een huis, waaraan (boven een uitstek) een hoorntje
zichtbaar is. Op den achtergrond een vat en een driemaster.
Keerzijde: In een kabelrand:
Waar heeft
men Grooter kim\
st ter Weerelt oyt
Gevonde Als daar m\
en hout met hout te
saam heeft djgt
Gehende
Zie de afbeelding Hoorn pl. 1 . n° 2 (XXV).
De Kleermakers hadden in Hoorn St. Vitus tot patroon.
In 1768 hadden zij twist met de Keurslijfmakers. (Zie
Oude Tijd 1870 blz. 32). Hun gegoten, looden penningje
(groot 21) (Coll. P . M a l l i e t te Brussel) vertoont:
Voorzijde: Een jachthoorn, en daarboven een geopende
schaar tusscben 14—14. (sic).
Keerzijde: A l e x a n d e r
H a l b a c k
ingesneden. Zie Hoorn pl. 1 n° 1 (XXV).