
IJ i:
■4
die men wil, zegt de S ., dat voorheen ook Overdeken van
de Dekens en Ommegangers van de 21) YisclimarU
geweest zijn. Die van 22) St. Lucia- of Bakkersgilde,
onder weike de Koks, Lijfkoeken-, Pastei- en Suikerhakkers
waren begrepen, badden met 23) die van St. Victor-
of Molenaars en Gruttersgilde ook een en denzelfden Overdeken.
Het gilde 24) van St. Lieven of Stoofmeesters en
Mee-reeders bad den regeerenden beer Burgemeester tot
Overdeken; en dat 25) van de Lijndraaiers, Toim-
en Koordenverkoopers den Stads-bnrgemeester. De twee
regeerende Burgemeesters badden bet gezag ais Overdekens
over 26) bet St. Severinus- of Wolweversgild. Het Pan-
nelieden- of Zoutziedersgild, niet onder de 26 begrepen,
bad in 1751 geen Overdeken. Dat van St. Vitus of der
Droogscheerders was toen voor eenige jaren uitgestorven.
Eenig land en renten er aan toebehoord hebbende, was
door de stad benaderd, en daarvan werd om de vijf of zes
jaren rekening gedaan. Van het Zakkendragers- of Arbeidersgild
maakte het Dronkersgild een tak u it; het bestond
uit eenige arbeiders, die bevoegd waren om „bij alle buiten
stonden" bieren te scheep te brengen. Zonder Overdeken
stelden zij jaarlijks hun eigen Deken aan en
kwamen daartoe in de Kleine Kerk bijeen. De Dekens van
de overige gilden werden daar voor een of twee ja re n ,
sommigen door de Overdekens, Dekens en Ommegangers
met de gemeene Oildebroeders verkozen, die daartoe op
den Gildedag in de Groote Kerk voor hunne kapel vergaderden.
Anderen werden door den Raad-zelven aangesteld.
Sluis, blz. 443.
1545. Verval van Sluis, bezongen door H ugo E a v o -
L iu s. Verslagen en Meded. K. A. v. W. A ll blz. 23.j.
Sed firmum natura nihil produxit, ut esset
Semper idem; fortuna vices et tempora mutât;
En quae caeruleas frenarunt pontibus u n d a s ,
Innumerasque rates oneratas mercibus amplis
Admisere oiim Slusae ad cataracta tumentes,
Nil nisi surgentes operosis molibus aedes
Et veteris monstrant insignia prisca decoris.