denomvang van dit onderwerp, getracht aan de eischen
dezer vraag te voldoen met inachtneming van de volgende
regelen:
Vooreerst heeft hij het woord Gilde ' in dien zin opge-
vat, dat het Genootschap alleen op het oog had J i e
^gevestigde zanieningen van borgeren, een en dezelve nee-
p-inge o f koophandel, drijvende ^ of eene en dezelve konst
„oeffenende, o f een en hetzelve handiverk doende^ aan zekere
„wetten gebonden^ "
De godsdienstige gilde-broederschappen, vereenigingen, of
kerkelijke gemeenten, met hunne presentie-, draag-, toegangs-,
beivijs-, oi armenpenningen, met hunne presentie-, avond-
maal-, h ood- , wijn- , turf- , houi- en smoutloodjes *, de
Schutters- ■* en Rederijkersgilden met hunne penningen en
C onfrérie, Fraternitaa. Zie het giWezegel van Utrecht, pl. CVII (3)
en T e k G o üw , De Gilden, Amst. 1866, blz. 10—11.
B ü km a n , Voorhericht voor de Vtrechtache Jaarhoehen. U tre c h t, 1750 (1).
Met uitbreiding e ch ter to t de aangestelde gilden en corpaen, b. v. Korendra-
g e r s , Brandspuitgasten.
ä Gedeeltehjk reeds opgenomen door G . V a n O e d e n in zijne Bijdragen tot
de Pennincjhunds ißumiamaUeh) ra n het K o ningrijh der Nederlanden, Zaan-
dam 1830, pl. X I , X I I , X V I I I , en h ie r en d a a r in de Revue * la N um is matique
Belge (la te r als Revue aan te halen). Van 1845 -1 8 7 8 , 35 declen.
' Z i e V a n O e d e n t. a . p . p l . V I I , X I I I , X X IV , v o l t o o i d i n o n s f e n i
monographie des médailles et méreaux des corporations armées des Pags-bas
(1 5 5 0 -1 8 0 0 ). Revue 1868 met 5 platen.
de buurten ' met de hunnen, zijn buitengesloten. Alleen
daar, waar (zooals in Leiden) slechts een enkele gildepen-
ning was, zijn eenige, meest belangrijke, nog onuitgege-
ven biiurtpenningen ook ter aanvulling opgenomen.
Ten tweede heeft de schrijver gemeend dat de geeischte
wetenschappelijk historische beschrijving daarin bestond ,
de gildepenningen van iedere stad, en niet die van ieder
bedrijf (b. v. die der Bakkers), bij elkander te voegen, en
daarbij tevens een wetenschappelijk historisch beknopt over-
zicht te geven van alle gilden dier steden, waar gildepenningen
voorkomen, en wel als voorlooper of inleiding
van de eigenlijke beschrijving der stukken-zelven. Wat de
beschrijving betreft, zoo is die (op weinige uitzonderingen
na) geschied met de stukken in de hand, onder opgave van
metaal, bewerking en grootte, volgens den hierbij gevoeg-
den muntmeter H. V a n G e l d e r {Cat. 1846), geschoeid
op ons metriek stelsel.
Ten derde had hij reeds oorspronkelijk gemeend, bij
‘ Wij hebben hier h e t oog op die van ’s G ra v en h ag e , door ons beschreven
in de Revue 1859, als Souvenir de la Haye. DescriqHion de 60 Jetons de
Présence a tix funé railles etc. des quartiers de cette ville, en door de Vereeni-
ging te r beoefoning d e r geschiedenis van ’s Gravenhage in b a re Mededeelin-
gen I , ’s Gravenhage 1863. De 's Gravenhaagschebuurten, en J . F. G. Me i j e k ,
De 's Gravenhaagsche hwurt- o f beyrafenispenningen I I 1, (1865) met 12
platen.