
Ben inensch te Ideen na ’t leve.
Be schaer die hreeht het eerst
En H ivert tveer soo gevoecht
Dat boer en Edelman
Te samen sijn vernoecht.
Klompenmakersg ild, 1587 —1804.
Knoopm aker sgild, 1675—1787.
KoekbaJckersgild, 1692—1804.
Hieronder behoorden de Koekverkoopers, 1698—1758.
Koperslagersgild, 1702—1803; hieronder behoorden de
Koper-, Blikslagers, IJzerkramers en Horologiemakers.
Korenmeters, Korenkeffers erx Korendragers, 1602—1622.
Kuipersgild, 1605—1804. Deze hadden een armen-
bos.
Mandenmakersgild. Zij badden in 1554 een altaar inde
Parochieiierk.
Metselaarsgild. Stukken van 1541 —1806, waaronder
boeken van den gezworen Rooimeester (1542—1611). Hun
geelkoperen gegraveerde penning (groot 21), komt met
dien der Bierhrouwers overeen.
Voorzijde: Wapen van Haarlem, aan eene strik opge-
hangen, 17—48.
Keerzijde: Een gekroonde truweel, n° 18. Geel koper,
gegr , Pvevue 1859, p. 108 n° 120 uit het Rotterd. H. S.
Zie afb. n° 2. pl. XXIV Volg. den penning in de verz.
M a s c h h a u p t .
MolenaarsgUd 1605— 1609. De molenaars werden be-
Het ioffelijk , A° 1756—1831. Deelingen
lotinghoek van de Deensche ossen. Het schijnt dat het
vet prijzen, gelijk men in Drenthe zegt, een dorstverwek-
kend werk i s ; althans men vond te Amsterdam (op de Tent.
1868 onder n° 1170—77) niet minder dan acht Bokalen
van het Ossemveidersgild te Haarlem.
St. Lucas- of Schildersgild, 1504—1804, bad reeds
in 1504 een St. Lucas altaar ' in de St. Bavo-kerk,
en later een, gezameulijk met de kleermakers „dat de
beeldsnieders en schilders“ (blijkens een overeenkomst
van den 28 SeptE 1576) „naer hunne beste kunst
souden versieren en waarop bij bet feest van den eenen
patroon-heilige niet minder godsdienste mocbt gedaen
worden dan bij dat van den ander“ {Oude T ijd , 1873,
blz. 253) b
Sedert de inventaris werd uitgegeven, is het archief
in het bezit gekomen van Sint Lucas Gildeboek, van
1634, waarin men, behalve een rekest aan Burgemees-
* Met een relikie van S t. Lucas (n® 2335).
’ In 1 6 7 5 soliilderdeu J a n d e B r a y , D i r k d e B r a y , J . v a n G o t i n g
en J a n d e J o n g , levensgroot, de overlieden van het St. Lucasgild (Trip-
p e n liu is, Rijka Museum). Zie de Beschrijving 6® d ru k 1 8 7 6 , blz. 33, zijnde
drie Overlieden, als G . M d l e a a t , D eken, Koperslager 1 6 9 0 , J a n C l a e s
M a e s e l i s , D i r k d e B r a y , S e c re ta ris , AV. K n i j f , gildeknecht en J . d e
B r a y , J . v a n G o t i n g en J . d e J o n g , Kunstscliilders.