
ü íü::
141—144) ook bepalingen betrekkelijk dat gild mede.
Onder de Buitenlandsvaarders verstond men van ouds , en
ook nog in 1766 , zulke schippers, die in geregelde beurten
op Londen, Rouaan, St. Valery, Altona en Bremen en
eenige plaatsen daaromtrent voeren. Blijkens de aangehaalde
overeenkomst maakten zij, in 1473, nog een afzonderlijk
gild uit, doch sedert zij in 1648, gelijk wij vermeldden,
verplicht werden om gildebroeders van. het Groot Binnenlandsvaarders
gild te worden, schijnen zij (zegt W a g e -
N AAR IX blz. 144) niet meer als een bijzonder gild te
kunnen aangemerkt worden; temeer daar zij en de andere
buitenlandsvaarders (althans sedert 1669) staan onder
Commissarissen aangesteld door Burgemeesteren.
Talrijk zijn de keuren op de Buitenlandsvaarders. Zie
W a g e n a a r IX blz. 145—145. Ned. Jaarb. 1790 28/29
IV.
O Groote God en hemelkooning
Bescherm ons Gild en deese wooning
Geef ons hier tijden van gewin
Neem ons h ie r naa ten hemel in.
J a n K i s t , Veerschipper op M eppelt, Anno 1718.
V.
De Vreede is h e t B este ,
De Vreede doet ons Veste
E n n u in Vreede zynde
Die Hoop ick zal volynde
Met ons alhier op Aarde
Tot In ’t Hemelsche Volwaarde.
H endrich Ge r r it s Mo o l en a e r , K a ag h Schipper op T e x e l, Anno 1751.
Jan. blz. 112—114, 130—133 enz. Aan deze buiten-
landsche beurtschippers kennen wij de volgende, door de
gravure, bet metaal en de grootte kennelijk Amsterdamsche
penningen toe:
b) Voorzijde: Een naar de rechterzijde stevenende drie-
master of viermaster, daar hij nog een boegsprietzeiltje
vertoont. Pl. II n° 17.
Keerzijde: H e n d r i k | M i j n d e r s e | D o r t m a n | den Ib
Desember 1714. Geel koper, gegr. groot 23 {Bevue 1859
p . 80 n ” 21) .
c) Een ander geel koperen doorboord, maar gestempeld
penningje, groot 24 (Verz. F. H. M a s c h h a u p t ) heeft op
de Voorzijde, een driemaster in een dubbelen krans; en
op de Keerzijde gegraveerd:
Simon Cornelisse]
haerlemerpoort
Sy men Jansen
bruyn *.
,Ziepl. XVI n° 170.
Onder het Klein BinnenlandsvaardersgUd * (zegt W a g e -
KAAR IX blz. 146) (eertijds het Groot Schuitenvoerdersgild)
' No. 22 ald a ar is van de Scheepmakers; No. 23 is onzeker. Cat. Tent.
Amst. 1816, n»2459 is van H end rick Ba s t i.venze de V oys (E. H. Maschh
aupt .) Twee andere ald a ar n» 2460 van 1703 en nog een van A r y tan
R aamsdonk 1732.
" Heeft dus aan twee gildebroeders (opvolgend) behoord.
Extracten en keuren van het BinnenlandsvaardersgUd, Amst. hij P . S o h o d -
t e n , Stadsdrukker (1785) 59 bl. Ook bij S. L ansveld 1738, 38 bl. 4“ .