
„1498 liet octrooi verkreeg en in het jaar 1598 geconfir-
„meerd werd. Deze kamer voerde als blasoen drie witte
„al'oleijen (arenden voigens K i l i a n ) en werd de Hollandsche
„kamer genoemd, waarop dus bet derde schildje dat aan
„het stnk hangt zal doelen. Leiden {in Holland) (ter on-
„derscheiding van de mede te Leiden gevestigde Vlaamsche
„kamer ln liefde groeijende) duiden de schildjes 1 en 3
„met Leyden en de hollandsche leeuw aan. In D G is mis-
„ schien de naam van den Keizer verborgen. “ (De verhoogde
slang aan het kruis tusschen twee bloemen (schildje 1
Keerzijde) zal het zinnebeeid der hoogste' liefde zijn).
„Vergelijk nog bet blasoen ‘ uit het werk; Constthoonende
„j'uweel, bij de loflijcke stadt Haerlem ten versoecke van
„Trou moet blijcken, in H licht gebracht. Zwolle 1607.
„ V a n M i e b i s , Beschrijving van Leiden, Dl. I I , blz. 452.
„ Werken der Nederl. Maatschappij van Letterkunde te
„Leiden, 1776, Dl. II blz. 215. Dr. G. D. J. S c h o t e l ,
„Geschiedenis der Bederijkers in Nederland, Amst. 1862,
„alwaar men Deel II blz. 1 vermeld vindt dat de rede-
„rijkers bij gelegenheid der inwijding van de Leidsche
' In een en ca d rem en t, gesloten door vier k o p p en , waarvan de benedenste
een kop met rin g in den raond of bek (d e u rk lo p p e r ), is de Lie fd e te z ie n ,
voorgesteld door eene moeder met drie k inde ren; a ch ter h a a r oen door een
slang omwonden kruis. In het v e rsch ie t, lin k s , Moses en A a r o n , nedorgo-
daald van de b e rg en , omringd door eone smeokonde ra enigte , die zicb ook
a an de re c h te rz ijd e vertoont. Boven de Liefde een lin t, w a a ro p ; Liefde ist
fondement 1607. Op den voorgrond h e t wapen van Leiden.
t o e v o e g s e l s .
Hoo<Tesohool(1576), eene vertooning gaven, waardoor de
’’vraag bij mij opkomt of het bedoeide stuk niet voor die
’’gelegenheid is vervaardigd, hetgeen zeer goed te verkla-
’’ren is door de voorstelling van het binnenkomen der
’’scbepen längs de Vliet in verband met de aanleiding tot
"oprichting der Hoogeschool.“ (Mededeeling van den heer
Th. m. R o e s t , 27 Januari 1 8 7 8 )'.
277 282. B u u r t p e n n i n g e n . Zie ook het stukje van
Jhr. W. J. C. R a m m e lm a n L l s e v i e b , geplaatst in de
Leidsche Courant van 21 Febr. 1877 over de gebuurte
Prijly {Prilie), naar aanleiding van eene scbilderij dier
gebuurte in 1622 te Leiden gemaakt en thans op bet
Stedelijk museum aidaar voorhanden. Daarbij is ook het
zegel dier gebuurte in 1659, en een ander van 1684 van
J a n De P a i r e , die Heer van bet graafscbap Pryly was.
Het schijnt dat elke bunrt een afzonderlijk wapen gehad
heeft, waarmede de Heeren hunne brieven bezegelden. De
Namen der Heeren van de gebuurten beginnen op het Leidscb
Archief met 1650, Letter C (A en B ontbreken). (Mededeeling
van Jhr. R a m m e lm a n L l s e v i e r , 11 Maart 1877.)
Blz. 280. De Boos van Jericho. Afgebeeld door C o r n e -
Lis De Br ü y n , in zijne Beizen door de vermaardste deelen
van Klein A s ia .. . en Palestina, Delft 1698 pl. 148
(twee stuks). Wij lezen bij hem blz. 296: „Rc kocht te
. Over Speien van Sinne 1618. HS. waarschijnlijk op die Kamer vortoond,
zie onze mededeeling in De Navorscher 1878 , blz. 16 17.