Keerzijde. Christiaan Ilaye den 29 Jidij \ 1,793 (groot
25). Geel koper (als boven). Zie pl. X III 144.
6) Voorzijde. Gekroonde maat. Daaronder S e t t e e s G il d t
(zie pl. X III n° 141).
Keerzijde: Jacoh\ Cornelisz.] Klijn\ Knecht d. i. Gil-
deknecht. G. K. (groot 21). Revue 1874 p. 148 (c). HS.
pl. XXXIX (7). Als boven bij B o m , Decb. 1874 n° 4580
f __; en als van den Gildeknecht vermeld in den Cat.
der Tent. Amst. 1876. n ° 2414. (Verz. M a sc h h a u p t ).
7) Voorzijde: Het wapen van Amsterdam. Daaronder
op een schild gegr. Tomas Van] Roojen.
Keerzijde: Een korenmaat met strijkstok, waarboven
een kroon doorstoken door twee schoppen. Omschrift.
Coo k nm eeI t e r sg y l t . Geel koper, (groot 24). Zie pl.
IV n° 47.
8) Geel koper, (groot 28) gegraveerd. Koorzijde: Een
korenmetersmaat, waarin een strijkstok en een schop. Daarboven
een groote kroon. Aan weerszijden boomen. Keerzijde
in het veld: Bernardus] Koster] Den 26 Septemb. 1778.
Keerzijde: Omschrift: Cooren meters en Setters Gilt. Ziepl.
X III 142. Cat. der Tent. Amst. n° 2409. (M a sc h h a u p t ).
Koren Ligtermans Gild, zie Ligtermans gdd.
Korenmolenaarsgild \ 06k St. Vidorsgild geheeten. Van
(Koren)molens te Amsterdam is reeds in stukken van
' Reglement van 16 April 1810, 11 blz.
® Hunne vier gedreven zilveren BegrafenisBchilden vertonnen de al b ed d in g
van St. Victor.
1336, 1342, 1402 sprake. In 1766 waren er in de stad
en hare vrijheid 31 '. Lang vóór de Beformatie moet het
Korenmolenaars- of St. Victors-, of zoo als het in eene ordonnantie
van 31 Juli 1577 luidt S. Vechters Gild, zijn opgericht.
Xog in 1766 werden de overlieden op den 10 October,
St. Victorsdag, gekozen. Hunne keuren komen met die
der Houtzaagmolenaars overeen ; den hoofdinhoud deelt
W ag en a a r IX blz. 179 — 182 mede. In 1692 werden zij
geordonneerd de begrafenissen bij te wmnen, gekleed in
’t zwart, met zwarten mantel en bef. Oude T j d 1874
blz. 162—163.
Hun gildepenningen, alien geheel gegraveerd, verscbillen
daardoor even als die der Korendragers, maar komen minder
talrijk voor, omdat men de oude veelal op nieiiw gebruikte
en slechts den naam veranderde. De volgende kwamen ons
voor uit de eeuiv.
1. Voorzijde: Een koren-standaardmolen met half links
gewende wieken. Keerzijde: J a n | Cl a e s z ; W o l f . Zie V a n
Or d e n pl. IV n° 12. blz. 18. Geelkoper, gegr. (20). Revue
1858 p. 385. Onze plaat IV n° 48. {Voorzijde).
2) Voorzijde: De standaardmolen van achteren, meer
schuins gezien, met eene omheining. Keerzijde: Wouter
Bitter] den 7 mey] 1729. G. K. gegr. (25). Onze plaat
V n° 49. {Voorzijde).
' Zie Cat. Tent. Amst. 1876, n® 2529. 31 Teekeningen der Molens, die op
de 26 Boiwerken der stad gestaan bebben. 18“» Eeuw.