
mate men al of niet een jaar en zes weken poorter geweest
was. Het gild had den Overman en 4 Dekens. De
oprichting van dit gild stond in verband met een afge-
schaften excijns op de Lakens. Bij quotisatie over de Lakenkoopers
omgeslagen werd die excijns in 1693 en volgende
jaren, geheven. (Art 9—10).
Linnemcerkersgild. Gildebrief van 4 Juli 1667.
In den aanbef {Keuren, blz. 177) lezen wij, „dat Burgemeesteren
c. s. aan de gemeene Kruys-beelt Voet-werkers,
Lijnwaat ende Beddetijkwerkers een gild badden geaccor-
deerd. De proef was voor een Kruisheeld voetwerker, een
stuk van minstens 36 eilen lang, op de fijnte van 2400
in een el breed, en de kam af te teekenen en te maken,
naar vier patroonen ofte gebeeldsels, waaruit bij zijne keuze
zal mögen nemen, enz. enz. Zij badden een Hoofdman en
vier Dekens, als twee uit de Lijmvaatwerkers, een uit de
Servet- en een uit de Tijkwerkers. Den 15 Febr. 1670
wierden zij (zie Keuren, blz. 181) geautoriseerd om eene
pelle en twee zilveren platen ie doen maken. Bij het algemeen,
bijna overal in de steden, vervallen van de Weversgilden
in Holland, zullen deze zilveren platen wel onzen tijd niet
bereikt hebben, maar versmolten zijn.
Tinnegieters- en Blikslagersgild. Gildebrief van 20 November
1640. {Keuren, blz. 343—350). Zij hadden 2
Overlieden en 4 Dekens. De proef was voor de Tinnegieters,
een plateel van drie pond, meesterlijk geslagen, en
een stoops flesch overlangs gesoldeerd. De Blikslagers moesten
maken: een lantaren met drie kappen, een nacbt- of die-
venlantaren, „beiden meesterlijk.“ De Tinnegieters hadden
hunne merken geslagen (Art. 24) op twee Konken ofte
Staven gesmolten tin , een van fijn en een van kannetin.
Hunne winkels werden maandelijks geessaieerd. Platen,
Saucbieren en platwerk mochten alleen van fijn tin gemaakt
worden. — In 1662 beklaagde bet gild zicb over de JJzer-
en Houtkramers ofte Doosenmakers, die blikwerken gemaakt
verkochten, en over de ordinaris bidders, die op de begrafenissen
tinnen schenkkannen leverden en verhuurden, en de
kruiken daartoe noodig. {Keuren, blz. 348 350).
De Boekdrukkunst werd in Gouda op bet einde der
15® eeuw reeds door G h e e a e r t L e u uitgeoefend. Hij
drukte aldaar ook bet Bentehoek in 1490.
Last not least maken wij gewag van het beroemde Pij-
penhakkersgild. De pottenbakkerijen (zie De L a n g e , I I ,
blz. 403—405) gaven aanleiding tot de pijpenbakkerijen in
1637. Zie de Pijpmakers aldaar, I I , blz. 406. Het Pijq)-
makersgild volgt in de uitgave der Keuren, in 1713, dan
ook onmiddellijk op het Pottenbakkersgild, hlz. 233—249.
In 1660 werd hun een gild geaccordeerd, doch de loop
der tijden bracht mede dat zij later een nieuwen Gildebrief
ontvingen {Keuren, blz. 233—242. Ampliaties, blz.
243—245. Yan de Bosse 1669, blz. 245—249). Daarin
wordt gebandeld van de (2) Overluyden en (4) Dekens.
Van in het Gild te komen. Proef, een dozijn fijne pijpen
uit een stuk pijpaard te maken. Intreegelden f3 0 . : en