
Keerzijde: In een guirlande, iiet inerkteeken van den
bakker. (Zie de piaat).
Daaronder: 1649, en daar om been: K a r s t K a r s t e n
Zoon. Geel koper: gegraveerd, doorboord, (groot 31).
Cat. B om. April 1859, n° 1582. Bevue 1874, p. 32 vs. 73.
2) Voorzijde: Een bakker in zijne bakkerij, de oven
ter linker zijde.
Keerzijde: Co r k e l is | H e in sm a n 1750. (Yerz. M a sc h h
a u p t ). Zilver gegrav. (groot 2 9 ).
3) Nagenoeg als n° 2 wat de voorzijde betreft.
Keerzijde. In krulletters :
Durl'l Karsten\ 1766. Zilver gegrav. (29). (Yerz. Ma sc h h
a u p t ) pl. I (XYIII) (4 ).
4) Voorzijde: Een bakker in zijne bakkerij: de oven ter
rechterzijde en het geheel omgeven door een rand, gevormd
door negen zoogenaamde arnazonen-SQlalA&Ci '.
Keerzijde: In een door lofwerk gevormd compartiment:
Tieixf Jappes] 1770..
Zilver, gegr. (29). Yerz. Ma sc h h a u p t . (Pl. I (XYIII) n° 5).
Barbiers. Zie Chirurgijns.
Bierdragers (Ordonnantie van 29 December 1644, Keuren
(blz. 247—249. Ce n t e n blz. 106) vormden geen gild met
overlieden.
Bierstekers. (Ord. 9 April 1630). Keuren blz. 239—241.
Intreegelden f 12.— of f 6.—. Zij hadden drie overlieden.
‘ Zìe P. P e i i -î . Traité Hist. su r les Amazones. Leide 1718 p. 810 , 322 etc.
Binnenlandvaarders verkregen van de Burgemeesteren
en 20 vroedschappen den 28 Aug. 1573 een gildebrief.
Keuren blz. 318 — 329. {Vraclitloonenlijst, blz. 323—325,
van 26 Juiij 1656). Ordonnantie 11 April 1630 blz.
3 1 9 _ 3 2 3 , betreffende het dagelijks varen van twee Yeer-
schepen van Enkhuizen naar Amsterdam „ende van ghe-
lijcken van Amsterdam naar Enkhuizen“ ’. De in tree
was f 12.— (Art. 1). Zij hadden een Deken en raats-
luyden (Art. 7). In Art. 25 wordt van het vervoeren van
maeijers gesproken. In 1573 kwamen dus de zoogenaamde
graspoepen reeds over naar Noord-Holland om het gras te
maaien. Geene gildepenningen van hen zijn ons voorgekomen.
Boekverkoopers en Boekbinders. Gildebrief 31 December
1659. De proef (Art. 1) bestond in het binden van een
folio boek in kalfsieer; een idem in boorn te overtrekken,
en een in boorn simpel. Intree f 5.— ; zij hadden een
Deken en twee gildemeesters. (Art. 24).
Brouwers. (Ordonnantie van 13 Febr. 1646) *. Ce n t e n ,
blz. 110. Keuren, blz. 239.
Buckingdroogers b Eene ordonnantie voor de Bucking-
1 Die schepen (Art. X X II) moesten ininstens 17 voeten binnen de huid
wijd en f 800.— waard wezen; in de roef en h e t Yoor-onder bekwamo zit-
plaatscn heb b en , cn een vuurplaats in bet voor-onder (Art. X X IV ). In de
Vraolitlijst is sprake van een Borisje k (iets waarin men geld bergde).
= Ofschoon de eersto brourverijen reeds van h e t ja a r 1560 dagteekcnen. Zie
E g b e r t v a n d e n H o o f , Historie van Enlcliuizen aid. 1666 4>“ , blz. 91.
® In 1630 waren in Enkhuizen 58 Bokkinghangen ( C e n t e n blz. 64). De
daartoe bcuoodigdo ba rin g w e rd , omstreeks 1640, door ongeveer 170 schepen