
I .« .
Ter Aveerszijden 15—93. Rood koper (groot 22) gestempeld.
In de Bevue 1859 p. 99 n° 98 aan Deventer toegekend op
grond van overeenkomst met een stuk A®an die stad van 1703 ,
dat later is gebleken een armenpenning te zijn. In den Cat.
A^e r k a d e n° 4616 is bet een Middelburger timmermans-
gildepenning. Docb die is van 1594. (Zie V a n Or d e n pl.
XX III n° 3. E n in 1593 en in 1594 zullen de timmerlieden
geene twee penningen bebben doen graveeren.
R h e g e n t b n v a n t Ma n h v is zoo lezen Avij op een (37)
doorboorden, fraaien, grooten, geslagen, rood koperen penning,
die op het veld der voorzijde den burcht van Middelburg
tusschen het jaartal 16—80 vertoont. Omschrift:
® AATl lem a®a n * DER B v r c h t . ® P r e e se s {Fraeses,
v o o r zitter ) Ca s p a r v a n S t a (t ) *.
Keerzijde: E e n oude man en vrouAV n a a st e lk an d er op
e en g e ru iten g rond staande.
Omschrift: I a n n is v a n d e r Cr v is e n L. G r ovme 1
R e g h e n t e n v a n ’t manha®i s . Zie Middelburg pl. 6 ofpl.
EXAM 29.
Metselaars, SchaliedekJcers en Loodgieters.
In den uitstekenden Inventaris van het Oud Archief der
Stad Middelburg 1217—1581 door Mr. J. H. De S t o p p e l a a r
Gemeente archivaris samengesteld, is herhaaldelijk sprake
van Deken en beleeders van Onze Lieve Vrouwe gilde
achter de deur te Westmonster. In eene notarieele acte van
9 Febr. 1444/5 (n° 223) Avordt eene nieuAve ordonnantie
voor deze broederschap vastgesteld, Avaarvan de hoofdinhoud
t. a. p. blz. 57 is te lezen. Een der bepalingen b. v.
„Leerknechts mögen maar een van de beide ambachten
metselen of timmeren leeren“ , duidt aan, dat A\®ij bier met
een gemengd wereldlijk en geestelijk gild te doen bebben,
toen (in 1445) van Metselaars e n Timmerlieden. In 1449
(n° 254) komen bij de Metselaars en „die Tymmerluyden"
ook nog de Zagers in de kueren ende ordinancie van genoemd
Lieve Vrouwe gilde ' voor. {Inhoud blz. 63—64). In
1509 (n° 944) legde men een register aan van de leden
der drie ambachten* die het „outaer onderhielden“ , en A\®erd
eene ordonnantie van alien die komen zullen in het gild
vastgesteld (Inhoud blz. 254). Het gild had toen een
vaan en pelle (lijkkleed). Ook eene naamlijst van de
Metselaars {waaronder ook Tegel- en Schaliedekkers en Straat-
makers) van de Timmerlieden, Zagers en gildebroeders en
zusters, Avoonachtig op Arnemuiden (de haven van Middelburg)
en van hunne renten in 1 5 0 9 , is nog voorhanden.
De la a tste t is floor het groote g a t verdwenen.
‘ AVol te onderscheiden, zegt Mr. D e Stoppelaar (hlz. 6 4 ), van een ander
U e ve Vromoe Gilde in dezelfde k e r b , h e t Onze Lieve Vrouwe gilde op de
halle te Westmonster, hot zoogenaamde Groote Gilde, d a t p rie s te rs, edelen
en p o o r te r s , zonder onderscheid van ambacht of n e rin g , onder zijne leden op-
nam. Zie n® 255 en n® 608 en a ld a ar de a ant. blz. 160, w a aru it blijkt dat
dit gilde reeds in 1327 giften ontving. Zie ook n® 101 (1403) n® 670 (1494)
n® 387 (1462/3) n® 663 (1484) en n® 670 (1494).
2 Toen warcn Dekens en Beleders Heinrich L /e i/n ric teo n c , (Deken) van die
Metsers w e g h en , Cornelis Matthijssen (Beleeij der Timmerlieden en Hughe
Willemszone als Beleer van die Zagliers.