
Keerzijde: Een gehelind, geliarnasd en gespoord krijgs-
man te paard, met opgeheven zwaard, en een pluim op
een heim. Ook het paard draagt een pluim en dekkleed.
Omschrift: O ß A E E M a u r i s i u s v a n N a s s o v . Alles in een
rand. Zie Leiden pl. 2 of pl. XLYIII n° 1.
De tiveede was een buurtpenning van de Vliet te Leiden
van denzelfden inzender {Arti 1858, n° 162). Dit prächtig
gedreven, zilveren, groot stuk, vertoont St. Hieronymus,
staande met ontbloot kaal hoofd, houdende een opengeslagen
boek in de op de borst gebogen linker hand; achter
hem ligt een slapende leeuw. Hij staat in of voor de nis
van een kerk. Rechts van hem, vóór den beschouwer, is
een monument of altaar, gedeeltelijk zichtbaar, waarop
een doodshoofd is geplaatst en waartegen een groot kruis-
beeld leunt. Omschrift gesneden:
» Y l I E T ( f ) QYAET * V EO ECH EN * LA E T * EN W IL T * N *
[S PO EN *
* X lE T * V ER SM A ET v ONS * OVDEN * R A E T » S IN T * lE R O E N .
Boven aan bet kostbare stuk is een oog en ring, en beneden
twee ringen, waaraan haken en oogen een zilveren
door krullen omgeven compartiment verbinden , waarop men
leest op de Voorzijde:
D i t i s h e t p a t r o e n
Y a n D IE Y l i e t
E l l i c k s i j g e d a c i i
T ICH w a t i n d i e n
T I JD IS G É S C H Y E T ;
Op de Keerzijde leest men:
I n t b e l e c h v a n L e y d e n
DEN HONGER G BOE T.
1. GODT V EBD RO E T .
S p YSDE h e ONS
MET B BO E T .
Onder aan bet compartiment hangt aan oog en ring een
zilveren manswapenscbild, waarvan het veld, aan beide
zijden, doorsneden is met een balk, waar boven twee en
beneden een links gewende adelaar, op goud : Op den balk
gesneden L E ’. Zie Leiden pl. 1 of pl. XLYll.
“ De rijke verzameling van den heer Mr. K. J . F. C. K n e ppe lh o ü t V an
Stbek enbukg te Utrecht bevat nog een k u n s tstu k van deze s o o r t, waarvan
w ij, omdat h e t in eenig historisch verband Staat to t de vorige decoratie van
den Bode van b e t V lie t, ook door de welwillendheid van den geëerden b ezitter,
die h e t ons toezond, de beschrijving la ten volgen.
Z ilv e r , g e g rav ee rd , groot ornament met zes oogen.
Voorzijde ; Een médaillon omgeven door twee groote in adelaarskoppen eindigende
en vier da araan door opstaande an k erk ru isen verbonden kleinere
krullen. In den to p , of boven hot médaillon, eene op eene welk gezeten vrouw
(de L ie fd e ), wier linke rhand op de w olk r u s t , en die m et b a a r h a lf opgeheven
rechter b and een boek of rol vasthoudt. Onder h a a r ziet men b e t ja a rta l
1574
en op een wimpel de woorden: L y e fd ’ is t fyndament.
De toopassing of uitwerking van deze spreuk is in h e t void van het stuk
aanscliouwelijk voorgesteld in een tw intigta l of meer figuren, verdeeld in lijdende
on te hulp komende personen. — Op den voorgrond, boven de u it den rand
opsohietende verlioogde slang aan h e t k ru is (als zinnebeeid der boogste Liefde),
een p a a r uitgehongerde kiiidcren met opstaande h a ire n , die met bunne
vingers bet bleed likken van eene koe, die door een man gekeold wordt. R e c h ts ,