
»I I a q u e s G o v e r t s . BOvcKH(oudeij ■ J a n Qu ir t n s z
OVD bh (boekhouder).
Keerzijde (of om de boog opstaande figuren eigenlijk
Voorzijde): Een tuitkan en een fluitglas op een tafel.
Daarnaast 14 (gegraveerd). Omschrift:
R ic h a r d Ma xw e l l . A r no v t D ie r k e n s , b e l e d e r s .
[Zel. III. blz. 32 9—331. Fraaie, geslagen, geel koperen
penning, groot 31). (Verz. Ma sc h h a u p t ) ‘ Zie Middelburg
plaat 12, of pl. LXXIII (56).
Zandschuitvoerders. Opgenoemd in Zel. III. blz. 330.
Zeepzieders. De nering der Zeeperie begon in Middelburg
even vóór 1456. Zie de Ordonnantie van 23 Maart 1456
n° 374 (blz. 79—80).
Zilversmeden. Zie Goudsmeden. In den Cat. Tentoonstelling
Middelb. blz 82 n° 24 wordt aan hen een gildepenning toegekend,
zich toen (1870) bevindende bij den heer A. H. G.
F o k k er te Middelburg en nu in de Yerz. der stad Middelburg.
Deze penning is dezelfde als die bij Y a n Or d e n pl. XXIII
(4) is afgebeeld en beschreven, maar blz. I l l niet toegewezen.
Voorzijde: Fraai gedreven vaas, omgeven door een aambeeld,
nijptang, weegschaal, passer en andere beroepswerktuigen.
‘ Vier groote sehilderijen van het K uipers- en Wijnheeren of Vrijwijnver-
hoopersgilde zijn door den heer N. Bal Snijders in h e t Zeeuwseh .Jaarboekje
(1863) nitvoerig be sch rev en , zie Cat. blz. 64 n" 343 on boven op Kuipers.
De in de Revue 1874 p. 5 1 , 52 onder n® 146 a an Middelbnrg toegekende penning
moet onder de onzekere of niet bepaald aan te wijzen penningen g e ran g schikt
worden, to td a t men dc nam en, daarop voorkomende, in eon gilderol vindt.
Keerzijde: Een vingerring, doorstoken door een smidshamer
en tang, en omgeven van andere beroepswerktuigen.
Daarbinnen bij Y a n O r d e n 15 — 97 (komt ook voor
zonder jaartal in zilver, op den kant XXXYI gesneden
(groot 21). Geel koper, gegoten (groot 20). Zie Aliddelburg
pl. 13 of pl. LXXIII (57).
Een zilveren juweelkofiertje (cantillewerk), proefstuk van
A. K u y p e r s als zilversmid te Middelburg, was op de genoemde
Tentoonstelling. Cat. blz. 17 n° 105 (c). Alet de
Goudsmeden brachten zij, in 1702, 38 stemmen uit.
Zoutmeters. Hunne ordonnantie van 1502 bestaat. Inv.
n° 887 blz. 238. Twintig paren mochten er maar zijn.
Zijden- Wollen- Lakenkoopers en Kramers.
Hun oudste ons bekende ordonnantie „tot oirbaar en
profijt van der neringbe van de Lakensnijders in Aliddel-
burch“ is van 1430? Inv. n° 170 blz. 45.
Hoe groot de omzet van lakens toen in Aliddelburg was,
blijkt uit de bepaling, dat de Engelschen en Schotten wekelijks
twee dagen op de markt mochten staan. Latere bepalingen
zijn ons niet voorgekomen. Hunne penningen zijn talrijk.
I. 1595.
Een lakenwinkel, herkenbaar aan de vele vakken, lakeii-
stapels of laden, op den acbtergrond. De Laken(ver)kooper
meet met de el een stuk laken op de tooubank uit. Links
daarvoor een heer met een degeii op z ij, en recbts eene
dame met een langen sliiier, op een geruiten vloer staande.
Keerzijde: Het ons reeds meer voorgekomen, versierd,
25