
113
Î
I;
9;'
if!K
■"j
Het drievoiidig zoogenaamde St. LucasschUd.
De vorm der scWldjes verschillen wel eens; men ver-
gelijke dc afbeeldingen bij v a n Or d e n pl. XV n° 4 , 5 , 6
en pl. XVI 11° 7.
Op een zilveren decoratie te Leeuwarden aanwezig, en
waarschijnlijk aldaar van bet Glazenmakersgild afkomstig,
zijn de drie scbildjes gebogen van onder zoo als bij v a n
O rd e n pl. XV (4).
De oudste vorm is spits, ruitvormig en drie kleine ridderschil-
den van zilver op een veld van keel. Zoo komt het reeds voor in
een glasscbiidering van 1350, in bet noordelijke zij pan d van
den dom van Freiburg in Breisgau, afgebeeld in de Illus-
trirte Zeitung van 16 Januari 1875 n° 1646, S, 47.
Onder het opscbrift: Das Künstler Wappen wordt aldaar
de geschiedenis van dit wapen gegeven, en aangetoond dat
bet eene dwaling is dit wapen als het wapen van A l b r e c h t
D u r e r te bescbouwen. Deze ontving in 1572 van Keizer
Ma x im il ia a n een persoonlijk, sprekend wapen, eene twee
vletigelige openstaande deur (ein Thorweg). Over het wapen
De scheidingbrief in de Dietsche Warande V 37. E en b o rd , waarschijnlijk
een glazenmakers proe f, is bij b e t K on. Oudb. Gen. te Amst. Cat. u® 909. (Zie
verder) „het gedieht van T h . A s s e ly h , Broederschap der Schilders, Beeld-
h o im e rs en deszelfs begtmstigers: op den 21 van Wijnmaant 1654 op S t.
J o r is Doelen te Am s te rd am , en Op de Vereenigingh van Apelles eu A p o llo ,
op 't Ja a r-g etij van S t. L u c a s , geviert door Schilders, Boeten en Liefhebbers
der zelfde Konsten op St. J o r is Doelen, den 20 October 1653. (Klassieken
der Nederl. Letterkmule. Gron. 1876. I blz 1—1 8 , 19—22. Cat. Tent. Am s t.
1876 n" 2961.)
met de drie zilveren ridderschilden is een procès gevoerd
tusscben de rijksgraven Von Rappoltstein en de duitsche
kunstbroeders, vermits die graven betzelfde wapen hadden.
Het procès werd aan J o h a n en W e n z e l J u n c k e r (van
Praag), bouwmeesters van den dom te Straatsburg, aangedaan.
Keizer S ig ism u n d , bij zijn verblijf te Straatsburg (7—14
Juli 1414) besliste ten voordeele der J u n ck er van Praag.
De drie zuivere, onbesmette ridderschilden zijn de Symbolen
van de homo- beeldhouw- en schilderkunst. De keizerlijke
beslissing leeft in den Elzas nog in den mond des volks.
(Zie S töber , Sagen des Elzasz). Eene dichterlijke voorstelling
daarvan gaf de Düsseldorfer schilder en dichter M or
it z B l a n k a r t h , in zijn stuk“ Das Künstler Wappen,
{Deutschen Künstler Album für 1875). Sedert 1456 komt
het veld van het schild ook soms van lazuur voor.
St. Nicolaas en St. Pieters Gilde kochten op 10 December
1371 een huis en erf in d eX e s , nader omscbreven
in de Nav. 1872 blz. 232—236.
In 1676 (27 Febr.) lag Co r n e l is J a n s e G e e l , zoon
van den Overman J a n Co r n e l is s e G e e l , den eersten
steen aan een nieuw St. Pieters Gildehuis, „voor de groote
sluis van de beurs en de groote vischmarkt. “ Dit werd in
1770 afgebroken en in plaats daarvan een nieuw® gezet.
In 1824 stond dit nog.
St. Pietersgilde is het Visschersgild, en tot St. Nicolaasgild
behoorden toen drie ambachten , die Sniders (Kleermakers),
die Sceeres (droogscheerders) en die maersliide (kramers).