moet natuurlijk alle algemeene kenmerken hebben gehad, die
in latere vormen in de verschillende orden van zoogdieren
zijn aangetroflen. Dit gegeneraliseerde zoogdier moet behooren
tot de groep, die door H ü x l e y Hypotheria is geheeten. Uit
dit primitive zoogdiertype loopt er, door het trias en het jura
heen, een enkele lijn, die in het krijttijdperk een groep vormt,
welke die der Protungulata mag worden genoemd, de waarschijnlijke
voorvaders van alle volgende ungulate zoogdieren.
Zie het diagram op blz. 255. Van dit gegeneraliseerde hoefdier,
welks geraamte wij ons kunnen verbeelden, zoo goed
alsof wij het vóór ons hadden, schijnt de directe lijn van
afstamming vol gehouden te hebben tot op den huidigen dag,
en vertegenwoordigd te worden door den hedendaagschen
Hyrax. Onderscheidene uiteenloopende lijnen ontsproten uit
dien zelfden stam, en drie dezer takken zijn bestaan gebleven
tot in onzen tijd; de in ’tleven geblevenen zijn: de slurfdieren,
de evenvingerigen en de onevenvingerigen.
In het krijttijdvak ontstond er uit den hoofdstam der Protungulata
een andere orde, die der Amblydactyla, en deze stierf
uit in het eoceen. Een tak hiervan eindigde in Coryphodon,
in het onder-eoceen; en een andere tak, vertegenwoordigd door
de Dinocerata, stierf uit in het midden-eoceen. Te gelijk met
de Amblydactyla ontstonden in het laatst van het krijt de
Holodactyla, die in de Perissodactyla voortbestaan bleven tot
in onzen tijd. Reeds in het eerst van het eoceen, tegelijk met
den tak der perissodactylen, ontstond de tak der Artiodactyla,
ook bestaan blijvende tot in onze dagen. De tak der perissodactylen
gaf in het opper-eoceen een zijtak voor Diplacodon, die
in het mioceen met Brontotherium uitstierf. De tak der artio-
dactylen gaf in het midden-eoceen een zijtak voor Oreodon,
die in het midden-eoceen eindigde. De stam der Protungulata
gaf, na den gespleten tak der Amblydactyla-Holodactyla afgegeven
te hebben, weer een tak, die, door het eoceen heen-
loopende, van het onder-mioceen tot in het opper-mioceen het
Dinotherium zou voortbrengen, en vervolgens een zijtak voor
den Mastodon, om in het plioceen te eindigen, maar als hoofdtak
voort bestaan te blijven tot in het hedendaagsche tijdvak,
in de slurfdieren, Proboscidae. Ziehier dit alles in het volgende
diagram voorgesteld: