i . l i l
I lit « iifiMl
r ' - ' i ' A
In' i'fli
(liUcfût.
dcrStaat.
(îuner.
8 I any
1674.
Wat ook zy van dc waarheyd dcczer
ondcrncemingcn tc water, immers is het zekcr
dar het Franfche ryk te lande den vcld-
rogt dcczcs jaars in Nederland rot zyn naa-
decl op-dc grenzen der Vereenigde Gewesten
zag eyndigen. Want van ¿00 groot
getal van Sccdcn, ’t gene het over twee
jaaren had veroverd, hadden de Franfoi-
zeii alleen bezetting in de Graaf, en daarin
al dcn geroofden buyt, dicn de Hertog
van Luxemburg by zynen afcogt
niet had können raedcvoeren, cc famen ge-
ilapcld. Wel is waar dat de Algemeene
Staaten, door de tulTchenkomfl: van deu
Graaf van Sty rum ( i ) en den Stedevoogd
van ’s Hertogcnbofch, den bezetrciingen
van de Graaf nicrallccn eenen vrycn uyc-
togc, maarook icdcren voctgaft, naar
Vrankryk o f zyn Vaderland willende ver-
trckken, tien guldens,-cn elken ruyter
censzooveel voor eenen ceerpenniug hadden
aangebooden: maar dcwyl de Scede-
voogd, welverrcvan deeze aanbieding aan
te neemen, integendeel hct omgelegen
land door dwangmiddclen verpHgten (2)
wilde, om alle overloopers aan te houden,
cn aan hem over te leveren, had
de Prins vau Oranje, ziende nietalleen
hoe hy door de gcrecze twceipalc het beleg
van Oudenaarde Tcgcns zynen zin had
moeten opbrockcn, maarook dat ’cr nict
voordeeligs op dc grenzen van Vrankryk
hieroni zoude können uycgevoerd
worden, hcc verbondcn leger verlaaten,
en bcflooten door het belegeren van de
Graaf den ontflooten Nederlandfchen tuyn
als voorheen te fluyten. In ’c midden van
Hooimaand vondt zich dierhalven deeze
ftad, onder’t beleyd van den manhaftigen
Rabcnhaupt, voor zyne aankomft reeds
berend. De Markgraaf . van Chamilly,
die in de plaats als Sredcyoogdgeboodc, betoonde
in alle voorvallen, met aan de bele-
geraars, dcn grond voetvoorvoet tc be-
twiftcn , dat hy van gecn minder beleyd
cn dapperheyd dan de ftad van het noodige
wcl voorzien was. Z u lk s , als die
plaats, den twceden van Oogftmaand,
door’t grofgelchut begoft aangetaft te wor-
' den, die van binnen dat mec dubbeic laa-
gen bcantwoorddcD. Die bragc niet anderStaat.
Gener.
i j j u n y
107-^
ders tewege dan dat dc belcgeraars die dcn
twintigften van Oogftmaand dcn bedekten
weg toc aan den voet der voorlcggcndc
fchuynftc waaren genaderd , dien ledert
beftormden, en, driemaals zynde aange-
vallcn en afgeflaagen, eyndelyk cen vierden
maalc veroverden, zich begrocvcn,
doch door ’c Ipringen van eene myn weder
verlooren. Hec getal dcr dooden, om
welke te begraaven men ccncn ftilftand
van (3) wapenen wederzyds had ingewil-
ligd, belettede niec dac dc ftorm, dcn verward ’
eerften van Wynmaand, licrvat doch pü'.Tis
evenmocdig afgeflaagen wierdt. Ondcr-
tuflchen kwam de Prins van Orauje pcr-
ioonlyk in ’ t leger, en had de Stcdevoogd
bevel van zyn Hof ontfangen, om aan
hem de aanbetrouwde plaats, onder billyke
voorwaarden, over tc gecvcn. Zulks
het Verdrag der. overgaave , dcn zescn-
twintigften van Wymnaand, wicrdt ge-
troffen, met beding dat dc bezetting met alle
tekenen van eere, cn medencemende do
helfte van al het Franlche gefchut, zoude
moogen uyttrekken. Dc Staaten van
Holland waarco wegens hec dwingen van
de Graaf zoodaanig v.in het beleyd des
Prinlcn voldaaii,dat zy Staatlchcrwyze in
de Algemeene Vergadering (4) veilchy-
nende voordroegen ; of het den vergader- Gene*""
le Leden onaangenaam -waare, dat men’-^^e-/.
den ‘P rin s van Oranje in erkentenis van
zyn gebottden gedrag, met de helfte van a l
het franfche gefchut hefchonk, 't gene iu
de G raaf was veroverd geworden. Decs
voorftel wierdt van alien, als ovcrceiiko-
mendemct des Prinfen verdienften, goedgekeurd,
en vcrvolgens de aanbieding by
brieven uyc den naam der Algemeene
Staaten, aan zyne Hoogheyd gedaan,
een plegtige Dankdag, tegen den zevenden
van Slagtmaand ( f ) in alle de Vcr- («)Refoi.
cenigde Geweften uytgefchreevcn, cn de ¿'em,!” '
Prins, inde Algemeene Staatsvergadering »ROÂ.
verftag van het voorgevallene, ftaande de
voorleeden veldtogt, doende, opde allcr-
naadrukkelykfte wyze (6) , wegens zyn
Rcfol.
gehouden gedrag bedankt. Onder andc-
(JerStaat.
Gener.
tea zag men ook deeze driederlyc pennin- ‘ ï ' "
gen, op het winncn van de Graaf, i n ’t ‘
licht komcn.
r
T
T. Op de voorzyde van den eei'ftcn llaat het gcharnaffe borftbeeld van den jongen Prins van
Oranjej 'wien de Staaten van Holland, in erkentenis van de beweeze dicnften j reeds te voore nog (Ol^efcl.
van eene fchuld van twintig conncn fchats, op zyne goederen geligt, onthefccn , (0 oene cyge
fchuld van den Staat, benevens de daarop verloopene renten overnaamcn. Voorts is de rand i^^Maart
omzoomd met deeze tytcIenJ ■ 1674. fol.-
W I L H E L M U S I I I , D e i G r a t i a P R IN C E P S A U R a n i a j ,
C o m e s N A S s a v i z E .
W I L L E M DE I I I , DOOR GODS G E N A D E P R I N S F A N O R A N J E ,
G R A A F F A N NASSOU.
De tegenzvde bevat hct platte grondbewerp der gewönne ftad en daarvoor geftichte werken a
met dit opfchrift;
D E S T A D GRAAF G EW O N N E N D O O R S Y N H o o g h e y q D E n
K E E R P r i n s V A N O R A N IE . D E N 2 8 . O C T O B E R , 1 6 7 4 .
I M;i'
U;' ■
Hi*
' ff
f ' ■ £ 1 '
! 'it
J l l
;4 .
I iS-‘ -
S'
I . O p II. Dc twccdc heefc wederom toc voorftuk des Prinfen borftbeeld j binnen dit randfchrift :
R r i v.’ iLs . ¡ : v H
'.4 'f
“l i : '