• 0 1]^
Vli ill
1 6 9 1 .
( i ) H o ia t.
Carm.
lib. IV .
od . 2.
*.49&50'
W I L L E M DE I I I , DOOR GODS G E N A D E KONINQ VAN
G RO O T B R I T T A N J E , V R A N K R Y K ,
E N I E R L A N D .
Dc Loosduynfche brug ftaat op die wyze ,als zemet beeldwerk en andere byfieraaden was opgetooid,
op het ruggcftuk verbeeld, en dit omfchrift in dcn rand tc leezen:
SO C IO R U M L I B E R A T O R I , G U I L IE L M O R E G I ,
P A T R IÆ P A T R I .
A A N D E N V E R L O S S E R D E R BO N D G ENOO T EN , KON
IN G W I L L EM ; V AD E R D E S V A D E R L A N D S .
Voorts ftaat nog op den voorgrond dier zyde deeze fpreuk; waarmede de oude (i) Romeynen
den zeegepraalenden Veldheer, b y ’t doen zyner ftaatlyke intreede, langs de ftraaten toejuych-
ten:
1 0 T R IU M P H E !
ÏÙ TRI O ME]
Nauwelyks was deeze aanfpraak gccyndigd,
o f veertig Jongelingen van dcn eerften
Hollandfchen Adel, cn eenige Krygs-
overften, alien te paarde eu op het prach-
tigft uytgedoft, opendeu de ftaatfi, wordende
z y van twee Lyfcrauwanceu gevolgd,
cn deeze weder van even zoo veel karrof-
feu; waarin eenige Edellieden des Konings
zaten. Toen kwaamen twintig lyfknechrs
voor de karros zyner Majefteyt; die door
(1)L a r rc y (2-) Z C S wicte paardeu gctrokken, en door
Hift.d 'An- negen Zwitfers met hunne hellebaarden
ivi'fo]?’ rer wederzyden begeleyd wierdr. Hierop
700. ’ voigden ache Staats Trompetters te paarde,
cn naa die zeftien Lyftrauwanten paar-
^ aanpaar, en voorcs by de dertig karroffen;
waarin verfchcydene Prinfen , Graaven ,
en anderen van den eerften Adel van ’t
Koninglyke hof waaren gezeeten. In
deeze orde trok de geheele ftoet ftapvoets
langs het Wcfteynde, voorby hec Hof van
Spanje, de Grootekerk , Vifchmarkc, en
’t Raadhuys van ’s Graavenhaage; wier
ftraaten aan weerkanten waaren bezec door
de in de wapenen ftaande Haagfche burgery;
wclke met Oraoje lincen, en voorcs
naar dc kleuren van ieders vendel opgefchikt,
zoo door hct bieden van ’cgeweer,
als hec flaan der troramelen, den iutrekkcn-
den Vorft begroette, en met dcn voorby-
getoogcn fleep in haarc gelederen te volgen
dicn niec weynig vergrootte. Dus op
de Groenmarkc gekomen, vondc men aldaar
ccnen zeer heeriyken praalboog, volgens
de Dorilche en lonifche bouwkunde,
door den Magiftraat van ’s Graavenhaage
opgerecht, wiens beyde vleugels in de
rondte twee derde van eenen kring uyc-
maakende, twee hooge (3) eerzuylen be- (3) Europ.
ftooren. Alles was gefchilderd als witte
Bcnthemer fteen, en verdeeld in verfchcy- >691.
dene vakken; wclke door dc daarin gefchil-
derde tafereel|n, en daarby geftelde zin-
preuken en opfchrifcen , de heldendaadcn
der doorluchcige Voorouderen van den zeegepraalenden
Vorft, midsgaders degefchic-
deniflen zyner geboorte, opvoedinge, roem- .
ruchtige bedryven, en andere aanmerkcns-
waardige ontmoeringen zyns leevcns', op
eene nietmin bevallige dan zinryke w y ze
verbeeldden. Gelyk daarvan ook de
nette afbeelding, zoo van dc ccnc als andere
zyde , op deeze penningen te zien
I. De
t De voorayde van den eerften bevat, rondom hct gelaurierde borftbeeld van den Koning a c
IC met de llmker zyde naarbuyten gekeerd is,in den rand deeze tyiels; — ^
G U I L I E L M U S H I , D e i G r a t i a M A G n æ B R I T a n n î æ ,
F R A N c i æ , e t H I B e r n i æ R E X .
m . 7 )001. P p p ppp WILSiis.