h !
h f l
- r i - f f f
II" f i i ,
li '
.. a ?
I’ "!
S r
f • ;- * !
I'ffrif ' Í- '
I i j r ; ; ' l „ :
Iriri
ri :[ ‘ ■
ip 4 N E D E R L A N D S C H E
1676. De andere zyde hceft dc zelfde.verbcelding, doch in den bovenrand alleen dit byfchtift:
V IC T O R I S C L E M E N T IA .
D E G O E D E R T I E R E N H E T D D E S O V E RWÎN N A A R S .
Naauwelyks waaren de opgeworpene
werken voor de gewönne ftad geflecht, en
daarin eene bezetting van drieduyzend
man gelegd, o f de Koning gaf zynen Breeder
deu Hertog van Orleans bevel, om
met de benden, die onder den Maarfchalk
(1)Holi. van ( i ) Krequi ftonden, Bouchain tebe-
îâ?6Î"pag. legeren. Dit wierdt dan den tweeden van
79- " Blocimaand volbragt, en federt met het
opwerpen der befchanfingeo , cn vervaardigen
van dcn verderen toeftel zooveel
fpocds gemaakt, dat den zcsden de loopgraaven
wierden geopend, eu naa twee dagen
de beukeryen in ftaac gebragc, om de
plaats ce können befchieten. De Koning
z e lf, op dac de aanvechtingen des te ge-
rufter mogccn worden voortgezet, nam op
zich de zorg om mec het overige des legers
op de beweegingen des Prinfen van Oranje
ce pafien. Welke op de tyding van dit
tweede beleg, den zevenden des avonds,
van Bergen in Henegouwe opbrak, en
achcerlaatende den groven naafleep, om
min belemmerd te weezen, den volgenden
dag tuffchen Perwelts en Bazekles, omtrent
een uur van Kondé, zich met hec
(2) Holl. (^^ Spaanfche en Staatfche leger neerfloeg.
îô'Î'pâg. op ’c ingekomen bericht, dar de
80. Koning mec hcc zyne van Sebourg en
Quivrain ook was opgebroken, om by de
Abcdy van Denain over de Schelde te
trekken, en zich in ’c gezigc van Valcn-
9yn, toc dekking van het beleg van Bouchain,
te legeren, ruktc dc Prins van
Oranje den negenden insgelyks raec zyne
onderhoorige krygsmagc teu fpoedigfte weder
voort; invoege hy in dcn morgen van
van den volgenden dag met zyn leger ce-
genover hec Franfche aankwam, waarop
z y beyden aanftonds (3) in flagorde gc- (3)Ho1j.
ichaard wierden. In deezc gcftalte blee- pg.
ven de twee legers, als tcn ftrydc vaardig , 80.
dien geheelen en ook dcn volgendcn dag,
onder de wapenen: doch hec z y zoowel
de Koning als de Prins het aanvallen te
hachlyk oordcelde, het z y de laatfte federt
te raade wierdt om de behoudenis van
ecne ftad, door ’c waagen van eenen veldflag
het overige des lands niec in de waag-
fchaal te zetten, immers kwam men toc
gecn gevecht, maar ieder befchanfle (4) (4)HoH.
zyn leger, om tegens eenen fchielykcn
ovcrval gedekt te z yn ; ’t gene federt van 8i.
dc overgaave van Bouchain, naadac de
loopgraaven zesdagen daarvoor geopend
geweeft waaren,gcvolgd wicrdt. Die heeft
ook aanleyding toc het maaken van deezc
penningen gcgeeven.
I. De voorzyde van den eerften vertoont des Franfchen Konings kopftuk, binnen zynen ge-
(j)Ovid. woonlyken tytel. De tegcnzyde verbeeldt hem als eenen Pcrfeus, houdende met dc rechter hand
Me tam . het flangenhoofd van Medula; wiens aanzien zynen naderenden vyand van fchrik doec vcrftyven,
veränderen : terwyl hy Bouchain, dat als ccnc om hulp fmeekcnde vrouw,
802°&lib. torenkroon op’t hoofd, hem ftads flcuccl aanbiedt, in zyne befcherming necmt; bin-
V.jfr. >8o. nen dit om- en opfchrift;
&Vcqq.
H O S T E V ID E N T E E T P E R T E R R I T O B U C H EM IU M C A P T A .
M D C L X X V I .
BOUBOU
CHA IN , I N r A A N Z I E N VAN D E N Z E E R V E R S C H R I K T E N
V TAND, I N G E N O M E N 1676.
4 -
II. Op hct ruggeftuk van den tweeden penning , wiens voorftuk cn byfchriften aan die van dcn
eerften gelyk zyn, ziet men zyne Majefteyt in de zelfde gedaante, doch met de flinker hand het
flangenhoofd van Medufa aan eenen naderenden krygsman, zynde ’t zinnebeeld van’t Nederland-
fche Icgcr, vertoonen , cn deezen daarop van fchrik als verftyven: ’c gene gelegenheyd geeft om
met Bouchain, ’t welke hier aan des Konings rechter zyde als eene bedrukic vrouw cn mcc
de torenkroon op ’ c hoofd, verbecld ftaat, onder dc gunft van zyn gctrokken gewcer, door te
gaan.
(t)Hol).
Merk.
1676, pag.
131.
(i) Holl.
iMerk.
1676. pag,
(3) Holl.
Merk.
'676. pag.
Sedert hec winnen van deeze ftad bleef
de Koning, toc in ’c begin van Hooimaand
, in Ncderland ; alswanneer h y ,
hec oppergebied des legers in handcn vau
den ( I ) Maarfchalk vau Schömberg fteJJen-
de ,d en vierden dier maand, terug naar
Vrankryk keerde, raids hy zich verbeeld-
de, dat ’er, voor hec overige van den
veldtogt nicts hoofdzaakelyks ftondt voor
te vallen; dewyl hy eerft, onder’c beleyd
van dcn Maarfchalk van Lorge,ache flagor-
deus tevoet (z)en vyfentwintig te paarde,
vandaar naar den Bovenryn, eu federt nog
ccnen tweeden onderftand, onder den
Maarfchalk van Krequi, naar Locteringe
had gezonden; om tegens de Duytfchers
beftandig te weezen. Deeze, in ’ c begin
van Bloeimaand, uyt hunne winterlegerin-
gen zynde getoogen, hadden nietalleen
Philipsburg beerend, maarook hec belcg
voor des zelfs Overryniche fchans geflaagen.
Den tienden van Bloeimaand waaren
dc belcgeraars des nachts zoozeer met hunne
aanvechtingen gevorderd, dac z y ecne
reduyc beftormden, en die, mec verlies
van drie Hopluyden en tachtig foldaaten,
veroverden. Ondertuflchen wierden de
werken geftaadig en met datgeluk voorcge-
zcc, dat de daarin leggende (3) bezetting
ziende alles ecu ftorm vaardig, des nachts
naa den negcntienden dier maand, uyt de
fchans oyer de fcheepsbrug naar Philipsburg
week. En ofwci de Keyzerfchen. n aa ’c
veroveren dicr fterkte, ftraks van Philipsburg
zeJf aftrokken, en vcrvolgens die
van binnen de daarvoorgeftichte werken
flechtccn, zoo maakte echtcr de Prins
Herman van Baden,terwyl de Hertog van
Lotceringe (4) met het grootc Keyzerlyke
leger den Françoizen het hoofd ftondt te
bieden, den noodigen toeftel om met de
overige Ryksvolkcii, die by Heylbron
vergaderd wierden, die ftad andermaal te
belegeren. Die gefchiedde echter niet
voor 10 Zomermaand, alswanneer de loopgraaven,
tuflchen dcn vier- cn vyfcntwin-
cigften (5) *s nachts , wierden geopend.
Die van binnen ondertuflchen verweerden
zich moedig; op hoope van door dcn Hertog
van Luxemburg re zullcn onrzcc worden
: en waarlyk wendde de Franichc
Hoofdbevelhebber met dat oogmerk verfcheydene
poogingen aan, doch welke alle
(6) vruchteloos afliepen; zulks die wel
gefterkte ftad by Verdrag, op deu negenden
van Herfftmaand deczes jaars geflooten,
den Duyfche krygsvolken, ache
(4) Holi.
Merkur.
167Ó. pag,
(5) H0ÎI.
klerkur.
16 7 6 . pag.
I I I .
(6) H o ll.
Merk.
16 7 6 . pag.
lÖi.
(7 )Rcfol.
derSta.1t.
Gener.
dagen daarnaa, (7) wierdt ingeruymd:
waarvan dc gedachtenis op deczen penning
bewaard wordc.
C c c i De
I
-■ 1 '
I
■
■ Iii
’i-i J
r i , ’
riliri