N E D E R L A
f 'í
■f
'» i i
I
J Ï -
T :iU,- ,
:|
i6 y i . zccmagc zieh by die der Engelfchen gcvocgd
had, vondc men niet goed mec de Staac-
(!) Brandt Ichc ooflogsvioot Op dc hoogtc Van ( l )
L e e v . v.m maac in goede flagordc cufTchcn de
K s p Y '' Wiclingcn cn dc Maas den famengevoegden
vyand a f te wachcen. Doch federe bericht
zynde ingckomcn, dat de Franlche en
Engcllche oorlogsvloot zieh op de hoogte
van Souldsbaai ophieldt, wcudde het de
Nederlandfche dervvaart, en raaktc, den
zevenden van Zomermaand, omtrent ren
( i ) Brandt zevcn o f ( 2 ) acht uuren des morgens met
dcRuyt« zccrheevig gcvccht.
fol 667. * Waarin Hopman Johan van Brakel ecne
wonderlyke kloekmoedigheyd liet blyken.
Want hocwcl zyn Ichip ilcchts driehou-
dcrd man en twecenzeftig ftukkcn vocrde,
Imeet hy zieh echter den Admiraal Montagu,
wiens fchip, methonderdenvier ftukken
voorzien, en met duyzend koppcn bemand
was, aan boord, en raftce hem zoo vinnig
aan, dat hy op ’c punt ftondt van
zieh, zoo Brakel een Vlaggeman geweeft
Ucev'^^ian gecvcn. En (3) hoewel
de Ruyter Montagu twee o f drie branders, die op
fol.071. Kejn afkwaamen in den grond Ichoot,
en zieh van Brakel losmaakre, wierdt
echter opnieuws íédert eenbrandíchip aan
hem vaftgeklamt; zulks zyn fchip ver-
brandde, en hy zcIf benevens zynen
Z oon, in ’t affteeken vau de boot ver-
dronk. In ’c begin van hec tweede gevecht,
’t gene den volgenden dag met de
zelfde kloekmoedigheyd hervat wierdt,
kwam de L. Admiraal van Gent tc fneuve.
N D S C H E
len, die, nictmin mocdig dan cdcl van
geflacht, den betaamdc Maarten van Rof-
lem onder zyne Vooroudcrs (4) tclde.
En dewyl hct wccder zccr ftil wierdt,
dreeven dc fchepon doorcen , very dclde io l .6 7 1 .
dit dc beraamde ordc, en gaf gelegenheyd
aan dc door elkaudere gcraakte Ichcpeu,
mids zy niec kondcn wcuden o f keeren,
om elkandere dcstemccr tc bcfcliaadigcn.
Dus zag men wederzyds vccle hcldendaa-
den bcdryvcu, cii by die gelegenheyd cen
groot Engeifch Koningslchip , vocrcnde
zevenrig ftukken, door eenen brandet aan-
gcftokcn (y) verbranden, midsgaders twee
anderen, gelyk men w il, in den grond cjeRuycer.
ichieten. Den Engelfchen integendeel ge-foL^?-*
luktc hec fchip den Jofua in den grond tc
Ichieten, en een tweede Scavere genaamd,
' te veroveren, en des te vinniger, mids
hcc verflaauwen van van Gents fmaldeeling,
op die van de Ruyter aan te vallen, ja
twee branders op hem zelf (6) a f te zen-
den: maar de een vruchteloos zynde v e r-dc Ruyter.
teerd, dwong by den anderen te wyken.
Dus nam die gevecht mec hec eynde
van den dag ook een eyndc: want hoewel de R iiytcr
de Nederlanders op den volgendcn alles
aanwendden , om den boven wind leggenden
vyand andcrmaal te (8) bevcchtcn,zoo (8) Brandt
hieldt die echter geduuvigaf, en niettemin
mec ftyvekaakenftaande eene volilaagezee- fo l .676.
ge bevochccn te hcbbcn:zooalsuytdeezcn
gedenkpenning blykt; welke door de Fran-
9oizeu, die nog de minften in ’c gevecht
hadden uytgemunc, deswegen gemaakt is.
Op dc voorzyde ftaat het kopftuk des Franfchen Konings; xviens vloot eenigen willen dar alleen
dricendertig fchepen, acht branders, en vier fluyten ftcrk , met ruym vierduyzend ftukkcn ge-
fchuts voorzien, en met omtrent elfduyzend koppen bemand zoude geweeft zyn. In den rand
Iccft men deezen tytel:
L U D O V IC U S X I I I I , R E X C H R I S T IA N I S S IM U S .
LO D E IT Y K D E X I F , A L L E R C H R I S T E L T K S T E KONING.
Op. de rugzyde ziet men Neptuun, ftaande in zynen wagen, tegens hec vcrfchrikte Nederland
den drietand van zyn dreygend zeevermoogen vcrheffen; onder die randfchrift;
V IC T O R IA N A V A L I S . M D C L X X I I .
S C H E E P S O F E RW IN N IN G . 167z.
(Ù Valle,
verward
Europa,
Pî>?- 43^
^33.eu
4,:4.
( I 'R c fo l.
dfiSraat,
van Holl,
I ? Aug,
r ó j i . íb l .
106. eu
107.
(3^ Valk.
verw.ird
Kuiopa,
P®á-454-
(4) V alk.
verward
Eu ropa,
Fas.4SÎ.
Deeze
Dceze kloekmoedigheyd dcr Ncdcrlan-
deren tc water bctoond was te lande, om
aan den Franfchen Koning hct hoofd tc
bicden, zeerverre te zoeken : wclke, naa het
winncn der vier aan den R yn gelegene ile-
■' den, zieh ook van Emmerik, ( i ) Rees,
’thiiys teU lfr , 's Hectenberg, cn Dcute-
. kom, had mcefter gemaakt, cn nu beraad-
ilaagdc wegens de bequaamfte middelen,
om over den R y n , cn dus tot in ’t hart
van ’t Land te gcraakcn. De ongcmec-
nc djoogte deezes Zoracrs , c n ’t gcbrck
van ’ t oppetwatcr daardoor veroorzaakt,
maakteu , tot ’s Lands ongeluk, dicn
ftroom op fommige plaatfen doorwaad-
baar en bragren den vyand dierhalven
roc befluyt, om den overtogt by door-
waading ce beproeven. Toc hcc uycvoc-
ren van die beraamde voorneemen , en
om dc ondiepcen aan te wyzen, haddcn
zekcre jonkers Barrcvcic en Bentingh ( i )
van Keinmadc den Françoizen hunncn
dienft aangebooden. En dcwyl de Franfche
Koning, door andere ingekomene berichten,
van de waarheyd huus zcggens
ovcrrnygd wierdt, reedt hy, bygelicht door
tweehonderd flambouwen, van Rees voorby
Emmerik, (3 ) des nachts tuifchcn den
nendeii en elfdeu van Zomermaand, toc
op de Elccrfche kappictelweyde over hcc
T olh uy s; daarhy op den hoogen ocver,
tot beveyliging van dc voorgenomc door-
waading ecnc kat voor twaalf muurbrce-
kers (4) ten fpoedigfte deed opwerpen, en
te Emmerik dc kicyne fchouwen uyt den
R yn op Wagens zetten, om aan de Elter-
ichc kribbe ccne brug te leggen. De Prins
van Koudé ondertulfchcn ook de aange-
weezeue ontdiepten in perfoon hebbende
gaan bezigtigen, fteeg daarop, en veelc
Grooten uevens hem, des nachts naa den
elfden van Zomermaand, te paarde, cn
verzeld van degemeldc Jonkers,kwaamen
z y met het opgaan van den volgenden dag
aan den boord des R y n s ; welken omtrent
zesendertig o f veertig ligtgewapende Franlche
ruyters , onder het beleyd van de
Graaven van Guiche en Revel, met ee-
nc wccrgalooze onverzaagdheyd inree-
den, cn, onaangezien de Staatfche Volkeren,
die de overzyde bezet hielden, op
hen vuur gaaven, tot naby den overgele-
gca oeyer doordrlngcnde, aldaar ïoo-
Jangftal hielden. totdat de overige Franlche
ruyters zieh mede in den ftroom be-
geeven hadden, en het op den boord geplante
gefchut met ichroot op dc Staatfche
III. Veel.
I. Boek. y 7
benden geloft ivas : waardoor het voet- t i / i .
volk, mids de laagtc dcr aangevange vcr- ’
Ichanfingc, ftraks m gccn kleyne verwar-
nng, en dc ruytery op de vlugt gebragt
wicrdt. Dit was (5) nict zoodra vandc S J a 'a ’
aanvallers gemerkt, o f icdcr der zelvc Europa,
drong o p ’t zecrft aau, om de cerfte den t’S-it!«-
overgdegea oever rc winnen : in wclk
vuurig aandtingcn (Í) verfcheydcne Fran- MKill.de
p iz en vlot werdende jammerlyk vcrdron- d " £ 'i "
ken. Desonaangezien rukccn de ovcrigc
benden even ipoedig voort, en woimen
eyndelyk den overgclcgen ocver ; aiwaar
z y door den Prins van Konde in ordc ge-
pfchaard, zieh ftraks bereyddcii om op
het weynigeStaatichc volk. beftaande in ’c
regeraeut Vriezcn van A y iv a , aan te vallen.
Welke, ziende zieh recds van de
ruytery verlaaten, en flcchrs door cene 011-
volmaakte verfchaiifing gedekt, uyt vreeze
van zonder lyfsgenade te zullcn gevcid
worden, allen het gewcer ter aardc wier-
pen, cn om de bchoudenis vau \ Icevcn
(7) fmeekccn. Die ftondt de Prins van (?) De
Konde hen toe, en iiaderde zc met cen gc- midT^
volg van omtrent dertig der doorluchcigftc Louis
Priufm van ’s Konings H o f Doch als on- f £ £ ',T ‘
dertulfcheu de Flertog van Longeville aan
de in ’t water ftaande ruyrcry met zyn
piftool een tekcn wildc gecvcn, en dat by
geval afging , waandcn de Vriezcn dar
dit de leus was om op hen aan te vallen
; des naamen z y hct reeds neêrge-
worpcn geweer weder o p , en loftteu 'c
op den drom dier Edelen : zulks van de
zelvc , benevens den gcmelden Hertog
van Longeville, veelen daardoor kwaameS
te Ineuvelen, en de Prins van Konde zelf
met twee kogcls in den arm gcqnetft
wierdt. Dit toeval verfaitrerde zoodaanig
de oyergekomene Françoizen, dat z y aU
len als verwoed op de Vriezen aanvielen,
die voor ccn groot gedeelte onder de voet
ichooten, o f naa eenen wakkeren tegen-
ftand gevangen naamen ( 8 ) en naar Emme- (S) Vaiif.
rik voerden. Al het welke de Franlche
Koning, ftaande cen vierdendeel uurs van-
daar op ’t hangen van den Elterenberg by
eenen windmolen met veel ongedulds be-
fchouwde, cn dus, ten koftc van zoo-
veel vergooten edel bloed, zieh van de
geheele (9) Betuwe , eene van de vrucht-
baarfte landouwcn der Vereenigde G e -Ä l "
weiten, in 't kort meefter maakte ' 3 1“"!'
Hec welke aanleyding tot hct muntea
heeft gddenkpeuningen gegeeven
IDs
;
I m 1»