1 ,« r i: "« i Ï 1Î !
¡ 1 1 1 ' m I t ■ ■ Í ' " !¡
Ml
“ „(l: I
» I f ■'
ill'» i-i
Î ' I ' i»','
lli
1 ! ,
i
7
II
)l
ÍM;
V ik
sm t
N E D E R L A N D S C H E
1^74. waartoe gccn klcyne hoopc was, zoo maar
■ dc twaaltdayzcnd Brandenburgers die in
aancogc waarco, zich by het Keyzeriyke
icgcr konden voegcn. Dierhalven, om met
licc afweezen dcr Brandenburgers gcwin te
docn, ruktc Turenne mec hcc Franfche leger,
fterk omtrcQC vyfcncwintigduyzcnd
man, den derdeu van Wynmaand, dcn Keyzerfchen
tcgcn,cn ftoeg zich,des naamiddags
ten vier uurcn, opde heuvclen vanMoIs*
heym neder. Voorts hebbende nog, dien
zcltdeo avond,van vcrlcheyde kanten zich
van den overtogt der riviercn de III cn
Brufch verzekerd, vertoonde hy zich , den
volgcnden morgen, aan de overzyde van
de laatftgemelde rivier tuftchen Holts-
voi-van't (^) Enzishcym in voile ftagorde.
v«wa?d De Keyzerfchen ftelden ondertuiTchen hun-
Eu rop a, u c q rechter’ vieugel op eene hoogte bezy-
rig-9s»* ¿g fteedje Enzisheym tuflchen vericheydene
flooten en bygelegene heggen,
eu hunnen flinker’ aan dc andere zyde van’ t
gemelde ftcedtje by zeker bofch. Hier-
längs begoft Turenne, onder de gunft van
zyn geplant gefchut, door twee regcmen-
ccn ligtgewapende ruyters den aanval ;
zulks hier een zeer hecvig gevecht one-
ftondt, 'tgcn c met gedeelten, telkens op-
niaiws aangevoerd en weder afgclnft, van
( r iV e r -
vo lg v an
’s morgens ten acht ro t's naamiddags tcn
vier uuren duurdc, ftaande welke taftchcn-
tyd de Keyzerlyken hcc ce quaad krygcndc
verfcheydene hunner ftukken verlooren :
want dcwyl hec eene gedeelte van den
Keyzerlyken flinker’ vlcugcl niet aan den
man konde komen, en het andere, in
vcrwarring (z) gebragt zynde, genood-
zaakc was naar zyne oude ftandplaats verwaid
rerug te trekken , was de afgematce
flinker vieugel, ©naangezien dc Hertog ^ ’
van Bournonville hem zcs bataillons ten
onderftand zondt, niet magtig om zyn
verlooren gcfchut te herwinuen , maar
vernoegde zich dierhalven mec hec nog
overige geftaadig tc ichieten ; tot dat mcc
het vallen van den avond het gevecht eyndigde,
de Keyzerfchen naar Ilkirchen en
Gravenftad , en de Françoizen over de
twee gemelde rivieren terug naar Holrz-
heym weeken. En dewyl de Franfchen
nietalleen veel gronds, maarook, behalven
de gemelde ftukken gefchuts tot tien
in getal, nog daarenboven dertig zoo vendels
(3) als ftandaarden van de Duytfchers ccSSk
veroverd hadden, zoo is niet buyten re- van Lode-
den, dac aan die derde gevecht de vol-
gende penning weder zyne geboorte ver- 140. vwik
Ichuld is.
H I S T O R I P E N N I N G E N . //. Boek
( i lRdol .
derStaaten
van Holl.
2 Febr.
1Ó74. fol.
34,35 e» 36.
(1) Refol.
dcrStaacen
Gener.
3 Febr.
IÖ74-
i< Maart
1674.
ren gedrukt. Doch alszcdci t ook hcc Vaderland
nietalleen zich vau dcn Engelfchen oorlog
zag verlort, cn door’t fluyten van verfcheydene
Vcrbindteniflcn mec de magtig-
ftc Vorft'cn dcr Chriftenheyd gefterkt,
maarook dcn Vreede mcc de Biflchoppen
van Munfter cn Kculcn geflooten, ja den
Kranichen Koning genoodzaakt, behalven
de reeds gcnoemde fteden, ook alle de andere
ingenomcnc plaatfen, uytgezonderd
Maaftricht cu de Graaf aiieen, voor hcc
openen van den veldtogt deezes jaars
te verlaaten , zoo was thans, naa de verandering
der Regeeringcn, de licfde cn ge-
iicegenheyd aller Magiftraacsperfooncn
voor den jongen Prins, dien men als den
verloiTer van den Staat aanzag, niet minder
geworden, dan die men eertyds voor
Prins Willem den I , zynen Ovcrgrootva-
der, had opgevat. Zulks de byzondere
( 1 ) Staaten van Holland hem eu zyne
wcccigc maulyke naakomeliugen hec Scad-
houdcrsampc Opperkrygsbevelhebberfchap
zoo te lande als tc water van hunnen Staat
nierallecn crvelyk opdroegen, maarook,
den derden van Sprokkelmaand, daarvan
door hunnc Gemagtigden in de Algemeene
Staatsvergadering hebbende kennis gegeeven,
dc (2) andere Geweften liecen
aanmaanen, om ook het Opperkrygsbc-
vclhebbcrsampt van alle de Vereenigde
Geweften aan den Prins, en des zelvcn
wcttigc naakomeliugen ervelyk op te draagen.
En hoewel ieder zich dien voorftel
liet welgevallen, ja volmondig prees,
wierdt die zaak echter toenmaals door de
Gemagtigden der andere Geweften overge-
nomen; om daarop in hunne byzondere
Vcrgaderingen ovcrwoogen tc Worden 1^74.
iVan allen was Zceland, naadat hec den '
Prins, (3) cn zyne wcctige naakomclin-
gen, ook tot crvclykcn Stadhouder cn g««'*."’
Oppcrkrygsbevelhebbcr zoo te water als 9^'®)’'’.
tc lande van zyncn byzonderen Scaac ver- ^
klaard had, de eerfte, die hierop zyne
bcwilliging inbragc: vervolgens ookGroc-
niugc cu (4) de Ommelanden, ren aanzien (4)Refol.
van hec Opperkrygsbcvelhebbcrichap, als ^crSmu-.i
hcbbcnde hunnen byzonderen Stadhouder ,9 Ma'art
mec Vriefland; wiens Gemagtigden federt 1674.
ter Vergadcringe hadden laaten leezen hec
Bcfluyc vau hunnen byzonderen Staat, op
den cvvincigftcn van Lcnccmäand genomcn
¿ waarby hunnc tocftemming insgelyks
daarcoe gegeeven wierdr. Zulks die
hooge bedieningen door de Algemeene
Staaten, deu twintigften van Grasmaand,
den Prinfe en zyne wettige naakomelingcii
vooralcyd en ervelyk zyn opgedraagen,
hy en de Vorftlyke Wcdaw van Oranjc
Iwegens dceze verheffing, door monde'
vandc Heeren Pompe, Nyeiiburg, Alua,
en Eek, uyc den naam der Algemeene
Staaten geluk gewenfcht, en hem de
brieven dier aanftellinge in twee (y) goude
doozen, waarop de wapens der Vcreenig- Gaie*"’
de Geweften gefneeden waaren, overhan-
digd. Dewyl nu dcor dccze aanftclling,
geiyk de Vereenigde Geweften onderling,
zoo ook de Prins aan de zelve verbonden;
en dus de glans en luyfter van den Huyze
van Oranje meercnmeer uytgebrcyd wierden
, ZOO behoeft zich niemand tc
verwonderen van dusdaanigen pcnning-
in dit jaar re zien in ’ c licht
ven.
Evemls hct kopftuk des Franfchen Konings, binnen zynen gcwoonlyken tytel, op de voorzyde,
ZOO ftaac ecoe Overwinning, vertreedende het ter aarde leggende geweer, met eenen zcegc-
krans en palmtak op de tegenzydc; tuflchen dit om- cn opfchrift:
D E G E R M A N I S T E R T IO P U G N A AD E IN S H E M IÜ M .
M D C L X X IV .
OVER DE DUr r SCHEN T EN D E R D E NMA A L E I N ' T G E V E C H T
B r EN Z I SH E TM. 1Ä74.
Hoewel dc Duytfchers naderhand ander-
maal verfterkt wierden, zoo viel ’er echter
iedert niets van belang voor, mids Turen-
nc zich altyd ontocgangelyk verfchanft
hieldt, tot dat de naatyd beyde de legers
hct veld deed ruymen: zulks de tyd ver-
eyfcht ook de Staats- en Krygsgevallcn
der Nederlanden zelfs te belchouwcn.
Het onvermoeidc gedrag, dat dc Prins
van Oranje, ftaande de gevaarlykitc toeftand
des Lands,gehouden had , met alom
de noodige orden te geeven, om de verdere
inbreuk des vyands tc ftuyten, had
eenc ongemcenc hoogachring voor zyn
beleyd cn kloekmoedigheyd in ’t ftuk des
oprlogs in de gcmoedercn aller inwoonde-
Op Wiens ecnc zyde de gequetfte Nederlandfche Lceuw met den rechter’ voorklaauW naar
ceyn Oranjenappel grypt, welke hem door ecne hand uyt de wollcen wordc toegereykt. In den
anderen houdt hy den bundel van zeven pylen,aan welken ook hec flinker been des nevensftaanden
Innlen mec den zelfden band, door de opdragc deezer exvelyke bedicningcn, verknochc is.
Waarbovcnm den rand ftaat;
H IN G H O S T E S D E B E L L O .
H I E R D O O R V E R J V IN I K D E V T A N D E N ,
U L Veel. P p Ön®
f