\vé\\ il «Bflii '
m . M i
M
512 N E D E R L A N D S C H E
169 1
' S E R V A N D U M S E R V A T U S .
BEHOUDEN O A i TE BEHOUDEN.
Dat is, om’ t Land tegens de vyanden, waarmede de S tait in oorlog was, te bewaaren. Voorts
leeft men op den voorgrond;
D I E T O T a N O C T E Q u e I N S C H A P h a F L U C T u a t u s
A P P U L i t - IN H O L L a n d i a m , D i e
J A N u a r i i : lö p i.
E E N E N GÄNSCHEN DAG E N NACHT JN E E N E BOOT GESLIN-
GERD ZTNDE , IS HT IN HOL LAND GELAND,
D E N 3 1 . DAG VAN LOUWMAAND- . lö p i . -
I I. Van den tweeden, die kleyner is , doch het zelfde borftbeeld op het voorftuk voe rt, is des
zelfs rand omzoomd mec deezen verfchillenden tytel :
I N V I C T I S S I M U S G U I L I E L M U S M A G n u s .
DE ONVERWINNELTKSTE WI L L EM DE GROOTE.
; He t ruggeftuk verbeeldt wederom den Koning in de roeibooc, van welke dc Britfche vlag
. . p. . waait, cn waarnevens de gemelde Huysman mec ontdekten hootde te paarde zic ; ftaande voorts
lib. i v ! fe bovenrand deeze ipreuk j waarmede C æ fa r, ( i) als hy met eene boot van Otranto naar
cad. 2. Blindes in een zwaar onweêr overftak, zynen moedlocfeen ftuurman aanfprak :
Q U I D M E T U A S ? . C Æ S A R E M V E H I S .
WAT HEBT GT TE V R E E Z E N? GT VOERT CÆSAR.
Hoewel Koning Willem zyne vermoeide en verftyfde bootsgezellen , ziende hen door de vrees
Hift d’E bel<neld, niet met de gemelde fpreuk , maar mec deeze moedgeevende vraagc aanglet!
tom. fprak ; Hoe maakt gy (z) zivaarigheyd om in myn gezeifchap te ßerven ? Op den voorgrond leeft men
iv .fo l. nog: . •
«99-
R E G I G U I L H E L M O , P E R G L A C I E M , N U B I L A
E T S Y R T E S R E D U C I .
AAN KONING WI L L EM, DOOR TS, NE V E L S , EN
B A N K E N WEDE RG EK E E RD, TOEGEWTD.
I I I . De laatfte is nog kleyner , en heefc dc zelfde tegenzyde als de eerfte , doch op de voor»
zyde hct gelaurierde kopftuk des Konings; binnen het verfchiliende randfchrifc deezes tytels;
I N V I C T I S S I M U S G U I L I E L M U S I I I .
DE ONVERWINNE LTKSTE WI L L EM DE I I I .
Naadat de Koning een nur in het huys
van den weggezonden Landman vertoefd
had, kwam de Heer van Rynenburg als
de naafte , mids hy zyn gewoonlyk verb
ly f op eeue bygelege hofftede by Naaldwyk
hieldt, mer zyne karros aanzetten,
gevolgd van acht anderen, om zyne Majefteyt,
en die van haar gevolg, naar’t gereed
gemaakte H o f van Honsholredyk
tc brengen. Alhier gekomen wierdc de
Ko-
( i ) R efol.
der Staat.
Gcner.
lö Febr.
169 «.
foL 10 6,
( i ) R e fol.
derSiaaten
Gcn cr.
3 0 Jan .
fSéT.
Kouing by ’c uytcrcedcn der karrollc, op
hct Hof voor de groote trap, door zyncn
Neef Hendrik Kazimier, Erfftadhoudcrvan
Vriesland wegens zyne verheffing bcgroet,
cn gelukkige overkomft in Hblland op ecne
ftaatlyke wyze vcrwelkomd. Het zelfde
gefchiedde ook door de Gemagtigden
der Algemeene Scaaten, desgelyks door
die van Holland ; den Prins vau Naflou
Sarbruk, die door den Keyzer tot Veldmaarfchalk
verheeven, en in die hoedaanigheyd
door de Scaaten in ( i ) ditjaar erkend
was; den Prins van Berka, Buytengewoonen
Afgezant vau zyne Keyzerlyke Majefteyt
; den Heer Kolomna Afgezant des
Konings van Spanje; den Graaf vau Hoorn,
en een oneyndig getal vau allerhande per-
foonen van den eerften rang: waarvan de
toevloed des tegrooter was, mids men ge-
meend had , dat zyne Majefteyt op dat
H o f eenige dagen haar verblyf zoude
hebben gehouden, rot dat alles t’ haarer
inhaaliuge in ’s Graavcnhaage zoude gereed
weczen, en waarom dc Gemagtigden
der Algemeene Staaten met bedden , de-
kens, lynwaad , tin- cn koperwerk van ’s
Lands huysraadskamer waaren ( i ) verzorgd
geworden. Maar de Koning die
totnogtoe wcynig vermaaks in die uyterlykheden
gcfchept had, betuygde thans >691.^
ook deeze uyibundigc ecrbcwyzingcn niet----------
te begcercn: invoege hy nog dien zelfden
avond omtrent zes uuren , tegens icder.s
verwachting, op ’c Hof in ’s Graavcnhaage
, onder ’t geleyde zyner Jyfcrauwan-
ten, aankwam. Dc Schiitrcry dus zynde
vcrraft , zoo wierden echter de ftukkcn
op den wal ftaande gcloft , verfcheydcne
vreugdevuuren aangcftoken , de klokken
geluyd, en andere tckcucii van blydlchap
bcdreeven. Dc Algemeene Sraaten
zclfs, om te betuygen de grootc vreugde,
die zy wegens des Konings gclukkige'wc-
dcrkomft opgevat hadden, vonden goed
nog dien zelfden naamiddag ten v y f liiiren vRgj-y,
( 3 J eenen algemeenen Dank- cn Beededag, derSua;.’
tegen Wocnsdag den eencntwintigften van
Sprokkelmaand, wegens de behoude over- 1691.”'
komft van zyne Brittannifche Majeftey tdoor 7 '■
alle dc Vereenigde Geweften uyt rc fchry-
ven. Die voorbeeld voigden de Scaaten
van Holland, drie dagen laater, in ’c byzonder
naa; invoege het nicc te verwonderen
is , dat zyneaanlanding als eenc verquikking,
op den cerften deezcr twee
penningen aangemerkc wordt; welkc beyden
op zyue behoude overkomft gemunc
zyn.
voorz^dT'^dTeze t } S van den aairgelandeti Koning lecft men , m den rand der